“Rellen na Genk-Besiktas waren te voorkomen”
Naar aanleiding van alle commotie na afloop van het duel KRC Genk-Besiktas, wil ik als directe getuige mijn bedenkingen uiten.
Direct na afloop van het duel liep ik met twee kameraden, allemaal zestigers, naar de ingang van kantine Zuid. Wie schetst onze verbazing dat de politie de kantine hermetisch afgegrendeld had. Op mijn vriendelijke vraag waarom ik niet naar binnen mocht, kreeg ik van een zeer correcte agent het advies “om te lopen” via de openbare weg. Met een steeds groter wordende groep Genkies duwend in mijn rug, heb ik die raad opgevolgd en liep recht in de armen van de Besiktas-supporters. Onmiddellijk was er sprake van provocaties over en weer, resulterend in vechtpartijen en moest de politie vóór het stadion al ingrijpen. Ik heb direct beschutting gezocht tussen de auto’s op de parking en was vanaf een verhoging getuige van het optreden van de politie te paard, die op de mensenmassa inreed om de partijen te scheiden. Daarbij zijn verschillende onschuldige mensen gekwetst geraakt.
Ik ga hier geen oordeel vellen over wie heeft geprovoceerd, maar het gevoerde beleid van handhaving van de openbare orde roept toch vragen op: waarom mochten Genk-supporters niet kantine “Zuid”, noch het Themacafé in, waar geen Turkse supporters aanwezig waren? Waarom werden de Genk-fans, op politiebevel, naar de openbare weg gestuurd, recht in de armen van de Besiktas-fans? Waarom werd de Europese veiligheidsregel niet toegepast, die verordent dat bezoekende supporters na het laatste fluitsignaal minimaal 1 uur in hun vakken moeten blijven, totdat de thuissupporters zijn verdwenen, om dan onder politiebegeleiding het stadion te verlaten naar bus, trein of naar huis?
Ik ben ervan overtuigd dat deze ellende voorkomen had kunnen worden als de verantwoordelijken zich meer gefocust hadden op hun kerntaken, namelijk handhaving van de openbare orde en garanderen van de openbare veiligheid, in plaats van Sinterklaas te spelen uit electorale overwegingen.