Politiek interview
vertaald in Waar een wij is, is een weg. Wij geloven in het samenleven, maar ook dat mensen uniek zijn. Dit kan je vandaag merken in het migratiedebat. Een echte christendemocraat is voor duidelijke regels en een geloofwaardig terugkeerbeleid. Maar dat wordt genuanceerder voor bijvoorbeeld een gezin met kinderen dat hier al tien jaar woont. Een christendemocraat zal die mensen altijd in de ogen kijken. Dat zit nu eenmaal in onze genen.”
In 2004 werd u CD&V-voorzitter. Nadien werd u federaal vicepremier en minister van Justitie. Daar liep het eind 2008 mis naar aanleiding van de Fortis-affaire, nadat voorzitter Ghislain Londers van het Hof van Cassatie een schijn van beïnvloeding meende te merken bij de behandeling in beroep van de zaak van de aandeelhouders van Fortis Bank.
“Met Ghislain Londers en Antwerps procureur-generaal Yves Liégeois hadden we toen een nieuwe lichting topmagistraten die veel opener communiceerden. En ja, toen ik eind 2008 ontslag nam, was ik kapot omwille van die verdachtmaking. Trouwens, mijn laatste wapenfeit als minister was het plan voor de bouw van nieuwe gevangenissen.”
U zat toen heel erg diep?
“Absoluut. Als mensen als Jef Gabriels, Marianne Thyssen en wijlen Erika Thijs toen niet op me hadden ingepraat, en zonder de steun van zovele mensen, was ik gestopt met politiek. Trouwens, het is Erika Thijs die me overtuigde om in 2009 de Limburgse lijst voor de Vlaamse verkiezingen te trekken. Zij zou de lijst duwen en zich laten opvolgen. Zo konden we onze ploeg mandatarissen aan boord houden.”
De verkiezingsoverwinning met bijna
QWERHeeft u ergens spijt van?
“(Denkt na). Ik heb het kartel met N-VA altijd erg gesteund en ik heb altijd erg goed kunnen samenwerken met Bart De Wever. Maar met het kartel CD&V/N-VA in 2007 naar de kiezer gaan, was misschien die ene keer te veel. Kartels zijn immers tactische en geen strategische keuzes. In een kartel kunnen en zullen de verhoudingen nooit status quo blijven.”
Wat zou u nog graag aan uw palmares toevoegen?
“We moeten in onze staatsstructuren nieuwe stappen zetten inzake gezondheidszorg. We hebben een zeer toegankelijk gezondheidssysteem, maar de vraag is meer en meer wat het bijdraagt tot meer levenskwaliteit. We moeten de shift maken naar de vermaatschappelijking van de zorg en zieke mensen veel meer het gevoel geven dat ze er in onze samenleving nog toe doen. Ik heb het dan over de uitbouw van de thuiszorg, van de chronische zorg, de geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg...”
Huidig federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block pleitte in deze krant voor een herfederalisering van welzijn en zorg?
“Ik ben het daar niet mee eens. Vlaanderen kent een eigen dynamiek in het gezondheidsbeleid. Met de laatste staatshervorming zijn stukken van de sociale zekerheid overgeheveld naar de deelstaten. Het zal nog heel wat tijd vragen om dat te verwerken. Wie naar de eerstelijns hulpverlening in Vlaanderen kijkt, beseft onmiddellijk dat er meer samenwerking moet komen met het federale niveau, omdat dit ook zal leiden tot meer efficiëntie.”
Velen omschrijven u als een van de weinige politici die een langetermijnvisie over Limburg heeft. Wat moet er gebeuren?
“Eén: het bestuursakkoord van de nieuwe deputatie moet de economische speerpun-