Brons voor onze tijdritmaniak
Victor Campenaerts (26) stunt op WK tijdrit voor profs
Victor Campenaerts bezorgde ons land de allereerste medaille in een tijdrit voor profs op een WK. Chapeau voor wat Tiesj Benoot deed in de Strade Bianche, Greg Van Avermaet in de Tour en Thomas De Gendt in de Vuelta. Knap. Bijzonder knap, maar de meest opzienbarende prestatie van een Belgische profrenner in 2018 werd gisteren geleverd.
Een pijnlijke grimas, een trillend been omhoog, nog eens op de tanden bijten. Alsof hij een uur voordien nog niet genoeg had afgezien, kreeg Victor Campenaerts tijdens de persconferentie van het WKpodium ook nog eens af te rekenen met krampen. Pijnlijk. Bijna even pijnlijk om over een afstand 52,5 kilometer amper 53 honderdsten van een seconde trager te rijden dan Tom Dumoulin. Het kostte hem zilver, maar dat was slechts een voetnoot. “Dat net gemiste zilver is het laatste van mijn zorgen. Ik ben ongelofelijk content met brons. Ik mag nu een heel jaar zeggen dat ik de op twee na beste tijdrijder ter wereld ben.” Campenaerts werd eerder al twee keer Europees kampioen. Mooi, maar een EK komt qua uitstraling nog niet aan de knieën van een WK. Sinds de invoering van het tijdrijden op een wereldkampioenschap in 1994 kon ons land bij de profs in deze discipline nog nooit een medaille wegkapen. Nico Emonds in 1994, Leif Hoste in 2001 en Stijn Devolder in 2008 strandden op de zesde plaats. Tijdrijden was in onze Vlaamse wielercultuur lang een leuke maar oninteressante wielertak. Alles stond in het teken van het rondewerk en de klassiekers. Victor Campenaerts maakt daar nu komaf mee.
Selfmade man
Het is de verdienste van bondscoach Kevin De Weert om de reeds van zelfvertrouwen overlopende Campenaerts extra te stimuleren door hem wijs te maken dat het lastige traject in Innsbruck zijn meest ideale parcours was. Ook Lotto Soudal verdient een pluim om al een heel seizoen de eisen en grillen van hun nieuwkomer te ondergaan: windtunneltesten, een nieuwe fiets, een nieuwe helm, een op maat gemaakt stuur, wijzigingen in het wedstrijdschema. Er werd op geen financiële inspanning gekeken. De resultaten waren constant, maar het objectief - een zege in een WorldTourtijdrit - werd niet behaald. Het is de verdienste van zijn ploeg om steeds in hem te hebben geloofd. Toch is dit vooral een succesverhaal van een selfmade man.
Ze zijn op twee vingers te tellen, de tijdrijders die meer met hun vak bezig zijn dan hij. Hoogtestages van vier weken, het bestuderen van alle mogelijke wetenschappelijke studies... Campenaerts is een tijdritmaniak. Om zich verder te ontwikkelen verliet hij enkele jaren geleden de vlakke Antwerpse heimat voor de heuvels van Winksele nabij Leuven. Zijn appartement aan de voet van de Sigarenberg bouwde hij om tot een eigen trainingscomplex. Campenaerts is een individualist. Altijd al geweest. Hij begon als zwemmer, maar bleek met zijn 1m73 te klein om de wereldtop te halen. Een triatloncarrière dan maar. Weeral pech. Een steeds terugkerende blessure maakte lopen op topniveau onmogelijk. Bleef over: de fiets, en zo verzeilde hij op zijn negentiende in de koers. Terwijl leeftijdsgenoten Dumoulin en Dennis in 2011 al grote sier maken in de beloftenploeg van Rabobank, rijdt de zoon van muzikant Gino pas zijn eerste koersen. “Ik was toen al supercontent dat ik tijdens de kermiskoers van Schuiferskapelle pas in de laatste ronde gelost werd uit de kopgroep.” Campenaerts wordt in 2014 opgepikt door Topsport VlaanderenBaloise en ontdekt per toeval dat hij kan tijdrijden. “In de Ronde van België eindigde ik uit het niets zeventiende in de tijdrit. Een jaar later word ik vijfde op het BK, nog een jaar later win ik dat BK en in 2017 zelfs het EK.”
Tokio 2020
De grote vraag luidt nu: waar eindigt dit? Ondanks het feit dat hij de tijdrit van zijn leven reed, bedroeg de achterstand op winnaar Dennis nog meer dan een minuut. Dumoulin kende een mindere dag, maar is in normale doen ook nog een maatje te groot. Dumoulin en Dennis zijn twee onversneden klasbakken, Campenaerts probeert de kloof te dichten door hard te werken.
Omdat hij zo laat begon met koersen, is Campenaerts ook op de weg nog geen geslepen diamant. In de Vuelta bewees hij in sommige lastige ritten ook in het klimmen vooruitgang te hebben geboekt. Hij wordt steeds completer, terwijl Dennis en Dumoulin al of dicht tegen hun plafond zitten. “Kan ik hen ooit verslaan? Het zal er vanaf hangen hoe mijn progressie zal verlopen. Mijn grote doel is olympisch kampioen worden in Tokio. Dat is nog twee jaar. Dan kan er veel gebeuren, maar laat mij eerst dit moment maar koesteren.” Het geldt ook voor het wielerland België en haar meest opzienbarende wielerprestatie van dit jaar.