Draaischijf van buurtleven in Rooierheide
Toen Maria Frederix op haar 35ste met pensioen werd gestuurd na een hersenbloeding, besloot ze zich in te zetten voor het buurtleven in Rooierheide, een wijk in Diepenbeek. Maria nam zoveel hooi op haar vork dat haar man haar soms moest intomen. ‘Vaak vroeg ik me af hoe ze het gebolwerkt kreeg.’
Lid van het zangkoor in Rooierheide, vrijwilligster bij Tevona, lid van de gelovige gezinsgroepen, vrijwilligster bij Samana en bij de pastorale dienst Salvator: als voormalige kleuteronderwijzers leidde Maria Frederix een druk vrijwilligersbestaan, zo blijkt uit haar overlijdensbericht. Telkens vertrok haar engagement vanuit een christelijke inspiratie. Zorg dragen voor haar naasten, ook al had ze het zelf niet altijd gemakkelijk, dat was Maria ten voeten uit.
“O, en dan vergeet ik nog haar sport”, zegt Maria’s weduwnaar John Alenus. “Tot in 1974 speelde Maria basket op hoog niveau: ze was lid van Gems Diepenbeek, die destijds in eerste nationale speelden. Daarna is ze scheidsrechter geworden, de eerste vrouwelijke referee in Limburg. Daar was ze trots op.”
Zwart gat
John noemt bewust het jaartal 1974, omdat het een breuklijn betekende in Maria’s leven. “Eigenlijk kan je haar leven opdelen in een voor en na”, zegt John. “In 1974, een week na de geboorte van ons eerste kind, kreeg Maria een hersenbloeding. Ze was drie weken verlamd en heeft in Leuven in het universitair ziekenhuis gelegen, maar ze is langzaam hersteld.” Toch werd haar leven nooit meer hetzelfde: Maria bleef last hebben van desoriëntatie. “Als ze naar de supermarkt ging, dan kon ze de uitgang niet meer vinden. Met de auto rijden ging nog, ze was zelfs een betere chauffeur dan ik”, aldus John. “Maar vaak wist ze niet meer waar ze was. Als ze naar Overpelt moest, dan belandde ze in Maaseik. Soms zat ik naast haar en gaf ik de commando’s: nu links, hier rechts, stop. Later is de gps gekomen, een serieuze verbetering.” Werken als kleuterjuf ging niet meer. Enkele jaren na haar hersenbloeding, op haar 35ste, werd Maria met pensioen gestuurd. “Daarna viel ze in een zwart gat”, herinnert John zich. “Ze heeft zich herpakt door zich op vrijwilligerswerk te storten. Veruit haar meeste tijd ging op aan Tevona. In Koninksem ging ze gehandicapten helpen die op een boerderij werken.”
Maria werd ook actief in de parochie van Rooierheide. Ze was lid van de parochieraad en verzorgde de gebedswakes, die ze een persoonlijke toets gaf door na een overlijden langs te gaan bij de familie, die ze vroeg de overledene te beschrijven. “De meeste gebedswakes bestaan uit twintig weesgegroetjes en drie onzevaders”, zegt John. “Maar Maria maakte er telkens iets origineels van.” Maria hield van zingen, zestig jaar lang was ze lid van verschillende zangkoren. In Rooierheide richtte ze in 1970 een buurtcomité op, dat nog altijd bestaat. En meer dan dertig jaar is ze lid geweest van de gelovige gezinsgroepen katholieke gezinnen die maandelijks samenkomen om thema’s te bespreken. “Uiteraard ging ik dan mee”, aldus John. “In het begin hadden we het over opvoedkundige thema’s, omdat de meeste gezinnen jonge kinderen hadden. Maar gaandeweg zijn onze onderwerpen verbreed en bespraken we ook de actualiteit.”
Kevin en Eden
Wie altijd in de weer is voor anderen, dreigt zichzelf soms te vergeten. Wat dat betreft, was Maria geen uitzondering, geeft John toe. “Soms vroeg ik me af hoe ze het allemaal gebolwerkt kreeg. Regelmatig moest ik haar intomen: ‘Gaat het wel?’ Maar dat was haar karakter: Maria was een sterke vrouw met een zorgzame inborst. Op de meeste foto’s die ik van haar heb, staat ze samen met kinderen of andere mensen. Dat ze zoveel thuis was, was het geluk dat haar hersenbloeding ons heeft gebracht.”
Maria en John leerden elkaar kennen in een dancing, waar ze een afspraakje maakten om samen te gaan zwemmen. Maar hun date dreigde in het water te vallen. “Omdat ik slecht zie”, aldus John. “Ik was in het zwembad en Maria ook, maar ik vond haar niet. Toen ik haar eindelijk tegenkwam, zei ze dat ik al vijf keer langs haar was gelopen. Maar ik had haar niet gezien en zij had niets durven zeggen.” Maria was destijds lid van de Roodkapjes in Rooierheide, een jeugdvereniging die ze zelf had opgericht. “Dat is ze blijven doen tot we getrouwd zijn in 1967. Ze zat zelfs in het provinciaal bestuur van de VKSJ. Basketten deed ze ook. Ik wist van in het begin dat ik voor een actieve vrouw had gekozen”, grijnst John.
De sport bleef Maria volgen. “Ze beschikte over een opvallend spelinzicht. Dat kwam door de basket, een sport die erg tactisch is”, zegt John. “Als we samen naar het voetbal keken op tv, kon ze zich enorm opwinden. Kevin De Bruyne zag ze het liefste spelen, hij beschikte volgens haar over het meeste spelinzicht. Eden Hazard vond ze maar niets: die speelde te veel voor zichzelf. ‘Die jongen gaat beter tennissen’, zei ze als ze hem bezig zag.”
Bewust afscheid
In 2010 stelden dokters ongeneeslijke lymfeklierkanker vast bij Maria. “Gemiddeld heb je dan nog maar vier jaar te leven, Maria heeft er acht jaar van gemaakt”, zegt John. “Ze heeft een stamceltransplantatie ondergaan, waarna ze drie weken in quarantaine moest blijven. Maar de ziekte kwam terug. Toen Maria wist dat ze ging sterven, is ze haar afscheid beginnen te regelen.” Maria schreef het scenario van haar begrafenis uit en organiseerde een intiem afscheid voor de familie. Nu ja, intiem: met negen broers en zussen en al hun kinderen en kleinkinderen werd het alsnog een drukke bedoening in haar woonkamer. “Er zat dertig man in huis”, aldus John. “Een heengaan is altijd triestig, maar Maria had er iets moois van gemaakt. Ze heeft bewust afscheid genomen van iedereen. Ze had ook een gedicht geschreven, dat ik op haar begrafenis heb voorgelezen.”
Een koor zong, de buurt was er, het werk was af.