Kubica stuurt met één arm
Rubert Kubica terug in de F1, dat is bijna Lazarus die opstaat uit de dood. De 33-jarige Pool pakte in 2008 een pole en een zege met BMW-Sauber. Toen werd hij ingedeeld bij de supertalenten met Hamilton en Alonso. Maar in februari 2011 boorde een vangrail zich door het motorcompartiment en reet de Skoda Fabia open als een sardienenblikje in een kleine rally in Andorra. Kubica overleefde als bij wonder (“omdat ik een F1-rijder was, een ander had het niet gehaald”) maar zijn rechterkant was gehavend. Het grootste probleem bleek zijn arm, die ook na tientallen operaties heel beperkt functioneert. Kubica reed de voorbije jaren WK-rally’s en kleinere circuitraces, maar een eenzitter leek uitgesloten. Sinds een geslaagde test in 2016 werkte hij toch aan een comeback met Alessandro Alunni Bravi, de Italiaanse manager die zich ook om Stoffel Vandoorne bekommert. Kubica verkiest nu een plaats als titularis bij staartteam Williams boven een aanbod als simulatortester bij Ferrari. De Pool wordt een paydriver - hij legt miljoenen op tafel om het zitje te krijgen - en verliest zelfs een vette uitkering van de verzekering.
De vraag is of Kubica 2.0 even goed is als het origineel. Een comeback na acht jaar afwezigheid is voor elke F1-rijder moeilijk, maar Kubica doet het ook nog met één arm. Naar eigen zeggen stuurt hij voor 70 procent met zijn linkerarm.