“Plots hingen mijn benen over de hele Sunset Boulevard”
Beeldend kunstenaar staat met folkloristisch werk in NY en LA
LOMMEL - Kasper Bosmans (28) is overal. Nu eens in geboortestad Lommel, dan weer in Amsterdam of in zijn atelier in Brussel. Of in exporuimtes en galerijen in Hongkong, New York en LA. Net als in zijn werk, waarin de beeldend kunstenaar een nieuw verhaal vertelt met behulp van anekdotiek en folklore. “Ik zie mezelf als een amateur, in de oude zin van het woord.”
Kasper Bosmans interview je niet, hij loopt over. De Lommelaar spreekt als zijn werk: steeds eindeloze verbindingen zoekend tussen de meest uiteenlopende voorwerpen, verhalen en anekdotes. En dus gaat het van de stembanden van ooievaars - “ze hebben er geen” - naar de roze sokken van Koning George IV van Groot-Brittannië. Geregeld onderbroken door een vraag van zijn kant: ‘Wat was uw vraag nu eigenlijk?’ En dat het plezant moet blijven. Dat is het zeker: zijn werk staat wereldwijd in galerijen en musea, maar bijvoorbeeld ook op de cover van de laatste Absynthe Minded-plaat ‘Jungle Eyes’.
Die albumcover is een van je heraldische schilderijtjes, je handelsmerk. Hoe ontstaan die?
“Eigenlijk zijn dat leessleutels om mijn installaties te begrijpen, een visuele vertelling van de betreffende anekdote. Op zo’n eenvoudige manier dat ik mijn werk aan mijn driejarig nichtje zou kunnen uitleggen. Doordat ze zo klein zijn - 21 op 21 centimeter - ga je er ook niet naar kijken als naar een klassiek schilderij, maar ga je ze lezen. En omdat ze de grootte van een A4 hebben en ze geschilderd zijn in gouache, kan ik ze inscannen om te gebruiken in lezingen.”
“Maar mijn werken zijn dus veel breder dan dat. Ik werkte bijvoorbeeld al met zandsculpturen, of met quilts. En dat werk ontstaat steeds in mijn hoofd, wanneer ik verbanden begin te maken tussen verschillende verhalen. Stel: ik heb een brief van tsarina Catharina De Grote aan Voltaire, en daar wil ik iets aan toevoegen over de stembanden van de ooievaar, dan maak ik daar tekeningen van. Dan probeer ik om echte, relevante materialen vast te krijgen: een echte brief van Catharina, of een pluk haar, of de stembanden van een ooievaar. Vervolgens probeer ik daarmee sculpturen te maken die impact hebben op de ruimte, die je als toeschouwer een ervaring geven over die verhalen. Het verhaal, daar draait het om. Ik maak er ook een punt van om zo veel mogelijk rondleidingen te geven tijdens expo’s, om dat verhaal te kunnen duiden.”
In LA stelde je bijvoorbeeld tentoon met roze sokken?
“Dat was voor een overzichtstentoonstelling over kunstenaars die werken met verhalen in het Hammer Museum, verbonden aan de universiteit van LA. Mijn werk ging over de Britse koning George IV, die als eerste vorst in 200 jaar een bezoek bracht aan Schotland. En daar een flater beging door op een bal in een te korte kilt te verschijnen, met iets te roze sokken aan. Waardoor hij er precies in blote benen stond. (lacht) Ik heb die kilt hose laten namaken door een Schots bedrijf en ze vervolgens aangetrokken voor een fotoshoot. Het grappige was dat mijn werk als campagnebeeld diende. En dus hingen mijn benen ineens aan elke lantaarnpaal op Sunset en Wilshire Boulevard, twee van LA’s drukste straten.” (lacht)
Wanneer wist je dat je kunstenaar wou worden?
“Het klinkt romantisch, maar ik heb daar nooit aan getwijfeld. Ik ben altijd heel visueel ingesteld, en thuis had mama altijd goede boeken liggen over geschiedenis en kunst. Ik had geen andere optie.” “Het ligt ook aan het feit dat ik in Stevensvennen opgroeide, een afgelegen dorp op tien kilometer van alles. Als je zo geïsoleerd bent, moet je zelfbedruipend worden. Dat is wat kunstenaars tenslotte doen: creatieve oplossingen zoeken voor hun ideeën. Ik haal een beetje de wereld naar me toe, een jutter van voorwerpen en verhalen.”
De anekdotes die je gebruikt, zijn folkloristisch van aard. Zie je jouw werk niettemin als heel erg
21ste-eeuws?
“Zeker, omdat ik erg mijn voordeel uit het internet haal. Daar is zoveel informatie op terug te vinden dat ik me eigenlijk niet wil specialiseren. Ik kan niks, en dat is fijn. Kijk naar mijn schilderijtjes: eigenlijk kan iedereen die maken. Maar het is juist de verhalen in elkaar laten klikken en parallel eraan de vormen te zoeken, dat het uitdagendste werk is. Dan is het net interessant om die op alle mogelijke manieren vorm te geven.”
Ik kan eigenlijk niks, en dat is fijn. Ik ben een amateur in de oude betekenis van het woord: een liefhebber van de kunsten
Kasper BOSMANS
Al die onder- en voorwerpen: het doet wel denken aan de rariteitenkabinetten uit de achttiende eeuw.
“Klopt, alleen zit dat kabinet in mijn hoofd. Ik ben heel graag een amateur, en dan zeker in de oude betekenis van het woord: iemand die echt een liefde heeft voor de kunsten. In se ben ik een conceptuele kunstenaar. Of een post-conceptuele, zoals ze je tegenwoordig noemen als het een beetje grappig is of er te veel moet uitgelegd worden. Maar ik zie mezelf liever in de traditie van rolzangers, die vroeger van markt tot markt gingen om de verhalen op hun rol voor te zingen. Een oprechte, sociaal geëngageerde kunstvorm.”