KRC Genk blijft rijkste voetbalclub van het land
10 conclusies uit de jaarrekening van KRC Genk
Gisteravond werd op de algemene vergadering van KRC Genk de jaarrekening van vorig seizoen goedgekeurd. KRC Genk blijft enorm succesvol op de transfermarkt, maar de inkomsten uit de gewone activiteiten stagneren. 26,4 miljoen euro aan transferinkomsten zorgden vorig seizoen voor 3,3 miljoen euro winst. Ook nog: Genk is vanaf nu officieel schuldenvrij.
1 ALWEER MOOIE WINSTCIJFERS 3,3 miljoen euro winst
Voor het derde jaar op rij weten de Limburgers winst te boeken. In het seizoen 2017-2018 gaat het over 3,3 miljoen euro. In slechts drie seizoenen boekte Genk een beter resultaat: in 2011-2012 (28 miljoen euro), 2015-2016 (3,4 miljoen euro) en 2016-2017 (21,8 miljoen euro). Met andere woorden: Genk doet het de afgelopen jaren meer dan behoorlijk met zijn model van het kopen en verkopen van spelers. Vorig jaar was dit vooral te danken aan de transfer van Omar Colley, die op 19 juni definitief werd afgerond. “We hebben deze laatste transfer ook geboekt in 2017-2018, omdat die gerealiseerd werd voor 30 juni, de afsluitingsdatum van vorig boekjaar. Dat zijn nu eenmaal de boekhoudkundige regels die wij moeten volgen”, zegt financieel directeur Filip Aerden. Het was dus de Gambiaanse verdediger (zijn transfer leverde ongeveer acht miljoen euro op) die de club nog op de valreep uit de rode cijfers haalde.
2 OP ZOEK NAAR FANS EN BEDRIJVEN 10,4 miljoen euro exploitatieverlies
Negatief was dan weer de omzet – de opbrengsten zonder transfers –, die bij KRC Genk fors terugviel van 27 naar 19,7 miljoen euro. “De belangrijkste oorzaak was het missen van Europees voetbal, dat ons toch heel wat inkomsten kostte”, zegt Aerden. Het blijft de achilleshiel van de Limburgse club, die de omzet de afgelopen jaren nooit fors zag stijgen. Zo zien we bijvoorbeeld dat de omzet zeven jaar geleden zelfs hoger was dan het afgelopen jaar. Dat moet zeker zorgen baren. Nochtans was het de doelstelling van KRC Genk om te werken aan de inkomsten van ticketing en sponsoring. “Het blijft inderdaad een van onze belangrijkste aandachtspunten”, zegt Aerden. “We willen de stadionbeleving verhogen, maar ook de business-to-business-community nog meer aanspreken. Ook hebben we bijvoorbeeld de parkings een grondige opknapbeurt gegeven. Het was toch alweer bemoedigend dat het stadion tegen Club Brugge nog eens uitverkocht was.”
3 MEESTER VAN DE TRANSFERMARKT 26,3 miljoen euro transferinkomsten
Op het vlak van uitgaande transfers blijft KRC Genk een echte goudmijn. Zo kwam er afgelopen seizoen meer dan 26 miljoen euro aan transferinkomsten binnen, in 2016-2017 was dat nog 40,6 miljoen euro. Het gemak waarmee Genk zijn toptalenten aan het buitenland slijt, blijft verbazingwekkend. De drie deals die vorig seizoen het meeste geld opbrachten, waren de transfers van Timothy Castagne naar Atalanta en Omar Colley naar Sampdoria. Maar vooral Lazio Roma dat de transferrechten van vijftig procent op Sergej Milinkovic-Savic (om en bij de 9 miljoen euro) opkocht, zorgde voor een echte boost. “Het toont toch aan dat ons model om jonge talenten naar hier te halen echt werkt”, zegt Aerden. “We zijn zo’n beetje een universiteit van het voetbal geworden. Jonge talenten krijgen bij ons de kans om zich te tonen. Ook nu weer zit er wat potentieel in ons elftal, als ik de kranten mag geloven.”
4 GELD MOET ROLLEN 19,9 miljoen euro aan transferuitgaven
Een gedeelte van de transferinkomsten werd gebruikt om te investeren in nieuwe spelers. Vorig seizoen werd er 19,9 miljoen euro gespendeerd op de transfermarkt. Het ging daarbij onder meer over Marcus Ingvartsen, Joakim Maehle, Benson Manuel, Joseph Aidoo en Ibrahima Seck. Nooit eerder gaf KRC Genk zoveel uit aan nieuwe spelers. Het record van vorige seizoen – 14 miljoen euro – werd met ruim verschil naar de prullenmand verwezen. Dit is de keerzijde van de medaille van het Genkse model. Jonge buitenlanders die zich in de kijker spelen, worden steeds sneller opgepikt door buitenlandse (sub)toppers. Hierdoor is Genk wel genoodzaakt om steeds weer op zoek te gaan naar onmiddellijk inzetbare alternatieven en die kosten geld. Vroeger waren er veel meer talenten uit de eigen jeugd, die konden verkocht worden voor forse bedragen. En hiervoor moet je niet de transfermarkt op.
5 ZUINIG MET SPELERSLONEN 19,7 miljoen euro loonkosten
Dat KRC Genk over een talentvolle lichting beschikt, daar bestaat weinig twijfel over. Toch slaagde het er vorig seizoen in om de loonkosten aardig te doen dalen, van 25,5 miljoen euro tot 19,7 miljoen euro. “Dat was een van de doelstellingen”, zegt Aerden. “Maar ook het missen van Europees voetbal zorgde voor minder uitgaven omdat we minder premies moesten betalen.” Bij de andere topclubs swingen de loonkosten de pan uit – bij Anderlecht ging het in 2016-2017 nog om 46,5 miljoen euro –, bij KRC Genk is dat helemaal niet het geval. De afgelopen zeven jaar zijn de loonkosten omzeggens status quo gebleven. “We hebben dit seizoen wel wat inspanningen gedaan om spelers te houden, maar zelfs dan verwachten we niet meteen een forse stijging”, zegt Aerden. “Behalve natuurlijk als we in de top drie zouden eindigen en heel wat extra premies moeten betalen.”
6 ALWEER DE RIJKSTE VAN HET LAND 47,3 miljoen euro eigen vermogen
KRC Genk is nog steeds een vzw, wat wil zeggen dat alle inkomsten weer in de club gepompt worden en dat deze niet gebruikt mogen worden om dividenden te betalen. KRC verstevigt zijn koppositie als rijkste club van het land. Het heeft nu een eigen vermogen van 47,3 miljoen euro. Dit is het bedrag dat zou overblijven indien de club al zijn schulden meteen zou betalen. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de andere clubs nog maar in de buurt zullen komen. Vorig seizoen was AA Gent de eerste achtervolger met een eigen vermogen van 24,9 miljoen euro. Het is ook wel een noodzaak voor een vzw om een fors eigen vermogen te
hebben. Het kan immers niet rekenen op externe investeerders om verliezen bij te passen, vermits er geen aandeelhouders zijn bij een vzw. Genk heeft al herhaaldelijk aangegeven dat de omzetting naar een nv niet meteen voor morgen is.
7 LAAT DAT NIEUW STADION MAAR KOMEN 0,03 miljoen euro financiële schulden
KRC Genk heeft de afgelopen jaren nooit langlopende schulden extra moeten afsluiten om de werking van de club te garanderen. Het betaalt dit seizoen dan ook de laatste schijf van de betaling voor het stadion. Vanaf nu kunnen de Limburgers dan ook zeggen dat ze definitief schuldenvrij zijn. Het is dus tijd voor een nieuw stadion. “Het klopt dat we daar nu zeker moeten denken”, zegt Aerden. “Indertijd hadden we een van de modernste stadions, maar dat is nu zeker het geval niet meer. Er zijn nu allerlei studies bezig en die moeten uitmonden in een nieuw stadion over acht à negen jaar. Ik denk dat we daarop moeten mikken. Het zal ook onze omzet een forse boost geven. Intussen investeren we wel verder in onze accommodatie. Zo is er binnenkort de verhuizing van alles wat met de A-kern te maken heeft naar de overkant. Er zal een extra vleugel bijkomen aan het jeugdcomplex.”
8 OVERHEID BLIJFT DE GROOTSTE SPONSOR 5,1 miljoen euro
fiscale korting
De laatste weken zijn de fiscale en RSZ-voordelen steeds meer in het vizier gekomen van de politiek. Het gaat dan ook om forse bedragen waarop de clubs kunnen rekenen. Zo kunnen we uit de jaarrekening aflezen dat KRC Genk vorig seizoen 5,1 miljoen euro korting kreeg op zijn bedrijfsvoorheffing. Daarmee is de overheid met ruime voorsprong de grootste sponsor van de Limburgers. “Maar we hebben perfect aan de verplichtingen voldaan om te investeren in de jeugdopleiding”, legt Aerden uit. “En inderdaad, dat blijft een belangrijke som die ons helpt om het niveau van het Belgisch voetbal op te krikken. Het afschaffen ervan zou natuurlijk een klap zijn.” Deze fiscale korting bestaat uit de bedrijfsvoorheffing van de spelers, waarvan de clubs tachtig procent mogen houden. In ruil daarvan moet een gedeelte gebruikt woraan den om de jeugdopleiding te ondersteunen.
9 RECORDJAAR BLIJFT BUITEN BEREIK
50,7 miljoen euro aan opbrengsten
In totaal kon KRC Genk vorig seizoen 50,7 miljoen euro aan opbrengsten boeken. Dit is een forse daling van 22,4 miljoen euro ten opzichte van 2016-2017. Toen kwam er een onwaarschijnlijke 73,1 miljoen euro aan opbrengsten binnen. “Maar dat was echt wel uitzonderlijk”, zegt Aerden. “Toen viel alles mee: heel goed Europees parcours met de kwartfinale in de Europa League en 40,6 miljoen euro aan transferopbrengsten. Dat zal niet meer zo snel gebeuren. Die 50 miljoen euro, dat is wel het niveau dat we de volgende jaren consequent willen halen.” Ter vergelijking: daarmee zit KRC Genk ongeveer op het niveau van AA Gent (57,8 miljoen), Club Brugge (61,3 miljoen) en Standard (59,2 miljoen). Anderlecht blijft nog wel even buiten bereik. Paars-wit boekte vorig seizoen voor 104,5 miljoen euro aan opbrengsten.
10 APPELTJE VOOR DE DORST 21,3 miljoen euro
werkkapitaal
Door die grote afhankelijkheid van transfers is het voor KRC Genk essentieel om wat geld opzij te zetten voor de seizoenen waarin het wat minder draait. Het is immers geen garantie dat er elk seizoen meer dan twintig miljoen euro aan transferinkomsten zijn. En dat beseft Aerden ook. “Eigenlijk zijn er drie pijlers van waaruit we vertrekken. In de eerste plaats moet er inderdaad een buffer zijn. In de tweede plaats moeten we investeren in onze spelersgroep en ten derde moeten we investeren in onze infrastructuur.” Wat die buffer betreft, KRC Genk beschikt momenteel over 21,3 miljoen euro werkkapitaal. Vermits er jaarlijks een exploitatieverlies is van tien miljoen euro betekent dit dus dat Genk twee seizoenen zonder transfers probleemloos kan opvangen.