“Mijn vader én pleegvader zijn geveld door stoflong”
Foto’s op lakens waarop mijnwerkers laatste adem uitbliezen
Foto’s van Limburgse steenkoolmijnen afgedrukt op beddenlakens waarop stikkende mijnwerkers ooit hun laatste adem hebben uitgeblazen. Qua symboliek kan het werk van kunstenaar Jonny Vekemans tellen. 25 jaar lang heeft hij gewerkt aan de expo, die voor het eerst te zien is in het Mijndepot van Waterschei, met als blikvanger een beeld van zijn vader en ernaast de röntgenfoto van zijn stoflongen.
Jonny beleefde een bewogen jeugd waarin hij meermaals geconfronteerd werd met het wurgende effect van steen- en koolstof. “Ik was een buitenechtelijk kind”, doet Jonny zijn verhaal. “We woonden nog in Heppen toen mijn moeder stierf. Ik was vijf jaar toen ze mij en mijn twee zussen hebben ondergebracht in een pleeggezin. Dat was in een boerderij in Termien. Mijn pleegvader was mijnwerker in Eisden, waar hij in totaal veertig jaar zou werken. Douches zoals we ze nu kennen, bestonden nog niet. Dus werd mijn pleegvader altijd in bad gewassen met water dat was verwarmd op de stoof. Ik was onder de indruk van de blauwe striemen op zijn rug. Het leken wel zweepslagen. Pas later besefte ik dat die het gevolg waren van het werken in erg kleine pijlers. Hij waarschuwde me voor de mijn. ‘Wie Jonny VEKEMANS
Kunstenaar zijn vader en moeder vermoord heeft, is nog te goed voor in de mijn’, zei hij altijd. De put was voor mij diabolisch. Dat gevoel werd gesterkt toen ik ’s nachts wakker werd en mijn pleegvader achter het bed op de grond zag liggen stuiptrekkend, snakkend naar lucht. Vreselijk.” Maar ook Vekemans’ biologische vader onderging hetzelfde lot. “Ik was al vollebak met fotografie bezig toen hij stierf. Al die gebeurtenissen in mijn leven hebben ervoor gezorgd dat de steenkoolmijnen mij nooit meer hebben losgelaten. Meer dan 25 jaar geleden ben ik foto’s beginnen maken van de afbraak van de mijnen en van het proces van de reconversie. Bijna altijd met een blikken doos als camera obscura en met grote negatieven”, vertelt hij.
Sint-Barbara
“Enkele jaren geleden vertelde een vriendin die verpleegkundige is in ziekenhuis Sint-Barbara in Lanaken - de plaats waar heel veel mijnwerkers stikkend hun laatste adem uitbliezen - dat ze de lakens waarop die mijnwerkers hadden gelegen gingen weggooien. Daarop kreeg ik meteen het idee om er iets mee te doen. Ik heb die lakens in kleine lapjes gesneden en chemisch bewerkt met lichtgevoelige producten. Het zwartwit-negatief ging onder een glasplaat op het doek en werd dan een tijd lang belicht door de zon. De UV-stralen deden de rest. Door de specifieke producten kreeg elke foto een sterke blauwe schijn, wat het beeld nog meer tot zijn recht doet komen. Heel dit proces en ook het resultaat heeft een sterke symbolische waarde. De lakens zijn doordrongen van dromen en nachtmerries die de mijnwerkers erop hadden. Daarom zal ik de werken nooit tegen een wand hangen. Wel los in de lucht zodat de dromen erin zich vrij kunnen bewegen met de luchtstroom mee. De symboliek krijgt een nog grotere waarde doordat de eerste expo met die werken in een voormalig mijngebouw - Thor Central - te zien zijn.
De lakens zijn doordrongen van dromen en nachtmerries die de mijnwerkers erop hadden
→