Margrittes topwerk ‘Jager aan de zeetong’
Onze Wetstraatjournalist Yves Lambrix geeft zijn eigenzinnige kijk op de mensen achter de schermen van het politieke toneel
Twee fervente jagers die tijdens een diner in het wildseizoen gretig overheerlijke zeetong verorberen terwijl ze grote verhalen opdissen over hun geliefkoosde hobby. Leefde René Margritte nog en was hij die maandagavond toevallig ook in Hasselts nieuwste Gault&Millau-vermelding Tout Simple, dan had hij dit tafereel ongetwijfeld in een surrealistisch topwerk vereeuwigd. Dan waren Erik Portugaels (70, foto), de gepensioneerde topman van nv De Scheepvaart, en voorzitter Rudi van Decraen (56) van de Vlaamse Hubertus jagersvereniging wellicht nog een pak bekender.
Van Erik Portugaels, die restauranteigenaars Patrick en Martine ooit eens drie maanden lang wijsmaakte dat hij de chauffeur van Willy Claes was, is dit nochtans moeilijk voor te stellen. De man kent iedereen en iedereen kent hem. In politiek-economisch Vlaanderen is hij de belichaming van the old boys network. Gestart als freelance journalist schreef de Piringenaar over Zuid-Limburgs regionieuws, ongevallen en branden, en een vijftiental gemeenteraden – van Henis en Lauw tot Haren en Guigoven. Die verslagjes verkocht hij vervolgens door aan vier kranten, waaronder HBvL. Op aandringen van zijn vader nam de jonge Erik in 1971 deel aan een examen van de Dienst der Scheepvaart/Office de la Navigation. Hij slaagde en mocht in 1971 in de Luikse hoofdzetel als auteur temporaire beginnen – ook al schoof dat amper 180 euro per maand, wat drie keer minder was dan zijn journalistieke opbrengsten. Na de splitsing van de unitaire dienst in 1977 zou Erik op nv De Scheepvaart alle bedrijfsniveaus doorlopen om er in 2006 grote baas te worden. Dat de hoofdzetel van deze machtige Vlaamse kanalenholding in Hasselt is gebleven, is voor een groot stuk zijn verdienste. Of denkt u dat elke Vlaamse topambtenaar een afscheidsfeest krijgt met 700 gasten onder wie ruim 20 (oud-)ministers? Denkt u echt dat Bart De Wever met elke Vlaamse topambtenaar gaat eten, ook al is die zoals Erik Portugaels bezeten van ‘De Bello Gallico’ van Caesar en de ‘Ilias’ van Homerus?
Vier jaar na zijn pensionering leidt Portugaels een eigen consultancybedrijfje en heeft hij weinig aan invloed ingeboet. Daarvoor is zijn netwerk nog altijd te omvangrijk en leeft hij nog altijd te zeer volgens het principe van Carpe diem et noctem (pluk de dag en de nacht). Lekker eten, goede wijn en jachtpartijen in Tsjechië en Engeland horen daar zeker bij. Om nog maar te zwijgen van zijn mythische retoricageïnspireerde vertolkingen van ‘Johnny and the prumes’ en ‘The Italian man who went to Malta’. Ook al was het niet zo democratisch en innovatief als de huidige burgerplatformen, met zijn old boys network heeft Erik Portugaels zijn hele leven een efficiëntielevel bereikt waar menig politicus of ambtenaar vandaag stikjaloers op is. “Even with a lot of goesting, he will do it upniefth”, zou Johnny and the prumes het gepast op zijn Portugaels samenvatten.