Voorzitters
GENT -
Het zijn voorzitters, maar tijdens het debat georganiseerd door professor Carl Devos aan de UGent moesten ze staan en niet zitten. Dat lijkt een nieuwe trend te zijn: ook tijdens het zogenaamde ‘Grootste Debat’ van VTM – een titel voortgesproten uit het kwalijke opbod om toch maar vooral Eerst, Ultiem of Grootst te willen zijn – stonden de kopstukken recht. Achter een minuscuul wit zuiltje, waardoor het leek alsof de deelnemers om ter snelst op een knop moesten drukken.
In Gent, voor een publiek van studenten (tenminste, dat afkalvende deel van de studentenpopulatie dat helaas nog in politiek en beleid geïnteresseerd is), zei de manier waarop ze stonden ongewild meer over wie ze zijn dan ze wellicht zelf beseften. Het moet zowat de meest besproken foto van de week zijn. Dan kan dit er ook nog wel bij. Voorzitters die staan, waar staan ze voor? Gwendolyn Rutten op witte sneakers. Modern, zelfs een beetje hip en voorzien van een wat twijfelende broek. Ben ik lang of ben ik kort? Nu, ik ken niets van broeken, dus laat het ons bij de lichaamstaal houden. Die is demonstratief, altijd goed tijdens een speech. Met haar handen lijkt de Open Vld-voorzitster te willen zeggen dat alles in orde komt, mits enig kordaat massagewerk. Het zou een metafoor kunnen zijn, al weet ik nog niet goed waarvan. Maar ze lacht wel guitig, en dat doet vermoeden dat alles nog niet verloren is. Naast haar John Crombez, in jeans en met een net niet te casual jasje over een dasloos wit hemd – het uniform van links-met-eentikkeltje-meer. Crombez staat stevig op het podium, maar wel vanuit een defensieve insteek. Hier zien we iemand die iets te verdedigen heeft (het socialisme met name), en die beseft dat zijn pleidooi zelfs voor studenten niet langer tot vanzelfsprekend succes leidt.
Naast hem staat Groen-voorzitster Meyrem Almaci: op hakken, ongetwijfeld om net die zes à acht centimeter verschil te kunnen maken. Het lijkt haar partij geen windeieren te leggen, de peilingen zien er gunstig uit. Zowat een procent per centimeter. Volgende week treffen we haar aan op pumps van duizelingwekkende hoogte. De manier waarop ze door heur haar krabt, lijkt aan te geven dat ze de jongste prognoses zelf nog niet kan geloven. “Ik, in mijn jeansjasje met losse mouwen.” En dan, alsof het niet meer dan logisch is: Bart De Wever in het midden. Ik vermoed dat hij die plek vrijwel automatisch annexeert, een beetje zoals Merkel of Trump zich ook altijd precies in het midden van eender welk groepsportret bevinden. Vanaf een vooraf onafgesproken hoeveelheid macht schuift een beleidsmens als vanzelf naar het epicentrum der gebeurtenissen. De Wever aan de zijkant; het zou zelfs vreemd lijken, uit balans. Wat wel opvalt is dat BDW, die duidelijk aan het woord is, een houding aanneemt die met een beetje fantasie recht naar Madame Tussaud leidt. Hier staat geen mens, maar een wassen beeld. Het is weinigen gegeven. En hoe strakker iemands kapsel naar achteren geplamuurd wordt, hoe strenger in de leer. Toegegeven, het is een niet-onderbouwde theorie, maar iemand moet er zich maar eens over buigen. CD&V-topman Wouter Beke draagt een al evenzeer weifelende pantalon als Rutten, dus wie weet is er sprake van een modetrend die mij ontgaan is. Hij heeft zijn hemdsmouwen opgerold, en daar is over nagedacht. De partijslogan ‘De Weg Vooruit’ indachtig staat hier een voorzitter die de zaken ernstig in zich opneemt, om vervolgens de gepaste maatregelen te treffen. Het kan nog alle kanten uit, zo lijkt zijn body language te willen zeggen. Je bent een brede volkspartij of je bent het niet. Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken ten slotte (geheel rechts, wat had u gedacht) steekt de handen in de lucht vanuit de gedachte “Wij hebben het altijd gezegd, en nu moeten jullie niet meer afkomen”. Het zal geen toeval zijn dat het sluwe spel van beleidsmensen ‘het politieke toneel’ wordt genoemd. Aan deze geweldige enscenering te zien, zou het ook de finale van een deurenklucht kunnen zijn. Iets met een lach en een traan, en morgen gewoon weer verder.