Wat kost het om van Theo Tejo te maken?

267 Limburgers willen een nieuwe voornaam

HASSELT - Sinds augustus hebben al 267 Limburgers een aanvraag bij hun gemeente ingediend om een nieuwe voornaam te krijgen. Door een wetswijziging kan dat voortaan gewoon bij de burgerlijke stand in je gemeentehuis en hoef je niet meer via de federale overheidsdienst Justitie te gaan. In 29 Limburgse gemeenten doen ze het gratis, zes gemeenten houden het op het oude tarief van 490 euro. Uitschieter is Tessenderlo waar je 500 euro betaalt. “Omdat er zoveel mensen langsliepen om te informeren.”

Gratis. Dat is de kostprijs van een nieuwe voornaam in 29 van de 44 Limburgse gemeenten. “Voorlopig toch”, voegen ze er in de meeste gemeentehuizen snel aan toe. De stormloop sinds 1 augustus zorgt voor het nodige extra werk bij de administraties, maar in veel gemeenten wachten ze op de nieuwe bestuursploeg om daar ook een prijs op te plakken.

Zes gemeenten die nu toch al gekozen hebben om het niet gratis te doen, vragen het tarief dat je ook bij Justitie moest betalen (490 euro). Nog eens zes gingen voor 50 euro. Alleen Herstappe en Nieuwerkerken hebben de knoop nog niet doorgehakt. Een verplicht bedrag staat er niet in de wet, alleen dat transgenders maximaal 10 procent mogen betalen.

Huwelijksakte

Bij Tessenderlo deden ze het aanvankelijk ook gratis, maar dat bracht zoveel volk op de been dat er sinds oktober 500 euro aan een nieuwe voornaam hangt. “Mensen beseffen niet dat het veel meer is dan een nieuwe naam noteren, er komen heel wat andere kosten en aanpassingen bij kijken. Zo moet je betalen voor een nieuwe identiteitskaart, je hebt een nieuw rijbewijs nodig. Als je kinderen hebt, moet hun geboorteakte aangepast. De nieuwe naam moet in de huwelijksakte, bij de notaris moet je de akte van je huis laten wijzigen. De verzekeringen moeten verwittigd worden,…”, klinkt het bij de diensten voor burgerlijke stand.

Dat hadden veel Limburgers onderschat, waardoor de ene na de andere aan het loket stond om eens te horen naar een nieuwe naam. “Daarom is recent beslist om het niet langer gratis te doen”, klinkt het in Diepenbeek. “We proberen mensen zo duidelijk te maken dat ze toch best even nadenken over de gevolgen. Een soort van anti-lichtzinnigheidstarief. We hebben nu gekozen voor het oude tarief van 490 euro. Maar het kan dat dit verlaagd wordt.” Koploper in het aantal aanvragen voor een nieuwe naam is Hasselt, daar staat de teller sinds augustus al op 30. “Ter vergelijking: in heel 2017 kregen we maar 17 aanvragen.” Ook Genk (20 aanvragen), Maaseik (16), Bilzen (15) en Beringen (12) scoren hoger dan gemiddeld.

Frivool

De redenen om een nieuwe voornaam te kiezen lopen uiteen, maar het gaat zelden om wilde wijzigingen. “Het gaat eigenlijk vooral over de roepnaam”, luidt het in veel gemeenten. “Mensen die officieel een andere, vaak ouderwetse naam hebben, maar al hun hele leven onder hun roepnaam gekend zijn. Zoals Elisabeth die door iedereen Liesje wordt genoemd. Of Godfried die Fred wordt. Wat mensen ook vragen: een koppelteken laten weghalen of erbij zetten. De ene wil voortaan Marie-Jeanne, de andere kiest net voor Marie Jeanne. En kortere namen: JeanPierre die Jempie wordt. Of een hippere schrijfwijze: Theo is nu Tejo.”

Toch zitten er ook een aantal frivoliteiten tussen, zoals mensen die opeens een accent op hun naam willen. Of een ‘h’ aan Sara. “Maar die haken meestal af als ze horen wat voor een rompslomp erbij komt.”

Ruzie

Een aantal aanvragers wil een tweede of derde naam laten schrappen. Bijvoorbeeld een man die ruzie kreeg met zijn meter. “We hebben ook een koppel dat hun kindje een derde naam wilde geven. Het droeg al een tweede naam, die van de moeder van de papa. De moeder van de mama was daar een beetje ongelukkig over. Haar naam is nu de derde naam geworden.”

In Beringen, Lummen, Overpelt en Meeuwen-Gruitrode kregen ze een aanvraag om een allochtone naam te wijzigen in een Belgische. In HouthalenHelchteren wil een inwoner met een moeilijke

Poolse naam een makkelijkere

Vlaamse variant.