Twee crossen en verplaatsing van 700 kilometer in 24 uur
“Waanzin.” Zo noemen de veldrijders dit crossweekend. Zaterdag is er de Superprestige in Boom en 24 uur en 700 kilometer later wordt in het Zwitserse Bern de derde manche van de Wereldbeker betwist. “Niet ideaal, maar we maken er het beste van tijdens die trip in de camper”, zegt Gianni Vermeersch.
Tussen de twee crossen door moeten de renners en hun entourage dit weekend nóg een race aangaan: eentje tegen de tijd. Het wordt zondag in Bern niet simpel om enigszins uitgerust en in topvorm aan de start te staan. “Twee crossen in één weekend, dat zijn we gewoon. Het is vooral die lange verplaatsing die het lastig maakt”, zegt Gianni Vermeersch. De 25-jarige renner van Steylaerts-777 maakt zaterdag samen met vader Stefaan en mecanicien Stefaan Stouf de verplaatsing met de camper. “Na de cross in Boom proberen we zo snel mogelijk te vertrekken. Maar voordat alles is opgeruimd en ik wat opgefrist ben, zal het na 17.30 uur zijn. Bedoeling is om zes uur te rijden en in de buurt van Colmar of in het beste geval Mulhouse een hotel te vinden. Dan is het ’s morgens nog zo’n twee uurtjes rijden naar Bern. Hopelijk is er geen file.” Zelf de trip met het vliegtuig maken en de entourage laten rijden met de camper, zoals Toon Aerts en Mathieu van der Poel het doen, is geen optie voor Vermeersch. “Ik zou apart kunnen rijden met de auto, dat gaat ook sneller. Maar dan heb je minder ruimte dan in een camper. Daar kan ik toch wat relaxen op het bed en proberen te recupereren. Ik kan natuurlijk een masseur meenemen, zoals Mathieu van der Poel wel zal doen, maar ik heb niet die financiële middelen. Ach, ik probeer op een andere manier te recupereren, met compressiekousen en zo.”
Last van jetlag
Eén van de twee crossen schrappen, zoals Wout van Aert, is geen optie voor Vermeersch. “De Superprestige is voor mij het hoofdklassement, aangezien ik de DVV Trofee laat vallen. En ik miste ook de eerste twee Wereldbekers in Amerika. Dus als ik een goed klassement wil rijden, moet het in de Superprestige. De crossen in de States heb ik wel niet geschrapt uit financiële overwegingen. Ik merkte de voorbije jaren dat ik achteraf heel veel hinder had van de jetlag. Vandaar die keuze dit jaar en ik merk het verschil. Vorig weekend waren er renners die er last van hadden en ik ben echt in vorm.” Maar waarom worden er twee klassementscrossen die zo ver van elkaar liggen georganiseerd in één weekend? “Ja, het zou beter zijn dat er in een Wereldbekerweekend maar één cross is”, zegt Vermeersch. “Dat zou de Wereldbeker meer uitstraling geven. Maar het gebeurt zelden dat het zo zwaar is, hé. Je hebt nog het weekend van Tabor en Hamme (17-18 november, nvdr.), maar voor de rest valt het mee.”
“Ach, we moeten niet klagen”, besluit Vermeersch. “Ik juich ook toe dat er een Wereldbeker is in Zwitserland. Dat is een meerwaarde. Trouwens, doordat ik Amerika skipte heb ik nu ook al een paar crossen in het buitenland gereden, in Tsjechië en Slovakije. Om UCI-punten te sprokkelen. En ik moet zeggen, dat waren leuke wedstrijden, met veel publiek.”