Vrees voor duizenden doden na tsunami in Indonesië
Al ruim 1.200 doden na aardbeving en vloedgolf op Indonesisch eiland Sulawesi
Ondanks een alarmsysteem dat waarschuwt bij aardbevingen en een vloedgolf, zijn vrijdag op het Indonesische eiland Sulawesi minstens 1.200 doden gevallen. Gevreesd wordt dat de dodentol nog zal oplopen. Intussen zwelt de kritiek aan op het agentschap dat het fameuze alarmsysteem beheert dat werd geïnstalleerd na de megatsunami in Atjeh, 13 jaar geleden.
Minstens 1.200 doden en meer dan 540 gewonden. De tol na de verwoestende aardbeving van vrijdag, gevolgd door een metershoge vloedgolf aan de westkust van het Indonesische eiland Sulawesi, blijft oplopen. De doden vielen vooral in Palu, een stad met zo’n 350.000 inwoners, maar ook langs de kusten buiten de stad. Met de districten Donggala en Sigi verderop is er nog altijd geen contact. “We hebben problemen om zwaar materieel in te zetten omdat de toegangswegen vernield zijn”, zegt Rampangilei, hoofd van het Indonesische rampenbestrijdingsagentschap. Vicepresident Jusuf Kalla vreest zelfs voor “duizenden doden.”
Blunderboek
Alles begon vrijdagnamiddag met een aardschok van 5,9 op de schaal van Richter. Al snel volgde een tweede beving, nu met een kracht van 7,4. Meteen sloeg het BMKG, het meteorologisch en geofysisch agentschap van Indonesië, groot tsunamialarm. Maar vervolgens stapelden de blunders zich op. Eerst waarschuwde het agentschap voor een vloedgolf van anderhalve tot drie meter hoog. Een grove onderschatting, want de tsunami haalde op sommige plaatsen wel zes meter. Na nieuwe metingen was er plots sprake van een “niet-significante” golf van amper zes centimeter, waarna het alarm al na 34 minuten werd afgeblazen. Een fatale flater die het agentschap verklaarde door erop te wijzen dat de dichtstbijzijnde sensor zich op 200 kilometer van Palu bevond. Iets wat volgens critici dan weer te wijten is aan het gebrekkige onderhoud van het hele systeem. “Dit is iets dat we voor de toekomst moeten evalueren”, zei een BMKG-chef aan het persbureau
Reuters. Dat de internationale regels bepalen dat een tsunamialarm ten vroegste na twee uur mag worden opgeheven, daarover zweeg de man in alle talen. Het maakt meteen de hele discussie over wanneer het alarm precies werd opgeheven – nog vóór de tsunami aan land kwam (zoals uit getuigenissen en filmpjes op sociale media blijkt) of erna (zoals het agentschap bij hoog en bij laag volhoudt) – overbodig.
Het tragische is dat het waarschuwingssysteem een herhaling moest voorkomen van de vreselijke ramp van 26 december 2004. Toen werd Atjeh, een ander Indonesisch eiland, volledig van de kaart geveegd door een 20 meter hoge vloedgolf. Die was ontstaan na een zeebeving op zo’n 160 kilometer ten westen van Sumatra. Die tsunami, die het leven kostte aan 230.000 mensen, leidde in 2008 tot de installatie van het alarmsysteem voor tsunami’s in de regio rond de Indische Oceaan.
Ring van Vuur
Indonesië, met 260 miljoen inwoners een van de dichtstbevolkte landen ter wereld, ligt op de Ring van Vuur, een geologisch zeer actieve zone waar aardbevingen vaker voorkomen. Bij verschillende aardschokken op het bij toeristen populaire eiland Lombok, een buureiland van Bali, kwamen deze zomer nog meer dan 500 mensen om het leven. Ook vulkaanuitbarstingen zijn in Indonesië geen zeldzaamheid.