400.000 euro

Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) schrok zelf van zijn vertrekpremie: zo’n 400.000 euro. Meer dan het dubbele dan dat sommige media voor hem hadden uitgerekend. De regels voor die uittredingsvergoedingen zijn namelijk in 2014 verstrengd, maar de oude rechten blijven. Politiek is een harde wereld, je weet nooit of je morgen nog werk hebt. Maar na vijf jaar mag je al rekenen op nog eens tien extra maanden loon. Er is geen enkel bedrijf dat je zo’n regeling aanbiedt tenzij ze je heel graag kwijt willen. Vandeurzen heeft zijn vergoeding nu zelf bekendgemaakt, maar we zouden willen weten wat ook andere parlementsleden mee naar huis nemen. Tenslotte gaat het om belastinggeld. Want iedereen met wat meer jaren op de teller kan al op een fabuleus bedrag rekenen. Het mag dan al bruto zijn en ze krijgen het in schijven - elke maand een beetje - maar het blijft veel geld. Leg dat maar eens uit als straks de werkloosheidsvergoeding wordt hervormd. Die uitkeringen zouden aan het begin van de werkloosheid stijgen en vervolgens dalen, maar de uitwerking laat op zich wachten. Vakbonden kunnen misschien al nadenken over hoe ze daar op kunnen reageren: we gokken op spandoeken met genoeg nullen.

Om het even welke vergelijking met de privésector gaat trouwens niet op. Als je daar stopt, dan heb je geen rekenmachine nodig. Het bedrag is meestal hetzelfde voor iedereen: nul euro.

Het vreemde aan die parlementaire vertrekpremies is trouwens dat iedereen die straks niet meer zetelt daar recht op heeft. Ook degenen die al meteen weer ergens aan het werk gaan. Voor gedeputeerden, burgemeesters en schepenen zijn de regels een stuk minder gul: ze krijgen alleen een vergoeding als ze geen ander inkomen hebben. Bovendien is die beperkt tot één jaar. Voor de lokale besturen is die vergoeding trouwens nieuw. Tot nu toe kregen ze niks. Vandeurzen gaat nu bekijken of hij een deel van zijn premie kan investeren in een of ander maatschappelijk project. Dat is goed, het zou mooi zijn als andere parlementsleden dit ook zouden doen. We kunnen hen daar bij helpen door nog eens goed uit te rekenen wat iedereen waard is. Want de afscheidspremies van parlementsleden zijn niet veel lager dan die van ministers.

Intussen zijn er hopelijk ook politici die de volgende legislatuur de regels zullen aanscherpen. Anders zal de kiezer dat wel in hun plaats doen. Politici mogen goed betaald worden en ze mogen ook een sociaal vangnet hebben. Een werkloosheidsvergoeding bijvoorbeeld, zoals iedereen. Geen jackpot.

Politici mogen goed betaald worden en ze mogen ook een sociaal vangnet hebben. Een werkloosheidsvergoeding bijvoorbeeld, zoals iedereen. Geen jackpot