Transplantatiecoördinator Walter Van Donink (UZA)
“We zijn voorzichtig met donor die geen familie of goede vriend is”
ANTWERPEN - “We zijn heel voorzichtig met donoren die geen familie of goede vrienden zijn van de persoon die op zoek is naar een nieuw orgaan”, zegt Walter Van Donink, transplantatiecoördinator van UZ Antwerpen. “Het risico bestaat dat mensen hun orgaan tegen betaling afstaan, waardoor er sprake is van orgaanhandel. Dat is absoluut verboden.”
Volgens dr. Van Donink gebeurt het zelden dat iemand via sociale media op zoek gaat naar een orgaan. “Logisch, want wie wil nu een orgaan afstaan aan een persoon die je niet of zeer oppervlakkig kent? Vandaar dat transplantatiecentra uiterst voorzichtig zijn met donoren die geen familie of goede vrienden zijn. We moeten immers 100 procent zeker zijn dat die persoon zijn orgaan volledig belangeloos wil afstaan en dit niet doet in ruil voor geld of een andere beloning. Dan is er immers sprake van orgaanhandel en dat is absoluut verboden in België”, zegt Van Donink. “Als een orgaandonor zich meldt, gebeurt er altijd een screening van donor en ontvanger door twee onafhankelijke artsen. Als blijkt dat het verhaal van donor en ontvanger niet bij beide artsen hetzelfde is, kan het zijn dat de donor zijn orgaan niet louter uit menslievendheid afstaat. In dat geval gaat de transplantatie niet door.”
548 transplantaties
De kans is dus groot dat Salvatore Fiata via de wachtlijst van Eurotransplant (acht Europese landen zijn hierbij aangesloten, nvdr.) aan een nieuwe nier zal moeten geraken. “Op dit moment is de gemiddelde wachttijd bij Eurotransplant 2,5 à 3 jaar, in België 1,5 à 2 jaar”, zegt Van Donink. Intussentijd zal Salvatore een nierdialyse moeten ondergaan. “Zo’n dialyse is zwaar voor de patiënt en belastend voor zijn lichaam. Maar in principe kan iemand wel verschillende jaren – tot wel tien jaar – in leven blijven met een dialyse.”
In België werden er vorig jaar 548 nieren getransplanteerd. “485 nieren waren afkomstig van een overleden donor, 63 nieren kwamen van een levende donor”, zegt Van Donink. “In Nederland en Duitsland ligt het aantal levende donoren een stuk hoger dan in België, al hebben we hier procentueel dan weer veel meer overleden donoren.”