Jan Van Eyck: “Als ich can”
Jan Van Eyck (ca. 1390-1441) is de grote vernieuwer van de schilderkunst in de vijftiende eeuw. Hij zet de definitieve stap naar op exacte waarnemingen gebaseerd realisme en heeft daarmee invloed op de vroege Italiaanse renaissance. Van Eyck is tijdens zijn leven al beroemd. Zijn ster is nooit getaand.
Jan Van Eyck, hier te zien in een vermoedelijk zelfportret, is samen met zijn in mist omhulde oudere broer Hubert alleen al onsterfelijk door het Gentse retabel ‘Lam Gods’ uit 1432. Andere beroemde werken maakt hij als hofschilder voor de Bourgondische hertog Filips de Goede. Vanuit dat perspectief heeft men lang ongeloof gehecht dat icoon Van Eyck uit het ‘nietige Loon’ kwam. Uit Maaseik meer bepaald. Er zijn nochtans argumenten. Verschillende 16de-eeuwse biografen linken hem aan Maaseik. Maer hy was van nativiteyt uut dat ruydt Kempenlant van een verworpen stedekin gheleghen by de Rivier van der Mase... dit stedekin is ghenoemt naer die zelve Riviere Maseyck waarnaer hy ende zijn broeder toeghenoemt waren van Eyck. Op de lijsten van sommige van zijn schilderijen bracht hij zijn lijfspreuk aan: “Als ich can”. Dat is onmiskenbaar Maaslands. Voor historicus Jan Vaes is het doorslaggevende bewijs een bewaarde archieftekst in Rijsel dat toen bij Bourgondië hoorde. Acht jaar na Van Eycks dood doet hertog Filips de Goede een schenking aan Livina, dochter van Jan van Eyck, om het haar mogelijk te maken in te treden in het klooster van... Maaseik.