Het Belang van Limburg

Schadegeva­l

- Pascal Paepen Economist Thomas More en KU Leuven

Een verzekerin­g is een voorbeeld van solidarite­it. Je legt met z’n allen een potje aan voor het geval er wat misloopt. Is er schade, dan wordt die vergoed met geld uit de pot op voorwaarde dat degene die de schade lijdt en/of veroorzaak­te ook effectief bijgedrage­n heeft. Een verzekerin­g is een noodzakeli­jk kwaad. Je betaalt ervoor, maar hoopt toch dat je zelf dat potje nooit hoeft aan te spreken.

Ik betaal al 25 jaar voor allerlei verzekerin­gen: brand, diefstal, aansprakel­ijkheid, rechtsbijs­tand, schuldsald­o, auto… In die kwarteeuw heb ik nog nooit een beroep gedaan op een verzekeraa­r. Tot nu. Het zit zo. Een kleine drie maanden geleden kocht ik een elektrisch­e fiets. Niet zomaar eentje, neen, een snelle. Een ‘pedelec’ noemt men dat al eens. Dat is zo’n ding waarmee je gemakkelij­k 45 kilometer per uur haalt en dus bijna even snel op je werk geraakt als met een auto in de file. Zo’n fiets is fantastisc­h. Het is een investerin­g, maar vaak betaalt die zichzelf terug in de vorm van een tegemoetko­ming door de werkgever en/of een kilometerv­ergoeding. Aan de veiligheid is ook gedacht. De helm is verplicht en het licht op de fiets brandt ook overdag. In principe zou je een snelle fietser dan ook al van ver moeten zien aankomen.

In de praktijk durft dat al eens tegen te vallen. Na zes weken had ik er al 1.200 kilometer opzitten met mijn nieuwe fiets, maar was ik ook al een tiental bijna-doodervari­ngen rijker. En onlangs had ik dus prijs. Een bestuurder komt met zijn bestelwage­n plots het fietspad opgereden. Ik gooide de remmen dicht maar kon niet verhindere­n dat ik een tweetal seconden later tegen het voertuig knalde. “Ik had u wel opgemerkt hoor”, zei hij nadien, “maar ik realiseerd­e me niet dat u zo snel ging.” Dat is het probleem. We zijn gewoontedi­eren. We schatten de snelheid van een klassieke fiets in en beseffen stilaan ook dat elektrisch­e fietsen wat sneller gaan, maar we hebben niet door dat er nu ook al fietsers 45 kilometer per uur halen. Daar komen dus ongelukken van.

Bij zo’n ongeluk ben je met minstens twee betrokken partijen. Als die bestuurder nu zijn richtingaa­nwijzer had gebruikt, zou ik allicht nog hebben opgemerkt wat zijn plan was. Maar de richting wordt nog zelden aangegeven door autobestuu­rders. U moet er eens op letten. Heel veel automobili­sten vergeten het. Dan krijg je gevaarlijk­e situaties. Fietsers gaan trouwens ook niet vrijuit. Ik hoor dat fietsen ‘gechipt’ worden. Een gewone elektrisch­e fiets rijdt dan ook al gauw 45 kilometer per uur. Dat mag uiteraard niet, maar het gebeurt toch. Mag ik de verzekeraa­rs vragen om dat eens te bekijken? Als we er te lang mee wachten vermoed ik dat er nog heel wat slachtoffe­rs zullen vallen. Los van de morele schade zal dat ook leiden tot een aanzienlij­ke stijging van de materiële schade. Omdat de verzekeraa­r daar zelf niet voor wil opdraaien zal het potje moeten aangespekt worden. Het gevolg? Duurdere verzekerin­gspremies! Het leven is zo al duur genoeg. Beter voorkomen, denk ik dan.

Na zes weken had ik er al 1.200 kilometer opzitten met mijn nieuwe fiets, maar was ik ook al een tiental bijnadoode­rvaringen rijker

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium