“Zalige kerst” is passé
Volgens onderzoek van Onze Taal wensen we elkaar vooral “fijne feestdagen”
HASSELT - “Zalig kerstfeest” heeft afgedaan. “Fijne feestdagen” is onze eindejaarswens van de eerste keus, zo blijkt uit een peiling van het Genootschap Onze Taal. En nee, het is niet om moslims met lange tenen te ontzien, zegt linguïst Wim Vandenbussche. “De taal volgt gewoon de maatschappelijke verandering. Kerst betekent vandaag feest, cadeaus en vakantie. En niet meer het kerstekind en bezinning. Dus verdwijnt de religie ook uit de taal.”
Het is de tweede helft van december en je wil iemand je eindejaarswensen overmaken. In welke bewoordingen doe je dat? Die vraag stelde het Genootschap Onze Taal aan zowat duizend Nederlanders en Vlamingen. Wat blijkt? Zeventig procent wenst een “fijn” eindejaar. Amper twee procent gebruikt nog het bijvoeglijk naam- woord “zalig”. En een dikke helft omschrijft de eindejaarsperiode als “feestdagen” of “feesten”, terwijl amper goed een vierde “kerst” of “kerstfeest” gebruikt. Besluit: de christelijk getinte wensen gaan eruit en maken plaats voor meer neutrale bewoordingen.
Dat doet meteen denken aan de “kerstmarkten” te lande die moeten wijken voor “wintermarkten”. Over de benaming van dat soort markten was dit najaar nog heisa. De “kerstmarkt” zou immers verdwijnen om moslims niet voor het hoofd te stoten, klonk de kritiek. “Terwijl zij deel zijn van onze cultuur”, zei Pol Van Den Driessche (N-VA). Radio 1 tweette dan weer dit: “Mogen we elkaar nog ‘zalig kerstfeest’ wensen? Anno 2018 valt het bij sommigen verkeerd. Volgens een enquête van Onze Taal is ‘fijne feestdagen’ een veiliger alternatief.”
Religieus gevloek
Volgens taalsocioloog Wim Vandenbussche (VUB) heeft het echter weinig met die onveiligheid en met moslims te maken. “Wel is het een taalverandering die een maatschappelijke verandering volgt. Onze samenleving is volledig ontkerkelijkt, en dat sijpelt ook door in ons woordgebruik. Het woord ‘zalig’ was duidelijk gelinkt aan religie. Tot en met de jaren tachtig gebruikten gelovigen het wél en vrijzinnigen uitdrukkelijk níét. Nu is het nauwelijks nog in zwang.”
Het hangt ook samen met hoe we kerst beleven, zegt Vandenbussche. “Dat doen we niet meer als een religieuze periode van bezinning, maar als een periode van ontmoeting, feest en cadeaus. Het woord ‘kerst’ verdwijnt ook niet, hé. Wel verandert de onderliggende betekenis. Hoe we vloeken, illustreert hetzelfde fenomeen. We gebruiken nog wel ‘godverdomme’, maar bedoelen niet meer ‘moge God mij vervloeken’. Trouwens, ‘godverdomme’ moet vandaag ook de duimen leggen voor niet-religieuze vloeken als shit en fuck.”