Meer onderwijs op maat mogelijk in katholieke scholen
Modernisering secundair begint vorm te krijgen
BRUSSEL - De modernisering van het secundair onderwijs begint vorm te krijgen. Katholiek Onderwijs Vlaanderen is klaar met zijn leerplannen voor de eerste graad. Onderwijs zal meer op maat kunnen. “Dit wordt een kantelmoment”, voorspelt schooldirecteur Tom Cox die ook in de leerplancommissie zit.
In de leerplannen staat wat een leerling allemaal moet kennen en kunnen. Op basis hiervan worden dan de handboeken samengesteld. In die plannen zijn verschillende niveaus voorzien zodat leerlingen zich ook kunnen verdiepen in bepaalde vakken. De leerplannen zijn goed voor 75 à 85% van de lesinhoud, de rest mag de leraar zelf invullen. Scholen kunnen beslissen om interdisciplinair te werken, om verschillende vakken te groeperen. Zo kunnen aardrijkskunde, natuurwetenschap en techniek gebundeld worden tot het vak ‘wetenschap en techniek’. Maar dat is niet verplicht. De christelijke onderwijsvakbond is weliswaar ongerust en niet gelukkig met die loskoppeling van inhoud en vak. De modernisering start in september 2019.
BRUSSEL - Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV) is klaar met zijn nieuwe leerplannen voor de eerste graad middelbaar onderwijs. Alles wat een leerling moet kennen en kunnen staat daarin opgelijst. De leerplannen zijn de uitwerking van de 382 eindtermen die vorige vrijdag door de regering zijn goedgekeurd. Leerlingen zullen veel meer onderwijs op maat kunnen krijgen. De eerste graad is ook allesbehalve de eenheidsworst waar sommige politici die mee vergelijken. Elke school kan bijvoorbeeld kiezen hoeveel uur Engels of Frans ze willen geven.
Op 1 september 2019 start de hervorming van het secundair onderwijs. Tegelijkertijd worden vanaf dan de nieuwe leerplannen ingevoerd. De leerplannen zijn de verdere uitwerking van de eindtermen. Officieel gaat het om een ‘ontwerp’, aangezien de eindtermen ook nog de zegen moeten krijgen van het parlement. Intussen kunnen de leerkrachten zich al verdiepen in de nieuwe leerplannen en kunnen uitgeverijen de handboeken schrijven. “Als we over vijf jaar terugkijken naar deze periode dan zal je een kantelmoment zien”, voorspelt Tom Cox, directeur Middenschool Kindsheid Jesu (Hasselt) die ook voorzitter is van Lerend Inspirerend Eerstegraadsonderwijs (LIEN Vlaanderen) en in de leerplancommissie zit.
Over die leerplannen is er ook al veel commentaar geweest van N-VA die vindt dat de koepels te veel macht hebben. De manier waarop ze de leerplannen invullen, zou dit in hun ogen alleen maar versterken. “Wie tegen deze plannen is, is niet tegen de koepel van het katholiek onderwijs, wel tegen het katholiek onderwijs zelf en dus ook tegen de vrijheid van onderwijs”, zegt Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “De politiek heeft ons met de hervorming van het secundair onderwijs veel keuze gelaten: we kunnen nog altijd de indeling ASO/BSO/TSO gebruiken. Ook de eerste graad kunnen we nog zelf invullen.”
Boeve benadrukt dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen een netwerkorganisatie is. “Het beeld van een koepel die alles bepaalt tot op schoolniveau, is vals. We zijn een organisatie die scholen ondersteunt.” De discussie over de zogenaamde “brede” eerste graad is ook een non-discussie. Scholen doen eigenlijk nog altijd wat ze willen, zo blijkt nu de zaken concreter worden. Want het pakket van 27 uur aan basisvorming voor het eerste jaar kan een school ook zelf samenstellen. “Een school in Brussel kan bijvoorbeeld kiezen om in het eerste jaar meer Engels te voorzien omdat de leerlingen al een goede kennis hebben van het Frans”, legt Boeve uit.
Differentiatie
De grote nieuwigheid voor de leerplannen zit net in de differentiatie. Scholen kunnen per leerling een aangepast traject aanbieden. In de leerplannen zijn ook verschillende niveaus voorzien zodat leerlingen zich in bepaalde vakken kunnen verdiepen. De leerplannen vullen 75 à 85 procent van de lessen, de rest mag de leraar invullen met eigen accenten. “Voor literatuur liggen bijvoorbeeld wel een aantal zaken vast, maar is er ook nog veel ruimte”,
legt Boeve uit. De eerste graad dient ook om de observeren en te oriënteren. In die periode moet ook nagedacht worden over welke richting een leerling in de tweede graad wil uitgaan.
Interdisciplinair
Ook nieuw is het woord ‘interdisciplinair’. “We zijn blij met de mogelijkheid om zo te werken”, zegt Boeve. Minstens twee vakken kunnen interdisciplinair georganiseerd zijn: plastische en muzische opvoeding vormen samen “artistieke vorming” en aardrijkskunde, natuurwetenschappen en techniek zijn “wetenschap en techniek”. Maar daarnaast kunnen scholen ook andere vakken zo organiseren. Of helemaal niets. Het kan, maar het moet niet.
Burgerschap
Vanaf september start ook het nieuwe vak mens en maatschappij. “Hierin stoppen we de eindtermen burgerschap, digitale geletterdheid en economie”, legt Boeve uit. Want die zijn moeilijk in andere vakken te integreren. Voor mens en maatschappij zal er een uur Nederlands verdwijnen. “Maar dat is één uur van de 27 uur aan algemene vakken, de school kan in één van de vijf vrije lesuren ook Nederlands voorzien,” legt Boeve uit. De 23 leerplannen die ontwikkeld zijn, gaan trouwens alleen over die 27 uur aan basisopties.
Drie jaar
Het katholiek onderwijs vraagt een ingroeiperiode van twee à drie jaar. Gaan ze die ook krijgen? “In het kader van de modernisering van het secundair onderwijs ligt de focus nu in de eerste plaats op de goedkeuring door het Vlaams Parlement van de eindtermen en op de goedkeuring van de leerplannen”, reageert Vlaams onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V). “Als de leerplannen definitief zijn, zal ik overleg plegen met onze onderwijsinspectie en de onderwijsverstrekkers over de vraag van KOV. Deze sluit eigenlijk aan bij de traditie dat bij nieuwe leerplannen de inspectie een overgangsperiode voorziet zodat de scholen ruimte en tijd krijgen om de vernieuwingen door te voeren.”