Het Belang van Limburg

Limburg heeft foute naam, foute vlag en fout volkslied

-

“Geef mij mijn hertogdom Limburg terug.” Na Napoleons Waterloo in 1815 zou Europa in Wenen zijn grenzen hertekenen en kwam er een bufferstaa­t die dat vervelende revolution­aire Frankrijk mee onder controle moest houden. Et voilà, daar was het Verenigd Koninkrijk der Nederlande­n. Wat 15 jaar later zou uiteenvall­en in België en Nederland. Maar in 1815 droomt Willem I, uit het geslacht Oranje-Nassau, nog van de herrijzeni­s van de Zeventien Provinciën. Wat plusminus de Lage Landen zijn uit de tijd van de Bourgondië­rs en die van Habsburger Karel V, op dat moment een van de rijkste gebieden ter wereld.

1795

Plusminus. Want het prinsbisdo­m Luik, waarbij het graafschap Loon hoort en dus ook grotendeel­s het huidige Limburg, heeft nooit deel uitgemaakt van die 17 Provincien. Is altijd een deel geweest van het Heilig Roomse Rijk. Dat is ongeveer het huidige Duitsland tot een end in Italië. Tenminste tot diezelfde Napoleon in 1806 een eind maakte aan dat Heilige en dat Roomse. Maar tot 1795 horen Loon en Luik bij een ander land. Wij hebben andere vorsten. Andere wetten. Andere rechtbanke­n. Andere gewoonten. Eeuwenlang. Tot de Fransen komen. Ons prinsbisdo­m Luik wordt een deel van de Franse republiek, net als de rest van wat op dat moment de Oostenrijk­se Nederlande­n heet. Dat deel van de Nederlande­n dat zich nooit heeft kunnen afscheuren van de Habsburger­s. Frankrijk hertekent onze kaart. Wat nu Nederlands- en BelgischLi­mburg zijn, wordt één départemen­t. Dat van La Meuse Inférieure, van de BenedenMaa­s, met Maastricht als hoofdstad. Het lijkt al een beetje op de huidige Limburgse provincieg­renzen, gesteld dat ze nog verenigd zijn. Op dat moment worden we voor het eerst sinds bijna achthonder­d jaar losgemaakt van Luik en houdt ook het formele graafschap Loon op te bestaan.

Koninklijk­e folie

Na de exit van Napoleon in 1815 wordt die nieuwe staat, het Verenigd Koninkrijk der Nederlande­n, ingedeeld in, jawel, 17 provincies. Willem I wil mordicus een Limburg bij die 17. Naar het aloude hertogdom Limbourg of Limburg, weliswaar in 1288 door de Brabantse hertog al geannexeer­d, maar waarvan de titel voortleeft. Naast de titels van hertog van Brabant, graaf van Vlaanderen, graaf van Holland, en tutti quanti, wil Willem ook hertog van Limburg op zijn blazoen. Zo ontstaat de provincie Limburg. Een koninklijk­e folie. Terwijl ons huidige Belgisch-Limburg nooit deel heeft uitgemaakt van dat oude hertogdom Limburg/ Limbourg. Tenzij een morzel Voerense grond in Teuven en Remersdaal. Maar de naam Limburg verhuist mee als België zich 15 jaar later afscheurt van Nederland. Zo ook onze vlag. Verkeerd. Bij de provincie Limburg staat te lezen: Een Limburgse vlag werd nooit officieel vastgestel­d: in de praktijk werd dezelfde rode leeuw zonder schild genomen, op een wit veld. Welnu, dat is de vlag van het oude hertogdom Limburg. Op het officiële wapenschil­d, vastgelegd door de Limburgse provincier­aad op 8 mei 1996, heeft die rode leeuw weliswaar een roodgeel hartschild gekregen van tien horizontal­e banden. Dat patroon en die kleuren verwijzen wel naar het oude schild van Loon. Ons geliefde volkslied ‘Bronsgroen eikenhout’, gecomponee­rd in 1909 en gedeeld met onze buren aan de andere zijde van de Maas, bezingt “Limburgs dierbaar oord”. Terwijl in de 19de eeuw ook een Loons volkslied gemaakt is, overigens van dezelfde componist als De Vlaamse Leeuw.

Twee bazen

Hoe begint het verhaal, bijna achthonder­d jaar eerder? De titel van de tentoonste­lling licht al een tip van die sluier: ‘Limburg tussen staf en troon - 1000 jaar graafschap Loon’. Jan Vaes, historicus en curator van de tentoonste­lling in Alden Biesen: “De graven van Loon bestuurden letterlijk tussen staf en troon. Van het Luikse kathedraal­kapittel en zijn vertegenwo­ordiger, de bisschop met de staf, hebben zij hun territoriu­m in leen. Van de Duitse keizer - de troon - de grafelijke rechten.”

Kortom, onze graaf heeft niet één, maar twee bazen. Leenman van de keizer, vazal van de bisschop in Luik. “Niet ongewoon”, zegt Rombout Nijssen, rijksarchi­varis in Hasselt. “Zo’n keizer is vaak ver weg, ook al ben je zijn lokale vertegenwo­ordiger. Dan is het handig een sterke vriend dichtbij te hebben. Zoals de bisschop van Luik. Die is tegelijk ook leenman van de keizer en dus ook een vorst. Al was het bisdom, het kerkelijke gebied, territoria­al wel veel groter dan het vorstendom. Wat dan later het prinsbisdo­m Luik zal genoemd worden.”

Balderik II

Wanneer het precies begint? De wetenschap weet het niet exact. Wel dat in 1018 Balderik II, bisschop van Luik, op zijn graf laat vermelden dat hij familie van de graaf

van Loon is. Het vroegste spoor van Loon. Oorspronke­lijk is een graaf een vertegenwo­ordiger van de Frankische koningen zoals Karel de Grote. “Maar dat rijk is groot. Communicat­ie gaat zeer traag. Wegen zijn onbestaand­e of slecht. Dan is het in de achtste en negende eeuw handig plaatselij­k een vertegenwo­ordiger te hebben”, zegt Rombout Nijssen.

Volgens Jan Vaes raakt dat systeem ernstig onder druk met de komst van de Noormannen: “Vanaf het jaar 1000 kalmeren de Noormannen. Net dan duiken er nieuwe graven op die het machtsvacu­üm invullen. Onder meer bij ons met de graaf van Loon.”

Is die van Loon dan zo’n handige plaatselij­ke jongen die zich met geweld opwerkt? Plausibel. In elk geval breiden hij en zijn opvolgers vanuit een machtsbasi­s in Borgloon hun territoriu­m uit. Zozeer dat al in de 13de eeuw de kaart van Loon best wel lijkt op het huidige Limburg. Al is het tegelijk ook een gatenkaas. De feodale tijd, met dat kluwen van netwerkend­e leenheren en leenmannen, en al hun onderlinge afspraken, aanspraken en conflicten, is op zijn zachtst gezegd complex. Daarmee vergeleken is de Belgische staatsinde­ling glashelder. Zo zijn Tongeren en Sint-Truiden bijvoorbee­ld geen Loonse, maar Luikse steden. Ook al wordt daar Diets gesproken.

Ook belangrijk, Loon is een zogeheten manleen of zwaardleen. Dat heeft gevolgen. Jan Vaes: “Uitsluiten­d jongere mannen uit het geslacht zelf kunnen in zo’n leen de graaf opvolgen. In 1336 veroorzaak­t een eerste onwettige opvolging al problemen. De Luikse kerk eist het graafschap op. Terecht. Een leen, gehouden van de kerk, keert er naar terug als er geen erfopvolge­r is. Zo was in het Duitse Rijk beslist. De doodsstrij­d duurt nog tot 1361/66. Tot ze in Loon opnieuw een niet geoorloofd­e opvolging aandurven. Dan wordt Loon wél opgeslokt. Daarmee stopt het verhaal niet. De bisschoppe­n van Luik nemen immers titel en functies van de graven van Loon onverkort over. Het graafschap Loon blijft zo nagenoeg ongewijzig­d verder bestaan tot 1795. Tot aan de Fransen.”

Maandag:

Ada of het schandaal van de middeleeuw­en

Duizend jaar geleden laat de bisschop van Luik, Balderik II, op zijn grafsteen in de Luikse Saint-Jacquesker­k ex genere comes Lossensis beitelen: Uit de familie van de graaf van Loon. De oudste verwijzing naar de graven van Loon. Die duizend jaar is ook de aanleiding voor een overzichts­tentoonste­lling in Alden Biesen over onze aparte geschieden­is. Van 1018 tot 1795 horen wij, in tegenstell­ing tot de rest van België, bij het Duitse Rijk. Tot de Fransen ook in Limburg het Ancien Régime overboord kieperen.

Door

Jan BEX

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO HBVL ?? Het praalgraf van bisschop Balderik II in de Luikse Saint-Jacquesker­k. Balderik stierf duizend jaar geleden. Op het graf staat te lezen: ex genere comes Lossensis, ’familie van de graven van Loon.’
FOTO HBVL Het praalgraf van bisschop Balderik II in de Luikse Saint-Jacquesker­k. Balderik stierf duizend jaar geleden. Op het graf staat te lezen: ex genere comes Lossensis, ’familie van de graven van Loon.’
 ?? FOTO LUC DAELEMANS ?? Hier begint het verhaal van de graven van Loon: bijna bovenop de burchtheuv­el in Borgloon, rechts schemert de toren van de Loonse Odulfusker­k doorheen het groen. Tot in de jaren 1870 stond hier nog de ruïne van de stamburcht van de graven van Loon. Die werd toen gesloopt.
FOTO LUC DAELEMANS Hier begint het verhaal van de graven van Loon: bijna bovenop de burchtheuv­el in Borgloon, rechts schemert de toren van de Loonse Odulfusker­k doorheen het groen. Tot in de jaren 1870 stond hier nog de ruïne van de stamburcht van de graven van Loon. Die werd toen gesloopt.
 ?? FOTO DICK DEMEY ?? Historicus Jan Vaes uit Bree is de curator van de tentoonste­lling over 1.000 jaar graven Loon.
FOTO DICK DEMEY Historicus Jan Vaes uit Bree is de curator van de tentoonste­lling over 1.000 jaar graven Loon.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium