De drie honden en het rakettenspel
Elke week zoekt taalliefhebber Marcel Grauls naar de herkomst van een woord uit de actualiteit.
Nederlanders schrikken altijd als ze Vlaamse beeldspraak horen of lezen. ‘Die minister heeft nog andere katten te geselen’ zeggen wij. Wat doen ministers daar in het zuiden? Dieren mishandelen? Maandag in het hoofdartikel van deze krant, over kernraketten: ‘China is de derde hond in het kegelspel.’ Kegelen ze daar met honden? Oospronkelijk had je twee uitdrukkingen: ‘Als twee honden vechten om een been loopt een derde er mee heen’ (een derde profiteert van de ruzie tussen twee ande- ren) en ‘Hij is de hond in het kegelspel’ (hij is ongewenst, komt ongelegen).
Jan Leyers en Bart Peeters hebben naar aanleiding van een nieuwe productie in 1991 die tweede uitdrukking in ‘Het Belang van Limburg’ scherp toegelicht: “Veel mensen vinden zich belangrijk, knap en rijk. Wij zijn de hond in het kegelspel, les enfants terribles, de jongens die tegen de flikken hun benen pissen.” Stoorzenders, ordeverstoorders.
Al zeker veertig jaar geleden zijn de twee uitdrukkingen vermengd geraakt - taal leeft nu eenmaal. Zowel de hond met het been als de hond die een spel doorkruist is ongewenst, zo moet de verwarring zijn ontstaan.
In ‘China als derde hond in het kegelspel’ is zowel het unieke been als de ongewenstheid op de achtergrond geraakt. De nadruk ligt op het spel zelf, het rakettenspel. Dus kunnen er ook makkelijk vier (Europa) of vijf honden zijn. Dat bleek al eind 1994 bij de overname van Lilac in Zonhoven toen Groep Konings als ‘de vierde hond’ in het kegelspel opdook. De hond-kegelspelversie komt net zoals het geselen van katten uit Parijs, waar in de zestiende eeuw al met de koning ruzie werd gemaakt over de kwestie of ‘un jeu de quilles’ (kegelspel) een gokspel (belastbaar!) of een vaardigheidsspel was. Van 1859 dateert het citaat: “Niets is makkelijker uit te leggen dan de politiek: ’t is een kegelspel.”