“Denk maar niet dat ik dit aan Vincent te danken heb”
Pierre Kompany is eerste zwarte burgemeester van België
GANSHOREN - België heeft zijn eerste zwarte burgemeester: Pierre Kompany (71), vader van Rode Duivel Vincent. “Maar denk nu niet dat ik de burgemeesterssjerp aan Vincent heb te danken. Wij houden voetbal en politiek altijd ver uit elkaar”, beklemtoont de nieuwe burgemeester van de Brusselse gemeente Ganshoren.
71 jaar, is hij al. “Maar ik sport nog elke dag”, zegt Pierre Kompany op het terras van Le Gran Duc, een taverne op een van de drukste, lawaaierigste kruispunten van de Brusselse gemeente Ganshoren, in de schaduw van de basiliek van Koekelberg. Heel het gesprek lang zal hij wuiven, handjes schudden en omhelzingen incasseren van voorbijgangers die hem feliciteren met zijn klinkende verkiezingsoverwinning, waardoor hij de allereerste zwarte burgemeester van het land is. En dat heeft hij niet enkel te danken aan de kiezers van Congolese origine. “Ik ben verkozen om wat ik doe én gedaan heb voor Ganshoren. Het maakt al die mensen die nu naar me zwaaien niks uit dat ik de vader van Rode Duivel Vincent Kompany ben, of dat ik van Congo kom.”
Inspireren
Toch geeft hij grif toe dat hij trots is op het resultaat dat hij als Congolese politieke vluchteling heeft neergezet. “Hopelijk kan mijn verhaal jonge gasten inspireren om hun best te doen. Wat mij lukte, kan hen ook lukken. Dat verhaal vertel ik ook als ik op een van mijn vele wandelingen hier door de straten werkloze jongeren tegenkom. Ik ben in 1975 in België toegekomen als politiek vluchteling. Toen had ik niks. En straks sta ik aan het hoofd van een gemeente met 25.000 inwoners. Niks is onmogelijk, maar je moet willen. Zoals ik ook nog elke dag wil sporten.”
Waarna Pierre Kompany, die voor CDH ook in het Brussels parlement zetelt, benadrukt dat hij lang voor zijn wereldberoemde zoon tegen een bal kon trappen al door de politieke microbe werd gebeten. “Ik kwam als jonge kerel in Congo in het verzet tegen dictator Mobutu. Op een gegeven moment ben ik moeten vluchten, toen ik te weten kwam dat de entourage van Mobutu achter mijn veren zat.”
“In België ben ik dan door een stom toeval op wijlen socialist Karel Van Miert gebotst, die me in contact bracht met Philippe Moureaux (PS). En voor ik het goed besefte, was ik in België alweer met politiek bezig. Het is iets dat ik niet kan laten blijkbaar: ik ben graag onder de mensen, ik trek me hun problemen aan, ik zoek mee naar oplossingen.”
Uitdagingen
En oplossingen heeft hij nu massaal nodig, want Ganshoren staat voor een resem uitdagingen. “De vroegere bestuurders zijn met de oorspronkelijke bevolking van Ganshoren mee verouderd, waardoor er lange tijd te weinig dynamiek van het gemeentebestuur uitging”, aldus Kompany. En dat wreekt zich nu veel jonge gezinnen Ganshoren hebben ontdekt. “Er zijn hier te weinig ontspanningsmogelijkheden voor kinderen bijvoorbeeld.” Ook de jeugdwerkloosheid baart hem zorgen. “Ik hoop met grote werkgevers ateliers te kunnen organiseren, zodat die jongeren beter voorbereid zijn op een job. In het buitenland heb ik gezien dat zoiets werkt.” En dan zijn er nog de samenlevingsproblemen, en de kleine groep Brusselse jongeren die radicaliseren. “Dat laatste los je als klein gemeentebestuur niet in je eentje op. Dat is werk voor specialisten. Op samenlevingsproblemen willen we wel grip krijgen, door de verschillende generaties met elkaar in contact te brengen. Zodat ouderen niet in elk groepje tieners een bende gevaarlijke hangjongeren zien.”
New York Times
En, ja, zegt hij met pretoogjes, “Vincent is heel trots op zijn pa, net als zijn jongere broer en ook mijn dochter. Ze weten alle drie dat politiek mijn leven is.” En hij is toch ook gecharmeerd door het Vincent Kompany-effect op zijn benoeming tot burgemeester. “De Congolese vader van een beroemde voetballer die in het beruchte Brussel de eerste zwarte burgemeester wordt: ik heb vandaag de Amerikaanse New York Times en de Britse BBC aan de lijn gehad. (lacht) Zonder Vincent zou me dat niet gelukt zijn, dat geef ik heel graag toe.”