Liefde is… je beste paard afgeven aan je vrouw
Karel Cox helpt Noorse echtgenote Marit Haarr Skollerud aan WK-ticket
Op de Wereldruiterspelen in het Amerikaanse Tryon gaat vandaag de jumping van start. Er wordt op dit vierjaarlijks WK van de paardensport veel verwacht van het Belgisch team. Karel Cox zal er ook zijn. De 35-jarige ruiter uit Hechtel-Eksel, die drie jaar geleden nog Belgisch kampioen werd, kwam nochtans niet in aanmerking voor Team Belgium, maar zijn echtgenote - Marit Haarr Skollerud - werd wél geselecteerd door de Noorse federatie. Daarvoor gaf Cox zijn beste paard, Dublin van Overis Z, aan haar. Liefde is… je beste paard met mekaar delen.
Karel Cox (35) en Marit Haarr Skollerud (32) leerden elkaar zes jaar geleden kennen op een - hoe kan het anders? - jumping in Nederland.
“Karel was meteen verkocht toen hij mij zag”, lacht Marit in vloeiend Nederlands. “Ik werkte op dat ogenblik al vier jaar voor een Nederlandse stal. Daarna ging het heel snel. Een half jaar later verhuisde ik al naar Karel. Weet je, paarden zijn mijn leven. Maar in Noorwegen had ik op dat vlak geen toekomst. Ik werd Noors kampioen bij de jeugdrijders en reed nadien paarden voor Noorse eigenaars. Maar dat niveau kan je niet vergelijken met België en Nederland. Als ik het wou maken in de sport, moest ik uitwijken. Zo ben ik in een sportstal in Nederland verzeild geraakt en kreeg ik de kans om internationale wedstrijden te rijden. Op één van die wedstrijden heb ik dus Karel ontmoet.”
Hechtel-Eksel
Sindsdien woont het koppel, dat in juli vorig jaar in het huwelijksbootje stapte, in Hechtel-Eksel. “Als je iets wil uitbouwen in de paardensport, moet je in Limburg zijn”, spreekt Marit uit ervaring. “Hier heb je de grootste en meest professionele accommodaties en organisaties. In Noorwegen moet je soms tien uur rijden naar een wedstrijd, hier maximum een uurtje. Niet voor niets dat hier zoveel internationale ruiters in de buurt wonen.”
Zelf delen Karel en Marit niet al- leen lief en leed, maar ook hun paarden met elkaar.
“Ach, we werken gewoon constant samen en voelen en vullen mekaar heel goed aan”, pikt Karel in. “Ik ben meer de handelaar, Maritt meer de sportruiter.” “Karel is nochtans een natuurtalent op een paard”, geeft Marit haar man een complimentje. “Als hij een tijdje niet veel gereden heeft, kan hij zo opstappen en een wedstrijd rijden. Dat kan ik niet. Ik moet het meer hebben van mijn inzet en doorzettingsvermogen. In het begin hadden we veel commentaar op elkaar als we paardreden. Dat is nu voorbij. We accepteren meer van elkaar. Omdat we elkaar ook beter kennen en onze plus- en minpunten erkennen.”
Sleutelbeenbreuk
Een groot pluspunt: dankzij Dublin (een combinatie van Cassandra vd Riloo en Darco) kan Marit nu naar het WK. “Sharing is caring”, lacht Marit. “Toen Dublin twee jaar geleden overkwam van stal Van Den Bosch, heb ik haar eerst gereden. Maar Dublin is een paard, dat tot zijn recht komt op de grote vijfsterrenwedstrijden. Daarom is Karel ermee gaan rijden.”
“Ik heb de kans gekregen om Global Champions Tour te springen en zo kwam ik niet in aanmerking voor de landenprijzen, waar de WK-selecties gemaakt worden”, zegt Karel. “Maar ik zal de laatste zijn om te zeggen dat ik een ticket verdiende. De huidige WK-selectie is terecht, de vijf voor Tryon zijn beter dan ik en hebben dat ook al meermaals bewezen. Maar Dublin is een kampioenschapspaard en kan tot zijn recht komen op het WK. Daarom hielden we de mogelijkheid open om Marit een kans te geven met Dublin.” Marit werd inderdaad geselecteerd door de Noorse federatie, maar bijna liep het nog mis. Zeven weken geleden brak ze immers haar sleutelbeen, na een val van inderdaad - Dublin.
“Dat kan je misschien beter niet schrijven”, lacht Marit. “Wat ik mag verwachten van het WK? Geen idee, want dit is mijn eerste wereldkampioenschap.” Skollerud blijft overigens Noorse
Als ik het wou maken in de paardensport, kon ik niet in Noorwegen blijven
Marit Haarr SKOLLERUD
om meer kans te houden op internationale selecties.
“Of ik er al aan gedacht heb om de Noorse nationaliteit aan te nemen, om toch naar het WK te kunnen?”, herhaalt Cox onze slotvraag. “Neen. Drie jaar geleden ben ik Belgisch kampioen geworden en daar ben ik nog altijd fier op. Ik hou wel van onze competitie en meet me graag met mijn landgenoten. De lat mag hoog liggen.’