Lolbroek met donker randje
Walter Capiau overleden net voor hij 81 zou worden
OOSTDUINKERKE - Walter Capiau is niet meer. Het tvicoon uit de jaren ‘80 en ‘90 overleed donderdag op 80jarige leeftijd. In stilte, ver weg van de spotlights waar hij zich ooit zo goed in voelde. Onthullingen over seksueel misbruik deden hem vluchten in de anonimiteit en zorgden ervoor dat zijn leven samen te vatten is in de woorden die hem zo beroemd maakten: hoger, lager. Amper enkele weken voor zijn 81ste verjaardag werd kanker hem fataal.
“Zie naar Jos Ghysen. Jarenlang de absolute top. Maar toen kwamen die verhalen over misbruik, overleed hij, en bleef vooral dat laatste in de herinnering hangen.” Aan het woord is Jan Van Rompaey (78). Tv-maker én de man die de tv-carrière van Walter Capiau het beslissende duwtje gaf. “Ik vrees dat het met Walter niet anders zal zijn, dat vooral dat stukje van zijn leven zal blijven hangen. Dat donkere randje dat hij nooit meer kwijt kon. En dat wist hij maar al te goed.”
De toon werd in 2012 gezet toen de verhalen over misbruik opdoken. Capiau had in de jaren zestig als scoutsleider twee minderjarige jongens misbruikt. Gaf het ook toe. “Ik had een goede relatie met die tieners”, vertelde hij toen in een krant. “Het is begonnen met een spontane, vriendelijke omgang. Maar later is het tot seksueel conma tact gekomen. Achteraf gezien waren het zaken die niet horen. Dat besef je wel als je ouder wordt. Maar op het moment zelf realiseer je je niet dat je dingen doet die eigenlijk niet door de beugel kunnen.” Er doken nog klachten op, acht in totaal. Veroordeeld werd hij niet, alles was verjaard. Maar Capiau werd uitgespuwd. De god van de Vlaamse tv was gevallen en koos voor de anonimiteit, trok drie jaar in ballingschap naar het buitenland, om in 2015 terug te keren naar zijn appartement in Oostduinkerke. Op tv kwam hij niet meer, interviews weigerde hij. Maar in opspraak of niet, Capiau schreef onmiskenbaar mee aan de Vlaamse tv-geschiedenis, die pagina’s wis je niet.
Goddelijke roeping
Op zijn achttiende verscheen hij voor het eerst in het spelprogram- Hartendrie van de openbare omroep. Piepjong, Gentenaar en al met voldoende flair om het te maken. Maar daar stond zijn hoofd niet naar. Hij had een roeping die ver weg van de spotlights lag: priester worden. Al werd hij uiteindelijk godsdienstleraar. Jarenlang gaf hij het geloof mee aan zijn leerlingen in Gent, maar toen klopte de televisie nogmaals aan in de persoon van BRT-omroepster Nora Steyaert. Zij had hem begin jaren ‘70 aan het werk gezien tijdens een CM-kamp in de Zwitserse bergen, waar hij ’s avonds op hotel de animatie verzorgde. “Enkele dagen later werd aan mij gevraagd om het jeugdprogramma Tienerklanken te presenteren op televisie”, vertelde Capiau later.
Zijn talent ontging ook de radiobazen van de BRT niet, die hem een vast contract onder de neus schoven. In Capriolen legde hij Vlaanderen in de luren met telefoongrappen. Het was daar dat Van Rompaey hem leerde kennen. “Ik zat nu en dan eens in de studio tijdens de opnames. Zijn talent raakte me. Hij mat zich in een seconde een typetje aan. Het was een ongelooflijke grapjas. Ik nam hem mee naar mijn tv-programma Magesien, waar we satirische filmpjes maakten. En het marcheerde. Daarna is hij eigenlijk nooit van het scherm verdwenen, met programma’s als Binnen en Buiten en Hoger Lager.” Met dat laatste programma had hij een kijkcijferkanon. De duim op en neer en de zaal brulde “hoger, lager” mee. Vlaanderen lag aan zijn voeten. “Het was een nieuwe wind”, zegt Van Rompaey. “Niemand die op die manier over het scherm bewoog. Hij was
geboren voor het medium tv.”
Privé ging het minder
Al draaide het minder achter de schermen. Zijn huwelijk met Martine Clauwaert - met wie hij twee kinderen had - liep op de klippen. Een excuus-huwelijk. Velen bij de BRT wisten dat hij op mannen viel, ook op jonge mannen. “We zagen hoe zijn ogen blonken als hij jongens tussen 15 en 17 zag”, zei Margriet Hermans vrijdag. “We merkten nu en dan wel iets, maar zagen nooit dubieuze dingen.” Pianist Miguel Wiels vertelde onlangs nog hoe Capiau hem eind jaren ‘80 ontdekte en een “onprofessionele belangstelling voor hem had.” Al benadrukte Wiels dat “er niets gebeurde” en hij toen wel degelijk achttien was.
Toch duurde het zeer lang voor Capiau uit de kast kwam en durfde toe te geven dat hij een vriend had, de 30 jaar jongere Bart, met wie hij al sinds halfweg de jaren ‘90 samen was. Pas in 2003 vertelde hij het, ingepakt in een politiek interview dat hij als N-VA-kandidaat aan De Standaard gaf. “Nu is het eenvoudiger om erover te praten”, klonk het. “In die tijd zou je carrière afgelopen zijn. Het was een andere wereld.’’
Kinderacademie
In 1989 verhuisde hij naar VTM, samen met wijlen Guido Depraetere die hem bij de BRT het programma Hoger Lager had toegeschoven, en maakte er van Rad van Fortuin een al even grote knaller. Jan met de pet draaide er aan het rad en gooide er soms ook danig met de pet naar, met hilarische gokken als ‘Jill Clinton’, ‘pimpelmuis (pompelmoes), ‘staf en os’ (stof en as), ‘Woestijnvis’ of ‘Asibille O’ (Isabelle A). Legendarische televisie.
Daarna volgden nog Walters Verjaardagsshow en tot 1994 De Kinderacademie waar Capiau kindsterretjes tot twaalf jaar over de vloer kreeg. “Walter kuste in dat programma de kindjes altijd op de mond”, zegt toenmalig programmadirecteur Mike Verdrengh (72). “Dat stuitte me tegen de borst. En we hoorden ook de verhalen die de ronde deden. Nooit klachten of dossiers, maar we wilden problemen voorkomen en dus voerden we de show af. Walter bleef wel aan boord. Want iets verkeerds was er nooit gebeurd.” Capiau maakte daarna nog het moppenprogramma HT&D, om eind jaren ‘90 op tv te stoppen. In 2012 plande hij een comeback in de theaterzalen, maar nog voor het doek kon openzwaaien, viel het dicht door de onthullingen. Vorige zomer kwam het nieuws dat hij aan kanker leed. Donderdag overleed hij. “Hij was een meester in wat hij deed”, zegt Verdrengh. “Laat ons zijn carrière nooit vergeten. Dat zou jammer zijn. Maar het rugzakje dat hij droeg, met minder mooie dingen, kunnen we ook niet vergeten.”