“Allochtone jongeren weten vandaag dat ze op -1 starten”
Een van de Genkse initiatieven om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te herintegreren, is vzw De Sluis. Ali Outferdine is er volop bezig met hout te zagen en het maken van boxsprings. Het doet hem zichtbaar deugd, na een erg somber verleden. “Na een ongeval was ik jarenlang werkloos”, zegt de 49-jarige man met twee volwassen kinderen. “Ik zocht wel werk, maar dat was heel moeilijk. Via het OCMW ben ik hier drie jaar geleden terechtgekomen als schrijnwerker en vrijwilliger, en ik voel me helemaal thuis. Vroeger hoorde ik elke vrijdag in mijn omgeving dat het ‘eindelijk weekend’ was. Maar voor mij was het elke dag weekend, ik vond dat verschrikkelijk. Thuis zitten is niets voor mij, ik werd er ongelukkig van.”
De Sluis wordt door de stad ondersteund met financiële middelen. Doel is niet alleen om het mentale welbevinden van werklozen te verbeteren, maar ook om hen dichter bij de reguliere arbeidsmarkt te brengen. “Twintig procent van onze medewerkers stroomt door naar een andere werkplek”, zegt coördinator Kim Cuypers. “Dat is zeer goed. De mensen die hier terechtkomen, geraken moeilijk aan werk door fysieke problemen, door kansarmoede of door hun migratieachtergrond. We hebben hier dus een zeer divers publiek.” In de leerwerkplaats staat onder andere een schrijnwerkerij en een naaiatelier. Externe opdrachtgevers bestellen kussens, dekens, maar ook zetels en boxspringbedden. “In de schrijnwerkerij hebben we mensen die competenties willen ontwikkelen, maar die nog niet helemaal klaar zijn om in de houtindustrie te werken”, zegt Cuypers.
Ford Genk
Dat de werking van vzw De Sluis nodig is in Genk bewijzen de cijfers. De werkzaamheidsgraad - het aantal van de werkende Genkenaren in de
Kim CUYPERS Coördinator vzw De Sluis
Uit de meest recente cijfers blijkt ook dat de werkloosheid sneller daalt in de bevolkingsgroep met een origine buiten de Europese Unie (lees: vooral Turken en Marokkanen) dan bij diegenen die een herkomst hebben binnen de EU. In die eerste categorie daalde de werkloosheid op jaarbasis met 10,4 procent, tegenover een daling van 6,5 procent in de laatste. In 2006 was het aandeel van de etnisch Maghrebijnen en Turken in de werkloosheid nog 36,3 procent, nu is dat al gezakt tot 27,6 procent, wat quasi een weerspiegeling is van de Genkse bevolking
Ook Cetin Ikiz, coördinator bij jeugdwelzijnswerk GIGOS, ziet hoe er stilaan een kentering komt bij Turkse en Marokkaanse jongeren. “Ik zeg niet dat het hen niets meer doet als ze het gevoel krijgen dat ze gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt, maar ze weten nu wel dat de kansen komen. Omdat allochtone “Na de sluiting van Ford is er in Genk veel gebeurd”, zegt Piet Pauwels, decaan Economie aan de UHasselt. “De politieke wil om bestaande bedrijven te ondersteunen en snel zaken in gang te zetten, is op een positieve manier verbazingwekkend. Dat maakt dat tal van jongeren beseffen dat ze op -1 zullen starten, is er een zekere wilskracht. Misschien lukt het niet bij bedrijf X of Y, maar dan proberen ze wel bij bedrijf Z. Ze weten dus heel goed dat ze het niet gemakkelijk zullen hebben op de arbeidsmarkt, maar daar komen ze net krachtiger uit.”
Die kentering wijt Ikiz vooral aan een betere informering. “De stad heeft de voorbije jaren tal van initiatieven ondernomen, bijvoorbeeld via jobcoaches en straathoekwerkers. Ook wij proberen met GIGOS ons steentje daartoe bij te dragen. We weten naar waar we die jongeren moeten door- verwijzen. En ik moet zeggen, de cv’s die ik hier onder ogen krijg, zijn zo- wel qua lay-out als op het vlak van taal van een erg hoge kwaliteit.”
Twintig procent van onze medewerkers stroomt door naar een andere werkplek
Proletariaat
Wat niet uit de cijfers af te leiden is, is welke jobs die migranten hier uitvoeren. Maar te vrezen is dat velen van hen de jobs uitvoeren die niemand wil doen. Genk blijft immers de gemeente met de laagste lonen in Limburg, met een mediaan van 16.722 euro netto per jaar. “Vroeger was de arbeidersklasse een mix van allerlei nationaliteiten, maar tegenwoordig is dat niet meer zo”, zegt Fernando Marzo, voorzitter van migrantenbeweging ACLI. “Het proletariaat bestaat voor 80 procent uit migranten, waaronder veel nieuwe. De Vlaamse arbeidersklasse heeft zich verbeterd, maar die plaats onderaan is overgenomen door migranten. Dat fenomeen zie je overal, tot in New York. Daar moet iets aan gedaan worden. Net zoals aan de discriminatie, die er toch nog steeds is. Ook in Genk. Dat er lokaal heel sterk ingezet wordt op werkwinkels en werkstations is goed. Maar de discipline om werk te aanvaarden moet anders, én de werkgevers moeten een andere politiek hanteren. Achmed en Mohammed mogen niet geweigerd worden omdat ze niet Jan of Jef heten. Dat is niet meer aanvaardbaar.”
Kentering
bedrijven, ook in de automobielsector, hun tweede adem gevonden hebben.”
Maar er is nog veel ruimte voor verbetering, aldus Pauwels. “De werkzaamheidsgraad moet tot twintig procent hoger. Er zijn bovendien te veel laagopgeleiden en te weinig hoogopgeleiden onder de werklozen. Daardoor is er een structurele kansarmoede. Daar is geen mirakeloplossing voor, zelfs niet als er plots drie of vier bedrijven bijkomen. Het is eerder een traag sociaal proces.”