“Na elke wedstrijd twee trappisten”
LEON CONINX (66) is voetbalscheidsrechter én afstandsloper
Tijdens zijn legerdienst in Duitsland liep Leon Coninx (66) de drie kilometer in minder dan tien minuten. Zijn legeroversten wilden de Opglabbekenaar laten bijtekenen, maar op vraag van zijn vader werd hij postbode én voetballer. Dat laatste deed hij tot zijn 44ste. Sindsdien combineert Coninx al 22 jaar het scheidsrechtersfluitje met loopwedstrijden. Zondag loopt hij de Maasrun in Lanaken. Voor zijn plezier, maar ook voor twee trappisten na de wedstrijd.
Leon, of Leike zoals ze hem in Vucht en omstreken noemen, voetbalde met de Kabouters Opglabbeek tot in bevordering. Daarna volgden SK Wellen, Mopertingen, Boorsem Sport en Kotem VV.
Als zaalvoetballer won hij met Rebels Boorsem de landstitel en de Belgische beker. Bovendien speelde hij ook twee jaar voor de nationale ploeg. Als speler-trainer had hij jarenlang zes ploegen onder zijn hoede. “Door de stress van het trainerschap kreeg ik last van hyperventilatie, ik trok het me allemaal te veel aan. Op doktersadvies ben ik gestopt. Bij de veteranen gaan voetballen wilde ik niet. Ik was bang dat ik te veel stampen zou krijgen”, blikt Coninx terug op zijn voetbalcarrière. In 1996 werd hij voetbalscheidsrechter. “Vijf jaar heb ik in het liefhebbersverbond gefloten en nu fluit ik vooral nog vriendschappelijke en jeugdwedstrijden. Na vijftien jaar ben ik vorig jaar als scheidsrechter gestopt met de Maaslandse Veteranencompetitie. Ik heb er hele fijne tijden beleefd, maar ik knapte af op de mentaliteit. Terwijl ik zelf altijd ruim op tijd was, zag ik spelers soms pas vijf minuten voor aanvang van de wedstrijd aankomen. Na een kwartier zijn ze vaak al pompaf. En altijd dat gegrommel.”
Marathons
Tegelijk met het scheidsrechtersplunje trok hij 22 jaar geleden ook de loopschoenen aan. Bij Maaslandse Atletiekclub Dilsen stak hij veel op van wijlen Willy Verkissen. Veld- en boslopen, stratenlopen over 5, 10 en 21 km, zeven marathons…. Coninx hield het allemaal nauwgezet bij.
“Mijn snelste marathon liep ik in Echternach in 3u04. Een tijd onder de drie uur was ook mogelijk geweest, maar ik deed niet graag de lange duurtrainingen. Als een andere loper me nu vlak voor de finish voorbijgaat, laat ik hem gaan. Vroeger zou ik erachter gegaan zijn. Nu loop ik voor mijn plezier. En voor de twee trappisten na elke wedstrijd. Zoals ik altijd zeg: ik ga mijn prijs afhalen. En dan te bedenken dat ik pas op mijn 25ste mijn eerste pinten gedronken heb. Gelukkig gaat mijn vrouw Brigide ook altijd mee.”
Tirolermuziek
Vooraleer hij ’s namiddags ergens ging lopen, had Coninx er met de wielertoeristen van Vucht vaak al een lange fietstocht opzitten. Zes keer reed hij Luik-BastenakenLuik, nog twee keer per week gaat hij in Meeswijk driebanden en ook de Dodentocht in Bornem bracht hij tot een goed einde. “Die wandel ik wel nooit meer. Heb ik daar afgezien. Maar stoppen met sporten, dat kan ik niet. Vijftien jaar geleden brak ik na een val met de brommer mijn knieschijf. ‘Stoppen met lopen’, zei de dokter. Maar acht maanden later was ik weer aan het lopen. En ik ben ooit op het trouwfeest van mijn eigen zus weggegaan om te trainen. Na de training ben ik gewoon terug naar het trouwfeest gegaan. En ik hou ook van dansen en ben hevige fan van de ‘Batseklatsers’ en Tirolermuziek. Begin oktober ga ik naar het Zillertal voor de Almabtrieb (koeien die in stoet voor de winter naar het dal geleid worden, nvdr.).”
Die sfeer vindt Coninx zondag ongetwijfeld ook op de Maasrun in Lanaken terug, de leukste loop
van het jaar, zoals hun slogan luidt. “Na de wedstrijd gaan we in een café het WK wielrennen volgen. Dat deden we ook in 2005. Ik wedde toen met andere lopers dat Tom Boonen het WK zou winnen. Toen heb ik veel pintjes mogen drinken.”
Ik ben ooit op de bruiloft van mijn eigen zus weggegaan om te trainen. Na de training ben ik gewoon terug naar het trouwfeest gegaan
Leon CONINX