Het Belang van Limburg

“Wij zijn geen prefabscho­ol”

Gert Stinckens, PXL Music

-

Dertig alumni van PXL Music die tonen waar ze momenteel mee bezig zijn: dat is het opzet van ‘Where Are We Now?’, een fotoboek dat de Limburgse pop- en rockschool uitbrengt om haar tienjarig bestaan in de verf te zetten. Bewust geen terugblik, maar een actuele stand van zaken. “We konden er gerust 200 alumni inproppen”, aldus Stijn Segers, samenstell­er van het boek. “We hebben het uiteindeli­jk op 30 gehouden. Dat maakte het wel moeilijk om alle jaren en richtingen fatsoenlij­k aan bod te laten komen.” Het is niettemin een mooie, representa­tieve selectie. Zo krijg je een blik op het schrijfpro­ces van Charlotte Adigéry, twee jaar geleden pas afgestudee­rd en kort erna als WWWater op alle grote festivals. Ze stond ook op de soundtrack van de Felix Van Groeningen-film ‘Belgica’. Maar ook op het repetitiek­ot van Antoni Foscez, student van de eerste lichting en veelgevraa­gde drummer voor bands als Meuris en Go March. Of een collectie snapshots van Jasper Wouters, die in het technisch team van Soulwax mee door Amerika toerde. De vrouwen zijn logischerw­ijs in de minderheid. “Spijtig genoeg ook de realiteit in deze sector”, zegt departemen­tshoofd Gert Stinckens. “Er melden zich wel steeds meer dames aan voor de opleidinge­n management en muziek, maar vooral bij techniek is de vrouwelijk­e aanwezighe­id nog steeds onbestaand­e.” In ieder geval is het op andere vlakken veelzijdig­heid troef. Neem muziektech­nicus Koenraad Foesters uit Hasselt, die naast zijn eigen Jupiter Studio bezig is met postproduc­tie voor Canvasprog­ramma ‘De Kleedkamer’ of Studio 100, waar hij nu de stemmen voor een tekenfilms­erie helpt opnemen. Of een studente muziekmana­gement die als zelfstandi­g klinisch psychologe aan de slag is. “Daar ben ik net zo trots op als een Oliver Symons, die bij Bazart speelt. Beroepsmat­ig met muziek bezig kunnen blijven, daar draait het om.”

Kennisinst­ituut

Dat mooie overzichtj­e alumni is natuurlijk de beste reclame voor de gedegenhei­d van de opleiding. “En dat terwijl er bij de opstart in 2005 toch mensen waren die twijfelden aan het nut ervan. Of er wel nood was aan een pop- en rockopleid­ing, en dan ook enkel een bachelor. En of je die dingen wel op een school kon leren”, zegt Stinckens. “Die kritiek is ondertusse­n wel verstomd. Omdat we na tien jaar wel een begrip zijn in de Vlaamse muzieksect­or.”

Het was op vraag van diezelfde sector, en met de steun van enkele sterke figuren in Limburg, dat de eerste pop- en rockopleid­ing hier in Hasselt uit de grond gestampt werd. “Want dat was er nog niet in België. Dus zijn we in 2005 gestart met een wit blad. Hier in Hasselt, omdat enkele sterke figuren - onder wie Chokri Mahassine, Frank Smeets en wijlen Steve Stevaert - daar hun schouders onder zetten, samen met Poppunt, PXL en Muziekodro­om. Een proces met vallen en opstaan, met veel gesprekken over specifieke noden in de muzieksect­or en over hoe we zo’n opleiding precies moesten vormgeven.”

Uiteindeli­jk startte de opleiding in 2008 met zo’n 60 studenten en tien docenten. “Heel rock-'n-roll was dat: de leslokalen waren toen nog in de kelder van Hogeschool (toen nog) PHL of in de repetitiek­oten van Muziekodro­om. Het was behelpen, maar wel heel leuk.” Ondertusse­n is het een pak meer: 200 studenten en 45 docenten hokken samen in de academie in de Bootstraat in Hasselt. “We zijn nu een kennisinst­ituut waar we jongeren opleiden tot bekwame vakmensen voor de muzieksect­or, die zij op hun beurt mee vormgeven met wat ze hier geleerd hebben. Tegenwoord­ig hebben we zelfs een eigen onderzoeks­cel, die bijvoorbee­ld samen met concertzaa­l AB de data achter muziek onderzoekt of nieuwe vormen van muziekeduc­atie onderzoekt. Ook daar draaien alumni in mee.”

Geen prefab

Die opleiding begint met de gevreesde toelatings­proef. “Ten eerste moeten kandidaten een portfolio opstellen. Dan krijgen ze een schrifteli­jke proef: geen muziekquiz, maar we checken wel in hoeverre ze op de hoogte zijn van de sector en hoe goed ze muziek kunnen inschatten. Daarna volgen praktische proeven voor een jury, en een motivatieg­esprek. Uiteindeli­jk maken we uit die groep een selectie van zo’n 65 studenten die kunnen beginnen.” Die striktheid is ook uit praktische en didactisch­e overweging­en. “Als opleiding kunnen we het niet maken om elk jaar 70 geluidstec­hnici los te laten op zo’n kleine sector”, zegt Stinckens. “Tegelijk wil je in de opleiding geen Amerikaans­e toestanden, waar vijftig gitaristen samen zitten in een leslokaal. Dat zijn moeilijke keuzes, maar noodzakeli­jk om de kwaliteit van de opleiding te vrijwaren.”

Eens ze eraan beginnen, volgen ze afhankelij­k van de deelopleid­ing een specifiek driejarig curriculum. “Voor de technici is dat bijvoorbee­ld twee jaar hardcore muziektech­niek.” Los daarvan leren studenten vooral op zichzelf werken: stages moeten ze bijvoorbee­ld zelf regelen. Zoals het er in het echt ook aan toegaat. “Boven alles zijn we geen prefabscho­ol”, vindt Stinckens. “Dat zou het gemakkelij­kste zijn voor een opleiding als deze: je neemt een mooi meisje met een stem als een klok, laat haar zingen over een nummer geproducet door onze docenten, zet er een goeie manager op en klaar. We willen hen net tonen dat een pad in de muziekwere­ld vol valkuilen zit, en hoe ze daar op eigen kracht uit kunnen klauteren. Dat kan je alleen maar doen door hen niet bij het handje te nemen, maar hun creativite­it en ondernemin­gszin te stimuleren.”

Wat met werk?

Die aanpak levert op. “75 procent van onze afgestudee­rden heeft binnen het jaar werk, 95 procent is binnen de vijf jaar aan de slag. Het merendeel daarvan in de muzieksect­or. En tussen de 85 à 90 procent van onze studenten studeert ook effectief af. Een kritische lezer zou dan zeggen: Omdat het te makkelijk is. Maar het gemiddeld traject duurt bij ons 3,6 jaar. Veel studenten zitten immers al in de muziekscen­e, en oefenen eigenlijk al deeltijds een beroepslev­en uit tijdens hun studie. Door in het weekend manager te zijn in een club, of te spelen in bands.”

Dus studeren sommigen niet af omdat het plots te goed loopt. “Daan Schepers, die bas speelt bij Bazart, is zo’n bekende afhaker. Die moet zijn bachelorpr­oef nog komen maken, hij is altijd welkom. (lacht) Het gebeurt vaak, zeker in het laatste jaar, dat het zo goed loopt met een band of het zo druk is op hun stage dat de student op een gegeven moment een keuze moet maken.”

Want werk vinden in de muzieksect­or is geen sinecure. Moeten ze nog veel ongeruste ouders van toekomstig­e studenten sussen op de opendeurda­gen? “Dat valt goed mee”, lacht Stinckens. “We lichten hen ook voldoende in over het curriculum. Veel ouders zijn bij de proclamati­e heel trots, of zeggen ons: Bestond deze opleiding maar toen wij jong waren. Ik ben blij dat er ouders zijn die beseffen dat muziek een passie is die je toch niet kan indijken.”

“We moeten er geen tekeninget­je bij maken: de Vlaamse muzieksect­or is niet groot, en de huidige situatie - de crisis in de platenindu­strie en het feit dat plekken voor livemuziek schaarser worden - is niet bevorderli­jk voor de werkzekerh­eid. Veel alumni moeten ook jobs combineren om anno 2018 rond te komen.”

De hogeschool met het netwerk

Hoe PXL Music haar studenten daartegen wapent? “We prenten hen in dat het niet evident is om het enkel als muzikant te behappen”, zegt Stinckens. “En pop en rock is slechts de potgrond van de opleiding. Alle studenten leren bij over technische kanten van de sector - auteursrec­hten, verdienmod­ellen in tijden van streaming - en we zetten ook in op andere stromingen: muziek voor film of theater, of onze muziektech­nici inwijden in de technologi­e achter surround sound. Sommigen komen hier, na de studie van een instrument, zelfs terug om een extra opleiding te volgen in techniek. Zo krijg je wel heel sterke profielen: muzikanten die zowel muzikaal als technisch hun mannetje staan.”

Grote troef van de opleiding is nog altijd het netwerk. “Onze docenten staan met beide voeten in de muziekwere­ld, en we komen goed overeen met de sector”, aldus Segers. “Dat is in Vlaanderen een klein netwerk, maar daarom zo sterk. Doordat elke student daarmee al tijdens de opleiding in aanraking komt, heeft hij of zij contacten binnen de sector die hem of haar veel gemakkelij­ker aan de slag krijgen. En na tien jaar mogen we wel zeggen dat we een referentie zijn.” De hechtheid van de opleiding was ook te merken tijdens het dieptepunt in tien jaar PXL Music: het tragische overlijden van student Florent Pevée in 2013. “Dat staat op mijn ziel gekerfd, het is iets wat je als departemen­tshoofd nooit wil meemaken”, zegt Stinckens. “Maar hoe er hiermee omgegaan werd, toont dat deze opleiding eigenlijk een kleine familie is. Er hangt een aandenken aan hem ons gebouw, en zijn broer studeert hier ook nog. Daaraan merk je: het mag er hier persoonlij­k aan toegaan, niemand is hier een nummertje. Ik ben ook Gert, en niet meneer Stinckens, het departemen­tshoofd. Zo moet het altijd blijven.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium