Het Belang van Limburg

“Een derde longtransp­lantatie kan niet meer”

Week van mucoviscid­ose

- FOTO SERGE MINTEN Koen SNOEKX

Conny Everaerts doet haar verhaal bij de start van de Europese week van mucoviscid­ose, een taaislijmz­iekte waar op dit moment 1.275 – vooral jonge – mensen in ons land iedere dag tegen vechten. “Muco is een rotziekte die mijn hele leven beheerst”, zegt Conny. “Aan de buitenkant merk je niets aan een mucopatiën­t, waardoor mensen vaak weinig begrip hebben voor de ziekte. Maar aan de binnenkant is er natuurlijk van alles mis met ons.”

Zusje

Conny was nog maar enkele maanden oud toen bij haar muco werd vastgestel­d. “Toch heb ik tot mijn achttiende amper last gehad van de ziekte”, vertelt ze. “Op school deed ik alles mee, alleen voor de zwemlessen paste ik omdat de lucht in het zwembad voor infecties kon zorgen. Ik moest wel veel medicatie nemen en elke dag aerosollen, maar buiten mijn beste vriendin wist niemand op school dat ik muco had.” “Vroeger hing er rond de ziekte nog een veel groter taboe dan nu. Nog voor ik geboren was, hadden mijn ouders nog een dochtertje met muco. Zij is gestorven toen ze iets meer dan een jaar was, maar daar werd thuis nooit iets over gezegd.”

Dochtertje Yasmine

Toen Conny haar middelbare studies had afgerond, begon haar ziekte serieus op te spelen. “Ik kreeg meer en meer infecties, de antibiotic­akuren volgden elkaar sneller op en mijn longcapaci­teit ging pijlsnel naar beneden. Op mijn 23ste had ik nog maar een longcapaci­teit van 20 à 30 procent. Geen lucht krijgen, is een verschrikk­elijk gevoel. Gewoon van de zetel naar het toilet lopen, is al een hele opgave. Je moet letterlijk kiezen waar je je adem aan wil besteden.”

Een longtransp­lantatie drong zich op. Uiteindeli­jk, na veertien maanden op de wachtlijst, kreeg Conny in 2001 twee donorlonge­n. “Er ging een heel nieuwe wereld voor mij open. Ik kreeg plots lucht. Ik moest zelfs opnieuw leren ademen, omdat het verschrikk­elijk pijn deed als ik lucht inhaleerde.”

Conny had haar leven opnieuw op de rails. Meer nog: twee jaar na haar dubbele longtransp­lantatie geraakte ze zwanger. “Ik was de eerste patiënt ooit in Gasthuisbe­rg die zwanger was met donorlonge­n. Op 2 juni 2004 is mijn dochter Yasmine geboren.”

SINT-TRUIDEN - Mucoviscid­ose, waarbij taaie slijmen de ademhaling en spijsverte­ring blokkeren, is de meest voorkomend­e levensbedr­eigende erfelijke ziekte in ons land. De Truiense mucopatiën­te Conny Everaerts (42) kan erover meespreken. Ze onderging in haar leven al twee dubbele longtransp­lantaties en een niertransp­lantatie en keek de dood meermaals in de ogen. “Op de dag dat ik een telefoontj­e kreeg dat er voor mij een donornier was, was ik mijn begrafenis aan het regelen”, zegt Conny. Al beseft ze dat haar leven ook vandaag nog aan een zijden draadje hangt. “Als er nu iets misloopt met mij, is het over and out.”

Begrafenis

Maar na de bevalling ging het terug bergaf met Conny’s gezondheid. “Mijn lichaam begon mijn donorlonge­n af te stoten en mijn longcapaci­teit ging opnieuw hevig achteruit. Mijn dochtertje was op dat moment twee jaar en ik had zelfs de kracht niet meer om haar op te pakken. Ik heb toen een plan uitgeteken­d wat er met Yasmine moest gebeuren als ik ging sterven.”

Conny belandde op de urgentieli­jst voor een tweede longtransp­lantatie en na vier maanden wachten kreeg ze opnieuw twee nieuwe longen. “Ik was dertig en kon eindelijk een nieuwe start nemen.” Maar alweer was dat geluk van korte duur. “Omdat ik zware medicatie tegen de afstoting van mijn nieuwe longen moest nemen, kreeg ik last van mijn nieren.” Voor de derde keer kwam Conny op een wachtlijst terecht, dit keer voor een donornier. “Het wachten op die nieuwe nier bleef maar duren en ik zakte dieper en dieper weg.”

En dan beleeft Conny de vreemdste dag uit haar leven. “Dat was op 16 februari 2014. Een zondag, herinner ik mij nog. Ik zat zo diep dat ik thuis mijn begrafenis aan het voorbereid­en was. Maar enkele uren later ging plots de telefoon. Ze hadden een nieuwe donornier voor mij gevonden.”

Realistisc­h

We zijn nu ruim vier jaar verder en het gaat relatief goed met Conny. “Mijn dochter is nu 14 jaar, ik ben stabiel en ik heb een nieuwe relatie. Ik ben momenteel eigenlijk te goed om thuis te zitten en te slecht om parttime te gaan werken. Daarom doe ik vrijwillig­erswerk. Ik ben actief bij de Minder Mobielen Centrale en breng zieke mensen naar het ziekenhuis of hun familie.”

Over de toekomst probeert Conny niet te veel na te denken. “Al lukt dat moeilijk omdat ik steeds meer mensen rondom mij die ook getranspla­nteerd zijn, zie wegvallen.” Conny is ook realistisc­h. “Twaalf jaar geleden heb ik voor de tweede keer nieuwe longen gekregen en een derde longtransp­lantatie is uitgeslote­n omdat dat medisch niet haalbaar is. De persoon die momenteel het langst in leven is na een longtransp­lantatie, is een vrouw die 25 jaar haar donorlonge­n heeft. Dat houdt me natuurlijk bezig. Maar ik blijf positief. Ik kan alleen maar hopen dat ik hier nog lange tijd mag rondlopen.”

“Geen lucht krijgen, is een verschrikk­elijk gevoel. Gewoon van de zetel naar het toilet lopen, is al een hele opgave. Je moet letterlijk kiezen waar je je adem aan wil besteden.”

Conny EVERAERTS

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium