ANTHONY ANTWOORDT Vraag van VEERLE DELEPLANQUE uit Kortrijk

“Als je morgen wakker kon worden met één nieuwe kwaliteit, welke zou je dan kiezen?”

“Beste Veerle, als dat kon, zou ik willen wisselen met Tom Boonen en wielrenner willen worden. Ik ben te laat begonnen met fietsen, zo rond mijn 21ste. Daarvoor kende ik die sport niet, maar nu is het zelfs een grotere passie dan autosport. Ik kijk op tv meer naar wielrennen dan naar F1.”

“Ik zie veel gelijkenissen tussen wielrennen en autosport. Gewicht en aerodynamica zijn heel belangrijk. Juist schakelen ook, en de besprekingen van de strategie zijn gelijkaardig. Achter beide sporten gaat een belangrijk technisch aspect schuil. Ik zit momenteel met Tom in Maranello voor een bezoek aan de F1-afdeling van Ferrari. We zijn uitgenodigd door SKF, een merk dat lagers maakt voor alle F1teams, maar ook een partner is van de Franse wielerfederatie en keramische lagers ontwikkelt voor fietsen.”

“Als ik kon terugkomen, zou ik dus wielrenner willen zijn. Ook al omdat er meer mee te verdienen valt. In de F1 heb je maar twintig piloten, maar in de ProTour zijn er 20 ploegen die elk 30 renners in dienst hebben. Die verdienen niet allemaal toplonen, maar toch… In de autosport is er een kleine bovenlaag die goed verdient, en veel anderen moeten zelfs betalen.” “Liefst van al zou ik een klimmer zijn. Ik ben heel licht in verhouding tot mijn lengte: 63kg voor 1m80. Voor de autosport ben ik groot, maar met die ergonomie zou ik in de koers geschikt zijn voor het klimwerk. Bergop rijden is dan ook wat ik het liefste doe als ik met kameraden meega.”