Cortjens beste junior in Gavere, Kielich op zucht van winst in Niel
JEUGD
Ryan Cortjens (junioren) en Timo Kielich (beloften) staken een week na het ontgoochelende EK in Rosmalen trots hun hoofd in de lucht. Zaterdag beukte Kielich zich op de Jaarmarktcross in Niel naar de tweede plaats. Zondag zette Ryan Cortjens de loodzware Superprestige in Gavere naar zijn hand. Hij klopte Europees kampioen Pim Ronhaar… en kwelduivel Pech.
Ryan Cortjens trok dubbel gemotiveerd naar Gavere. Ten eerste omdat hij wou afrekenen met de teleurstelling in Rosmalen. Ten tweede omdat er eindelijk een loodzwaar modderparcours lag te wachten. “Eindelijk een echte cross en eindelijk ook eens een beetje meeval”, begint Cortjens. “Hoewel ik al in de eerste ronde lek reed, voelde ik na de wissel dat ik redelijk gemakkelijk kon meerijden in de kop van de wedstrijd. Ik nam de tijd om de tegenstand te observeren en plaatste dan in de voorlaatste ronde mijn demarrage. Het gat was meteen gemaakt, hoewel een nukkig versnellingsapparaat bijna letterlijk stokken in de wielen stak. Ik kon mijn derailleur nog net op tijd in de juiste positie krijgen, want anders zat ik nu opnieuw in zak en as. Ik zei meteen tegen mijn vader dat ik de Europese kampioen had geklopt en dat is toch een referentie. Ach ja, het EK is vergeten. Volgende week hoop ik de Wereldbeker in Tabor te mogen rijden en anders gaan we knallen in Hamme.”
Kielich op 10 cm
Timo Kielich reed een erg energieke beloftenwedstrijd in Niel. Hij was voortdurend in de voorste gelederen te vinden en moest uiteindelijk met nauwelijks tien centimeter de winst aan de Brit Turner laten. Timo Kielich: “Zonde van die tien centimeter. Ik hoopte nog op een overwinning maar Turner stak meteen de handen in de lucht en dan weet je het wel. Ik was nochtans enorm op dreef. Ik moest af en toe wat gaatjes dichten maar dat lukte. Zelf nam ik ook het initiatief, maar Turner afschudden lukte niet. Hij reed slim. Op de technische stukjes was ik duidelijk beter dan hem, maar het lukte hem vaak om me dan in de weg te komen rijden en voor mij post te vatten. Zijn positionering was dus beter en dat maakte mee het verschil. Ik twijfelde in ieder geval niet aan mijn conditie, ook niet na het ontgoochelende EK.”