Gesloten deuren ‘S
tängt’ luidde de boodschap op de deur van de hoofdingang. Daaronder stond de Engelse vertaling ‘closed’; en de mededeling dat de deuren pas op 2 mei opnieuw zouden opengaan.
Zo lang konden we niet wachten, zelfs niet voor het Bergman Center op Fårö, een museum gewijd aan leven & werk van de Zweedse regisseur Ingmar Bergman.
* * *
Op de veerboot van Gotland naar Fårö zagen we hoe een jong, verliefd stel een selfie probeerde te maken. Ze waren me dankbaar toen ik voorstelde het kiekje voor hen te nemen. Daarna hielpen zij ons.
We zouden elkaar die dag driemaal tegenkomen. De gelukzalige glimlach van het koppeltje, telkens opnieuw een levende wegwijzer naar groot geluk.
* * *
Vorig jaar was ik eerder gekomen, midden september. Het Bergman Center en de restaurants op Fårö waren nog open. Nu werden we overal met het woordje ‘stängt’ geconfronteerd. Einde toeristisch seizoen.
Enkel in bistro ‘Kutens Bensin’ konden we nog iets eten. We kwamen er het koppeltje opnieuw tegen. De Franse eigenares maakte ‘galettes bretonnes’ voor ons klaar grote knapperige pannenkoeken met veel beleg.
* * *
Ook het Viking Museum van Fårö, met lokale archeologische vondsten, was gesloten.
Als het de bedoeling was geweest om aan mijn vrouw al het moois te tonen dat ik hier vorig jaar had gezien, dan was ons reisje een mislukking geweest. Maar zo hebben wij het op geen enkel ogenblik ervaren. Er is zoveel te zien op het eiland – grafmonumenten uit de bronstijd, middeleeuwse kerkjes en kostbare landschappen – dat voor elke bezienswaardigheid die we gemist hadden er nieuwe in de plaats kwamen.
* * *
Van m’n vorige bezoek waren me vooral de ‘raukar-rotsen’ bijgebleven, de meer dan tien meter hoge natuurlijk gevormde, kalkstenen zuilen in een grijs maanlandschap aan het strand.
Vandaag bleek de toegangsweg naar de raukar voor het verkeer versperd, enkel te voet mochten we verder. Een informatiebord waarschuwde dat de afstand drie kilometer bedroeg - zes kilometer heen en terug. Andere bezoekers maakten rechtsomkeer.
We overlegden even en kozen voor de wandeltocht. Na enkele minuten had ik mezelf al van de teleurstelling over de grotere afstand bevrijd. Even later kwamen we het verliefde stel weer tegen. Zij keerden net terug van de rotsen en moedigden ons aan: “Het komt allemaal goed!”
Een jaar geleden zag ik bussen met toeristen op dezelfde weg af- en aanrijden, de parking aan de raukar-rotsen stond vol. Het kostte me toen veel moeite om een kiekje van de rotsen te nemen zonder dat andere bezoekers in beeld liepen. Dankzij de wegversperring was het unieke natuurschoon enkele uren lang helemaal van ons.
* * *
In het havenstadje Ljugarn konden we nergens iets eten, zelfs de bakkerszaak was dicht. Hier geen Bretoense pannenkoekenkok die ons uit de nood kon helpen. In heel Ljugarn hebben we maar drie mensen gezien, een vrouw op een fiets, een oude man met zijn hond, en de bediende in de supermarkt die gelukkig open was. Daar vulden we een winkelmand met kaas, knäckebröd, enkele appels, een reep chocolade, een Zweedse roddelkrant en een doosje Californische rozijnen – mijn vrouw die Californische is vond het leuk dat er op het vertrouwde rode doosje enkel Zweedse tekst stond.
We reden met onze picknick naar het strand. De zon scheen eerst nog uitbundig, maar omdat de lucht plots betrok keerden we naar de auto terug. We bewonderden de dramatische hemel voor onze ogen. In een struik vlakbij was een wolkje kleurige vogels neergestreken, puttertjes.
Terwijl we zonder veel te zeggen het spektakel rondom tot ons namen, voerden we elkaar stukken knäckebröd met kaas.
Vanuit de rechterhoek verscheen plots een dikke rookwolk, even later hoorden we de brandweer. Voor ons zwommen wilde zwanen op het Baltische zeewater. Door een opening in de hemel flitste een zonnestraal als een arm Gods naar de aarde. Daarna openbaarde zich een regenboog.
We hielden handjes zoals het verliefde, jonge stel, dankbaar dat vandaag elk restaurant in de havenstad gesloten was.
Even later brak de zon helemaal door.
Good luck en tot ziens.