‘Quid’ geurt naar Wetstratees
Elke week zoekt taalliefhebber Marcel Grauls naar de herkomst van een woord uit de actualiteit. Wil je als spreker of schrijver extra aandacht voor je woorden dan gooi je er een vreemde taal in. Vandaag is dat meer dan ooit Engels - vraag het aan managers en jongeren - vroeger was dat Frans. En door de eeuwen heen was dat Latijn. Vorige maandag stond twee keer het Latijnse woord ‘quid’ in de krant, eerst in een tussentitel bladzijde 2 en dan in een hoofdtitel bladzijde 4: ‘Quid N-VA?’
De woelingen in de Wetstraat leverden tijdens het weekeinde veel raadsels op, en dan krijg je al die quids, die volgens de Dikke Van Dale gewoon ‘wat?’ betekenen of bij uitbreiding ‘wat betekent dit?’, ‘hoe moet dit nu verder?’ of ‘leg dit eens uit’ Ja, daar dient een krant voor.
Van Dale geeft nog tien voorbeelden van hoe het met een woordje meer nog verder kan: ‘quid nunc?’ (wat nu?) of ‘quid novi?’ (wat voor nieuws?).
Gek genoeg is die quid altijd gekoppeld aan de binnenlandse politiek, hoewel lang niet zo frequent als je vergelijkt met de Franstalige kranten. In de Nederlandstalige kranten van het voorbije jaar lopen de quids in de tientallen, tel je ‘Le Soir ‘La Libre Belgique’ en ‘La Dernière Heure’ samen dan kom je dicht bij zevenhonderd stuks. Daar komt de invloed vandaan, uit Brussel. De ‘quid’ geurt naar Wetstratees. Nederlanders gebruiken ‘quid’ nauwelijks.
Bij ‘quid’ proef je het Latijn sterk, bij ‘quad’ (klein motorrijtuig met brede banden) bijvoorbeeld veel minder. Maar ook in ‘quad’ zit quadri, van vier, vier wielen. Zozeer dat Geert van Zandbrink (20) na zijn humaniora de oude talen niet kon loslaten en er een nieuw boek mee maakte (‘Linea recta naar het eind van je Latijn en een beetje Grieks’ - uitg. Prometheus) onder het motto: “Als je de letterlijke vertaling van Latijnse woorden koppelt aan Nederlandse woorden en hun betekenis, snap je het Nederlandse woord veel beter.”