Deel eens een bouwmachine
GENK - De deeleconomie doet nu ook zijn intrede in de bouwsector. Een goed voorbeeld daarvan is het online deelplatform Bullswap van Michiel Vandeweyer (26), Laurens Opitek (25) en Jannes Velkeneers (25). “In plaats van grote machines dagenlang stil te laten staan, kan je ze via ons platform laten gebruiken door andere aannemers”, legt Michiel Vandeweyer uit.
Het gesloten platform – voorbehouden voor bouwbedrijven en openbare instellingen – biedt voordelen voor alle partijen. Aannemers die voor een paar dagen, een week of een maand een machine zoeken, kunnen via Bullswap hun gading vinden. En dat met of zonder personeel, met of zonder transport en bovendien goedkoper dan via de klassieke verhuurbedrijven. De verhuurder genereert extra inkomsten uit machines die anders stilstaan en weet zich bovendien verzekerd tegen mogelijke schade. “We waren eerst van plan om een dergelijk platform uit de grond te stampen voor productiemachines”, zegt Laurens Opitek. “Een schrijnwerker met bijvoorbeeld een speciale machine zou die ter beschikking kunnen stellen van zijn collega’s. Maar uiteindelijk zijn we uitgekomen bij het delen van grote bouwmachines.”
Prijzen
“De prijzen worden bepaald via het principe van vraag en aanbod”, legt Vandeweyer uit. “Wij beheren, beveiligen en organiseren het platform en zorgen voor automatische facturen. Zowel huurders als verhuurders van grote machines kunnen er terecht.” In de verhuurprijs is ook een verzekering begrepen. “Aannemers zijn wel verzekerd voor het gebruik van hun eigen machines, maar niet voor het gebruik van andermans materiaal. Daarom hebben we verzekeraar Allianz aan de mouw getrokken om een nieuwe polis voor ons te ontwikkelen.” Bullswap verdient aan het platform via een commissie op de aangerekende verhuurprijzen. Het online plaatsen van een toestel is gratis. Bullswap is nu een maand online en heeft ondertussen vestigingen in Genk en Antwerpen. Ambitie is er alvast voldoende bij de drie jonge wolven. “België beschouwen we als een pilootproject, waar we het platform kunnen testen om het helemaal op punt te krijgen. Daarna willen we het uitrollen in de rest van Europa.”
→