“Ik lees elke dag uur in de Bijbel”
Asamoah put kracht uit zijn geloof
Ik lees elke dag een uur in de Bijbel. Ik voel dan een enorme verbondenheid met God
Samuel ASAMOAH
Samuel Asamoah was vorig weekend in het Astridpark man van de match. Een reden waarom het de Ghanees zo voor de wind ging tegen Anderlecht, zal je van hem niet te horen krijgen. Daarvoor is Asamoah veel te verlegen, veel te bescheiden. Als je dan toch aandringt, volgt er een cliché als antwoord. “Het was dankzij het team”, aldus de 24-jarige middenvelder, die we voor dit interview uitnodigden in de kerk van Sint-Truiden, op de Grote Markt. Als je met hem spreekt, gaat het immers de helft van de tijd over zijn liefde en dankbaarheid voor God. “Ik ga elke zondag naar de kerk. Als ons programma het toelaat, ga ik ook op woensdag”, klinkt het bij de voorbeeldige christen. “Meestal rijd ik dan naar Brussel.”
Vanwaar je diepgelovigheid, Samuel?
“Voor een stuk zat het in mijn opvoeding. Mijn ouders zijn allebei heel gelovig en ik ben van nature altijd een volgzame christen geweest. Omdat ik geloof dat alleen God je kan helpen. Ik geloof ook rotsvast in het leven na de dood. Dit leven krijgt zeker nog een vervolg.”
Je leest naar verluidt ook vaak in de Bijbel?
“Elke dag. ’s Morgens een half uur, ’s avonds een half uur. Ik ben dus elke dag een uur samen met God. Ik voel dan een enorme verbondenheid.”
Is er een specifieke tekst die je diep raakt?
“(knikt en wijst naar ons meegebrachte exemplaar) Johannes, hoofdstuk 3, vers 16.”
Ik zoek het voor je op.
“(schatert) Als ik zie hoelang je naar Johannes moet zoeken, weet ik al dat je niet veel in de Bijbel leest. Zonde!”
Ik citeer: ‘Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal
hebben.’
“God houdt zoveel van de mensen dat Hij zijn zoon heeft opgeofferd voor de mensheid. Dat getuigt van grote liefde van zijn kant. Het voelt als mijn plicht om elke dag respectvol te zijn naar Hem. Ik heb ook maar één levensdoel: na dit leven in de hemel terechtkomen. Dat kan alleen als je in God gelooft. Anders wordt het de hel. Die wens ik niemand toe.”
Is je vrouw Ama ook diepgelovig?
“Toch wel. Ze leest veel in de Bijbel, net als ik. Soms gaat ze mee naar de kerk in Brussel. Al ga ik meestal met een vriend.”
Een vriend uit het voetbal?
“Vroeger ging ik vaak met Kurt Abrahams. Maar sinds zijn vertrek naar Westerlo is het er niet meer van gekomen. Ik spreek soms wel af met andere voetballers in de kerk. Eric Ocansey van Eupen, of Nana Asare van AA Gent. Zij puren net als ik kracht uit hun geloof.”
Spreek je daar veel over in de kleedkamer?
“Toch wel. Ik denk dat jongens als Acolatse en Thallyson anders zijn geworden sinds ze mij kennen. Er zijn natuurlijk ook spelers die er amper mee bezig zijn. Maar toch waarderen ze mijn gedachten en beseffen ze in hun binnenste dat er zeker iets is daarboven. Dat er iemand is die over ons waakt.”
Slinger je nooit verwijten naar God? Wanneer er iemand ziek wordt, na een tegenslag, een nederlaag?
“Mensen kijken naar God als het over slechte zaken uit het leven gaat, niet als het over goede dingen gaat. Dat is de fout die veel gemaakt wordt. Ik weet dat alles wat gebeurt om een welbepaalde reden is. Nee, ik verwijt God nooit iets. Ik wil namelijk in de hemel terechtkomen, weet je?”
In Anderlecht heeft Hij je flink bijgestaan. De mannen van Hein Vanhaezebrouck wisten het even niet meer met jou. Waarom ging het zo goed?
“(lacht en denkt na) We gingen naar daar met een duidelijk plan. En iedereen toonde zoveel overgave dat we wel moésten beloond worden. Zelfs met tien man. We hebben geknokt tot het bittere einde.”
Na je prestatie in Anderlecht durven we stellen dat je in de ploeg blijft staan. Maar tot nog toe is het altijd een spelletje van komen en gaan geweest bij jou. In de ploeg, er weer uit, er weer in…
“Maar mijn sterkte is dat ik nooit bij de pakken blijf zitten. Ik ben altijd gefocust voor het moment dat de coach me nodig heeft. Door mijn geloof sta ik mentaal sterk. Al vind ik dat ik het voorbije jaar ook tactisch sterker ben geworden.”
Hoezo?
“Ik probeer meer mijn ogen te gebruiken. Wat zijn de sterke punten van mijn tegenstander? Op welke zwaktes kan ik hem pakken? Ik denk dat Anderlecht problemen had met mijn wendbaarheid. Meestal kan ik die vooral uitbuiten op kunstgras.”
Wie was voor jou de sterkste tegenstander dit seizoen?
“Pozuelo. Zonder twijfel. Hij is met beide voeten zo snel en sterk. Je moet heel geconcentreerd zijn tegen hem en erg goed anticiperen. Niet dat het voor mij in Genk zo een moeilijke avond was, want als team hebben we Pozuelo heel goed opgevangen. Dat is het mooie aan voetbal: één speler betekent op zich niets. Want als ploeg kan je daar veel meer tegenover zetten.”
Jij sprak na Anderlecht meteen weer over play-off 1. Denk je echt dat STVV het kan halen?
“Zeker. Zowel defensief als offensief hebben we veel kracht. Er zit meer organisatie in de ploeg dan een jaar geleden. Er is een betere chemie tussen de ploeg en de staf. Alles is doordacht. Er zijn ook een pak tactische opties in de kern, die onze coach heel goed weet te benutten.”
Jullie moeten dan wel zonder excuses de scalp van Moeskroen pakken. Zij zijn rode lantaarn.
“We zullen die match winnen, maar denken dat het wel vanzelf zal lopen, zou de grootste fout zijn. Ik verwacht een heel offensief Moeskroen.”
Meen je dat? Je zou eerder het tegenovergestelde verwachten, dat ze alles dichtgooien.
“Maar ook daar hebben we over nagedacht. We zijn voorbereid op alles. Onze coach zet ons tactisch heel scherp. En God zal ons bijstaan.”
Ik ga wekelijks naar de kerk, meestal in Brussel. Soms spreek ik dan af met andere voetballers. Zoals met Ocansey van Eupen of Asare van Gent
Samuel ASAMOAH