De hand van Clement en Brys in de successen van KRC Genk en STVV
1 STEVIGE FYSIEKE BASIS
Clement: “Ik werd in december vorig jaar coach bij Genk, dan is het niet evident om voor zo’n basis te zorgen. We hebben daarom op stage veel op volume getraind. Ik ga uit van mijn ervaringen als speler en als (assistent-)trainer. Proefondervindelijk, maar met een wetenschappelijke basis: fysiektrainer Ruben Peeters geeft aan hoeveel kilometers en high intensity runs spelers moeten afleggen. Op basis daarvan steek ik mijn trainingen in mekaar.”
“Je kan niet pieken in het voetbal, je moet een heel seizoen top zijn. Hoe zwaar de play-offs ook doorwegen, elk punt kan het verschil maken. Wij bekijken spelers individueel, werken vaak in verschillende groepen. Daarom zie je wisselspelers na een avondmatch nog een extra training afwerken. Zo moet uiteindelijk iedereen tegen de grens van de maximale belasting aanzitten en soms erover gaan. Wie dreigt in het rood te gaan, wordt er ook uitgehaald. Dat doen we aan de hand van wat we zien, maar ook door te meten: niet alleen medische testen, Ruben Peeters en high performance specialist Bram Swinnen zorgen geregeld voor inspannings- en krachttesten, die een beeld geven van de fysieke toestand van een speler.”
2 DOORDACHT PEOPLE MANAGEMENT
Clement: “Als coach moet je in de eerste plaats eerlijk en correct zijn, zowel ten opzichte van je kapitein als van de speler die vijf minuten invalt. Is het goed, dan moet je dat zeggen. Is het slecht, eveneens. Dat is voor mij de basis. Speel je spelletjes, dan val je vroeg of laat door de mand.” “People management is een opdracht voor de volledige staf, je kan als coach niet voortdurend 26 spelers de aandacht geven die ze verdienen. Ik ben niet meer dan de katalysator. Natuurlijk zijn er altijd jongens die ontgoocheld zijn. Maar dat moeten ze kunnen omzetten in energie: wie minder speelt, moet bewijzen dat hij zijn kans verdient. Dat is het moeilijkste aan mijn taak: ik kan maar elf basisspelers en zeven bankzitters selecteren, terwijl meer jongens speelkansen verdienen. Het betekent ook dat de afwezigheid van bepaalde spelers enorm goed wordt opgevangen. Wij verloren met Trossard een Rode Duivel en Paintsil, zijn vervanger, bewees dat hij een kans verdiende. Net zoals Heynen op Cercle erg sterk Malinovskyi verving, toen die het gevaar op een rode kaart liep. Dat elke invaller zich zo makkelijk in het geheel inpast, stemt me enorm tevreden. Het zegt ook erg veel over de mentale kracht van deze groep.”
3 HERKENBAAR CONCEPT
Clement: “Je moet altijd een vaste basis hebben, waarop iedereen kan terugplooien. Dan heb ik het niet zozeer over een formatie. Wel over een aantal vaste principes, die in de kleedkamer zijn uitgehangen en iedereen ter harte moet nemen. Het zijn er intussen 23, maar er zullen er zeker bijkomen. Dat is een organisch proces, ook als coach krijg je steeds meer inzichten. Het belangrijkste is dat alle elf spelers hetzelfde denken. Dat ze situaties herkennen en meteen weten wat ze moeten doen. Dat is iets dat ik meegekregen heb van Trond Sollied en Michel Preud’homme.”
“Je traint die principes, zowel in balbezit als na balverlies, voortdurend. En past ze dan voor een wedstrijd toe op de volgende tegenstrever. Samen met mijn assistenten Jos Daerden, Johan Van Rumst en video-analist Peter Persoons analyseren we de manier van spelen van de tegenstrever tot in detail. Die analyses moeten top zijn, anders verlies je je geloofwaardigheid bij je groep.”
4 TOTAALVOETBAL
Clement: “Iedereen is aanvaller en iedereen is verdediger. Dat ligt in het verlengde van de vaste principes. Hoe makkelijker spelers de situaties herkennen, hoe vlotter ze allemaal tegelijk de omschakeling kunnen maken van aanval naar verdediging en omgekeerd. Ik kom niet uit een voetbal- maar uit een basketnest. Daarin wordt dat nog meer geautomatiseerd. Ik probeer dat over te brengen naar het voetbal, al is dat veel moeilijker. In eerste instantie moet je niet vijf, maar elf spelers samen doen bewegen. Dat moet gebeuren op een veel grotere ruimte en met de voeten in plaats van met de handen. Waardoor de foutenmarge veel groter is.”
“Daarom is zowel bij de spelers als bij de staf de voldoening zo groot als zulke automatismen rechtstreeks tot een doelpunt leiden. Zoals dat bijvoorbeeld enkele keren in Gent gebeurde.”
5 NUCHTERE BLIK
Clement: “(Glimlacht) Mensen denken vaak dat ik een Limburger ben in plaats van een Antwerpenaar. Ik ben er enorm voor op mijn hoede dat niemand naast zijn schoenen loopt. Ik heb al veel te veel spelers gezien die begonnen te zweven en daardoor onder de verwachtingen bleven. Het is veel moeilijker om aan de top te blijven dan om er te geraken. Ik verwacht elke dag van iedereen een optimale focus en bezieling, daar zal ik streng over blijven waken. Op dat vlak heb ik overigens niet te klagen. Deze groep gaat op een bijzondere nuchtere manier om met de goede resultaten.”
Ik kan maar elf basisspelers en zeven bankzitters selecteren, terwijl meer jongens speelkansen verdienen. Dat is momenteel het moeilijkste aan mijn taak
Philippe CLEMENT