Boter op het hoofd
Elke week zoekt taalliefhebber Marcel Grauls naar de herkomst van een woord uit de actualiteit.
Het is een cliché, er zit sleet op, niettemin houdt de uitdrukking ‘boter op het hoofd hebben’ stevig stand. Laatst nog inzake de gasexplosie in Luik acht jaar geleden. Twee mensen komen nu voor de rechter, maar minstens vijf anderen “hebben ook boter op het hoofd”, onder wie de Luikse burgemeester. Wat hier wil zeggen: ‘dragen evenzeer verantwoordelijkheid’. Wat heeft schuld met boter te maken?
De zegswijze komt hoe dan ook uit Neder- land. Van de grote dichter, jurist en politicus Jacob Cats (1577-1660) stammen de verzen: “Wiens hoofd van boter is, die moet gedurig schromen/ Die moet niet aan het vuur, of voor de oven komen.” Niemand weet waar het beeld van ‘een hoofd van boter’ vandaan komt, noch hoe ‘een hoofd van boter’ in de loop der eeuwen ‘boter op het hoofd’ is geworden. Boter is een oud product, wordt veel gebruikt en smelt makkelijk. Dus zijn er ook veel boter-beelden: denk aan boter bij de vis, boter aan de galg of een haar in de boter. Tegen begin vorige eeuw had het spreekwoord zich ontwikkeld tot: “Wie boter op het hoofd heeft, moet uit de zon blijven.” Met de toelichting: Wie zelf schuld heeft is kwetsbaar.
De dag dat de uitdrukking Vlaanderen binnenglijdt is op raadselachtige wijze de zon verdwenen. Eerste vindplaats in ‘Het Belang van Limburg’ zit eind 1959 in een tekst over een Franse rechtszaak. Komt het van een Nederlandse vertaler? Hetzelfde gebeurt, ook eenmalig, in 1969. In de jaren zeventig komt het beeld zes keer voor; in de jaren tachtig 23 keer, in de jaren negentig 51 keer, sinds 2000 ongeveer honderd keer. Van politiek tot sport, in uiteenlopende hoeveelheden: 22 juni 1979: “Hoofdaannemers hebben kilo’s boter op het hoofd.” En de NoordNederlandse geur is nooit helemaal verdwenen.