Staatspedagogie
De hervorming van het secundair onderwijs start in september 2019. Tegelijkertijd worden ook de leerplannen voor de eerste graad van het middelbaar herzien. Dat zijn dus twee veranderingen in één. Voor leerlingen is een eerste middelbaar een nieuwe fase in hun leven. Zij zullen dus niet kunnen vergelijken met het jaar voordien. Tenzij ze dubbelen, maar buizen gebeurt in dat eerste jaar nog nauwelijks. Dus het verhaal van beter of slechter dan vroeger, zal alleen van de leerkrachten kunnen komen. Of van ouders. Of van politici. Die laatste groep is alvast aan het warmlopen. Tegen dan hebben we ook een nieuwe minister van Onderwijs, een stek die N-VA al heeft geclaimd. Onderwijs wordt - na migratie - een thema waar de partij voor de verkiezingen zwaar op inzet. Al zijn ze daar bij N-VA eigenlijk al jaren mee bezig: van toen het secundair onderwijs nog hervormd zou worden en niet zomaar gemoderniseerd. Er gaat ook geen week voorbij of ze laten het woord zesjescultuur vallen. Liefst aangevuld met een of ander OESO-cijfer.
Lieven Boeve, de baas van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, maakt zich in elk geval geen zorgen over de kleur van de nieuwe minister. “We werken met iedereen samen”, zegt hij, maar hij weerlegt toch al meteen de laatste aanval. Daarvoor had Boeve al een goed ingestudeerde repliek klaar. “Wie tegen deze leerplannen is, is niet tegen de koepel van het katholiek onderwijs, maar wel tegen het katholiek onderwijs en dus ook tegen de vrijheid van onderwijs.” Boeve vraagt zich ook af of die criticasters misschien “staatspedagogie” verkiezen. Het is nu wachten op een reactie van N-VA. Ook het eeuwig herhaalde verhaal van de eenheidsworst die het eerste jaar middelbaar zou zijn, klopt niet. Scholen vullen dat jaar toch vooral in zoals ze willen. Net zoals ze vanaf september zullen kunnen beslissen om meer onderwijs op maat te geven, om meer te differentiëren tussen leerlingen.
Maar wat N-VA eigenlijk wil aankaarten is dat de katholieken te veel macht hebben. Macht hebben ze inderdaad, al is dat omdat ze veruit de grootste zijn: 935.000 jongeren zitten bij hen op de schoolbanken, meer dan 2.200 scholen zijn bij hen aangesloten. Maar als de koepel de leerkrachten niet meekrijgt in die hervorming kan die macht zich ook tegen hen keren. Want veranderingen in onderwijs gaan altijd gepaard met bakken kritiek. Crevits heeft ook vaak gezegd dat ze een modernisering moest uitvoeren die al beslist was door de vorige regering. Ook de volgende minister zal dus oud werk mogen voortzetten. De aanval op zowat de meest gegeerde post van de Vlaamse regering zal pas stoppen op 26 mei 2019.