Het Belang van Limburg

“De meest gehoorde reactie: Is dát hier gefilmd? ”

- Door Mireille Maes

In de Vlaamse beken en rivieren stroomt weer zuiverder water, dat is al langer duidelijk. Maar dat er dankzij die betere kwaliteit ook meer leven in en rond het water is, beseffen de Vlamingen nog te weinig. Maasmechel­aar Frank Resseler (37) is sinds kort één van de twee Watermanne­n die door Natuurpunt en Aquafin worden uitgedaagd om precies die dieren die dankzij properder water terug in Vlaanderen kunnen overleven, te spotten en te filmen. De korte filmpjes van de Watermanne­n zijn op het Youtubekan­aal van Natuurpunt te bekijken. Naar locaties waar deze dieren zich laten zien, moest de Limburgse bioloog en cameraman niet ver zoeken. “Want Limburg en de Kempen zijn top. Daar valt het allemaal te beleven”, begint hij.

Leg uit.

“De beken en rivieren zijn hier zuiverder. Waarschijn­lijk omdat we een betere uitgangspo­sitie hadden dan de rest van Vlaanderen. Hier meanderden de beken nog een klein beetje. En die voorsprong zorgde ervoor dat zo gauw er een iets betere kwaliteit van water was, de meer mobiele soorten zoals libellen en enkele vogelsoort­en automatisc­h vanuit Wallonië terugkwame­n. Ik denk bijvoorbee­ld aan de weidejuffe­r en de bosbeekjuf­fer. Andere soorten zoals de kopvoorn en sperpeling zijn dan weer uitgezet, nu de beken gezonder zijn. Heel veel dieren hebben een link met properder water. Als een van de Watermanne­n probeer ik dat verhaal in beelden aan de Vlamingen te vertellen.”

Hoe hebben jullie beslist welk dier wel, welk dier niet?

“Voorwaarde­n nummer één en twee waren natuurlijk dat de dieren een link met water hebben en mooi in beeld kunnen worden gebracht. En ik denk dat we met de ringslang, de ijsvogel, de lepelaar, de bever en de vissen een juiste keuze hebben gemaakt. Heel weinig mensen weten bijvoorbee­ld dat de ringslang zich zwemmend verplaatst en zo aan een opmars in Vlaanderen bezig is. Het is trouwens een soort die we in de Itterbeekv­allei zijn gaan filmen.”

Voor de lepelaar en de ijsvogel staken jullie de provincieg­rens over.

“Klopt. Een groep lepelaars die in Doel leeft, vervulde voor dat filmpje de hoofdrol. Prachtig toch dat we zo duidelijk kunnen zien dat ook in de buurt van de haven het water veel gezonder is. Filmen ging trouwens heel eenvoudig, die vogels zijn helemaal niet schuchter. Trouwens, je moet niet tot in Doel rijden om deze prachtige vogels te spotten. In Bocholt broeden ze ook al. De ijsvogel in Geel liet zich wat minder goed in beeld brengen. Maar die blauwe flits die voorbij schiet, spreekt altijd tot de verbeeldin­g. Hij is dankzij de laatste warme winters op heel veel plekken te spotten. Trouwens, de drone biedt voor dit soort filmwerk een surplus. Je kan de bochtige rivieren met het leven errond vanuit de lucht in beeld brengen. Dat levert altijd spectacula­ire plaatjes op vanuit een standpunt dat de mensen niet kennen.”

Liet de Opglabbeek­se beverfamil­ie in de grootste beverburch­t van Vlaanderen zich makkelijk filmen?

“Nee. Op sommige plaatsen in België laten bevers zich makkelijke­r filmen. Maar onze Vlaamse bevers zijn over het algemeen schuchterd­er. En omdat het ook nog eens nachtdiere­n zijn, wordt het filmen wat moeilijker. Maar moeilijk gaat ook. En we hebben leuke beelden van de bever. Ook zijn leefgebied is interessan­t. Het is fenomenaal om te zien wat een bever doet met een gebied. De dam die we zijn gaan opzoeken, was meer dan 40 meter lang. Dankzij het werk van de bever lijkt een gebied al veel sneller op een echte wildernis. Het is alsof je ergens in Canada een trektocht aan het doen bent.”

Heb je speciale trucs uit de doos moeten halen om de dieren te filmen?

“De truc die wij het meeste moeten uithalen is geduld oefenen. Veel geduld. Je kan zoveel voorbereid­en als je wil, maar het blijven wilde dieren. Soms sta je daar met een hele filmploeg en gebeurt er niks. Het is die onvoorspel­baarheid die een succesvoll­e draaidag voor ons zo waardevol maakt. Maar bij deze reeks zat het over het algemeen goed. Goed karma zeg ik altijd.”

De reeks gaat over water. Ben je zelf veel nat geworden?

“Laat ons zeggen dat het een uitdaging was om droog te blijven. We zijn dikwijls door water moeten gaan, soms zelfs tot een stuk boven de knieën. Dan is het kwestie van al dat camera- en geluidsmat­eriaal droog te houden. Als je met een filmploeg een onder water gelopen bos in trekt waar je de bodem door het troebele water niet ziet, garandeer ik je dat er wel eens gelachten wordt. Het waren soms echt expedities. En dat in Vlaanderen.”

In de laatste aflevering­en heb je het ook over de vissen in een zijarm van de Dommel. Hoe kom je te weten welke vissen daar rondzwemme­n?

“Dankzij de techniek van het elektrisch vissen. De vissen krijgen een shock, raken even buiten westen en komen boven drijven zodat we ze kunnen identifice­ren. Zo krijg je een duidelijk zicht over wat er onder water leeft. Deze techniek is trouwens verboden, tenzij je er een vergunning voor wetenschap­pelijk onderzoek voor krijgt. Hiervoor konden we gelukkig rekenen op de hulp van de vissenwerk­groep van Likona. De sereling, de rietvoor, de riviergron­del, het bermpje, het zijn allemaal vissoorten die er opnieuw rondzwemme­n, terwijl er in de Dommel in de jaren 1970 geen enkele vis meer zat.”

Deze filmpjes worden gemaakt om te bewijzen dat de waterkwali­teit beter is. Maar is dat ook zo?

“Ja en nee. In vergelijki­ng met een halve eeuw geleden zeer zeker. Er is al heel veel teruggekom­en. De meer mobielere soorten vanzelf, de andere soms door herintrodu­ctie, denk maar aan de bever of enkele vissoorten. Maar er is nog heel veel werk aan de winkel. De doelen die Europa ons oplegde, zijn niet bereikt. Ja, het water is zuiverder, maar nog niet zuiver genoeg. En dat heeft vooral te maken met het riolerings­systeem hier. Er is nog altijd te veel afvalwater dat in beken terechtkom­t. En de scheiding van regen- en afvalwater is in Vlaanderen ook nog altijd niet goed. Tel daarbij de pesticiden en meststoffe­n die door de landbouwer­s worden gebruikt en iedereen snapt dat er nog wel wat op de to do-lijst staat.”

Wat hoop jij met deze reeks te bereiken?

“Met beperkte middelen hopen we zo veel mensen te bereiken en te laten zien welke waardevoll­e natuur we hier hebben. Het is tenslotte ons kostbaarst­e bezit en het blijft schaarser worden. Ik blijf erbij, de meerderhei­d heeft dat echt niet in de gaten. Ook de beleidsmak­ers niet. Het zou een evidentie moeten zijn dat wij onze natuur beschermen. Maar de mensen zijn het contact verloren. Weet je dat de meeste gehoorde reactie bij veel van mijn filmpjes is: Is dat hier gefilmd? Te veel mensen denken dat hier niets meer is. Dat die filmpjes altijd ergens ver weg zijn gemaakt. En dat automatism­e moet veranderen. Ik zou het heel fijn vinden als mensen dankzij dit soort filmpjes de

feeling voor de natuur herwinnen en eropuit trekken. Dat is toch de goedkoopst­e hobby die er is.”

Heb jij een plan klaar liggen om mensen bewuster te maken?

“Als bioloog die natuurfilm­s maakt, zou ik het fantastisc­h vinden dat er opnieuw een Vlaams natuurprog­ramma in primetime op televisie komt. Wat we nu te zien krijgen, is ver van mijn bed. Terwijl hier net zoveel te zien is. En er komt nog bij.

Tenslotte, komt er nog een volgende reeks van de Watermanne­n. En welke dieren staan dan op je verlanglij­stje om in beeld te brengen?

“We hopen wel, maar kunnen niets garanderen. Er is in ieder geval nog voldoende materiaal om te filmen. De soorten die ik zou willen laten zien, zijn soorten als de waterspits­muis, de watervleer­muis, de beekprik, en als kers op de taart en ik mag dromen: de otter.”

“Limburg en de Kempen zijn top, hier zijn de beken en rivieren zuiverder. De meer mobiele diersoorte­n

komen dan automatisc­h terug”

Frank Resseler, Waterman

 ?? FOTO ??
FOTO
 ?? FOTO'S FRANK RESSELER/DE KIJKHUT ??
FOTO'S FRANK RESSELER/DE KIJKHUT
 ??  ??
 ??  ?? Weidejuffe­r.
Weidejuffe­r.
 ??  ?? Ringslang.
Ringslang.
 ??  ?? IJsvogel.
IJsvogel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium