Generaal
De Oostenrijkse kunstenaar Wilhelm Thöny schildert de schim van een verdwenen vaderland. Een afrekening in nostalgie.
Kakanië
Wilhelm Thöny (geboren in 1888 in Graz, overleden in 1949 in New York, kort nadat een groot deel van zijn levenswerk bij een depotbrand in de vlammen opgaat) hoort niet bij de bekende namen. Het is misschien de eerste keer dat een werk van zijn hand bij ons tentoongesteld wordt. Een schetsmatig schilderij. Toch roepen de twee gestalten een hele wereld op: het Kakanië dat Thöny’s tijdgenoot Robert Musil beschrijft in zijn meesterwerk ‘De man zonder eigenschappen’. Het keizerlijke en koninklijke Oostenrijk-Hongarije, met zijn verstard vormelijk vertoon - dat vooral in Wenen broedplaats voor vernieuwing wordt.
Radetzky
Het Oostenrijk van de Radetzkymars en de uniformen. Die schildert de jonge Thöny als overlevingsstrategie. In de Eerste Wereldoorlog weet zijn vader hem een post te bezorgen als militair kunstenaar bij het Dreier Schützen-Regiment in zijn geboortestad. Hij schildert officieren en slagvelden. Werkt mee aan een serie portretten van ‘vijanden van het Duitse Rijk en zijn bondgenoten’ waarvoor hij krijgsgevangenenkampen bezoekt. De ‘Regimentsmaler’ produceert propaganda. Reproducties van zijn werk worden als briefkaarten verkocht ten voordele van oorlogsweduwen en -wezen.
Gezicht
Na de oorlog noemt hij de oorlogstijd “diese idiotische Untergangsjahre”. De nederlaag maakt alles anders. De dubbelmonarchie waarin Thöny - van Hongaarse afkomst - geboren is, valt uit elkaar. Hij vertrekt, eerst naar Frankrijk, later naar New York (zijn vrouw is een Joodse Amerikaanse; Oostenrijk is dan Heim ins Reich.) Maar het oude vaderland laat hem niet los. De generaal roept de iconische trekken op van de bejaarde Habsburgse keizer Franz-Josef. Het kale hoofd, de bakkebaarden, het uniform met de gouden epauletten, de decoraties. De vorstelijke houding vooral, vuist in de zij. Hij rijst gebiedend op boven het personage op de voorgrond - de gezichtsloze ‘diplomaat’ in het zwart. Maar tegelijk verdwijnt hij uit het zicht, vervagen zijn contouren: man zonder eigenschappen.