De familie Reykers
Drie generaties lang bij Looi Sport en THES
De familie Reykers loopt als een rode draad door de geschiedenis van Looi Sport en THES. Bompa Roger (78) was er in de jaren vijftig en zestig doelman in vierde en derde nationale, zoon Marc (55) was er twintig jaar later centraal achterin de rots in de branding en is nu T2 bij het eerste elftal, zoon Mathijs (23) is al jaren tweede doelman bij THES B en Simon (19) debuteerde dit seizoen in de hoofdmacht in eerste amateur. Als klap op de vuurpijl was clubicoon Vic Theys, die in 2009 overleed, de schoonvader van Marc. Hoog tijd voor een portret.
We schrijven 1956, wanneer de amper zestienjarige Roger zijn debuut maakte bij vierdeklasser Looi Sport.
“Door een blessure van de eerste doelman kreeg ik mijn kans en die heb ik letterlijk met beide handen gegrepen”, zegt hij fier. “Daarna ben ik in de ploeg gebleven. En blijkbaar heb ik het heel goed gedaan, want als ik de krantenknipsels van die tijd lees, wordt er toch vaak positief over de keeper geschreven (lacht). Ik heb veel mooie herinneringen, maar de mooiste is de bekermatch van 1969 bij het Anderlecht van Van Himst, Puys en Bergholtz. We speelden een goede wedstrijd, maar bij een corner ging Van Himst onder de bal door en kopte Bergholtz de enige goal van de wedstrijd via de lat binnen. Naast die bekermatch was de titel in 1972 uiteraard ook een schitterende ervaring.”
Op zijn twintigste trok Roger naar eersteklasser Diest. “Ik was er tweede doelman, maar heb er geen spijt van. Ik wilde eens iets anders, ik wilde ervan geproefd hebben. Na een jaar trok Ol. Charleroi aan mijn mouw, maar omdat ook Looi me zo graag wilde, ben ik teruggekomen.”
Na zijn actieve voetbalcarrière was Roger bij Looi Sport onder andere nog keepers- en jeugdtrainer.
“Ik heb mijn pa nog als trainer gehad bij de scholieren”, vult zijn zoon Marc aan. “Hij was heel streng voor mij, ik heb op mijn negentiende voor het eerst gehoord dat ik een goede match speelde (lacht). Op zich was dat best heftig, anderzijds vind ik het ook niet slecht. Spelers worden vaak te hard gepamperd en dat werkt soms averechts.”
Eerste klasse
Het is niet zeker of het met de strenge aanpak van Roger te maken had, maar feit was wel dat ook Marc zich al op zijn negentiende in het eerste elftal knokte. “Vanaf het tweede seizoen stond ik vast in de ploeg met mannen als Willy Reynders en Jos Beckx. Na twee seizoenen versierde ik dan een transfer naar Beerschot en kwam in eerste klasse twintig keer aan de aftrap. Daarna volgden een jaar Geel en zes seizoenen Westerlo. KVC leende me in 1990 uit aan Looi, waar ik toen nog met huidig voorzitter Wendy De Wit speelde. Al stond die toen wel wat scherper (lacht). Na Westerlo lag ik anderhalf jaar in de lappenmand en leek mijn carrière ten einde, maar mijn
Marc REYKERS schoonvader Vic Theys was toen afgevaardigde in Hulst en overtuigde me om bij hem in tweede provinciale aan de slag te gaan. Daar voetbalde ik dan weer met huidig clubarts Kristof Camps en bestuurslid Wim Peetermans. Het waren mooie tijden.” Wanneer Marc praat over Hulst, denkt hij meteen aan de impact die zijn schoonvader Vic had op het voortbestaan van de club. “Het is dankzij hem dat het voetbal in Tessenderlo is blijven bestaan”, klinkt het overtuigd. “Hij bleef er na het faillissement van Looi Sport in geloven en heeft mensen overtuigd om de club in leven te houden. Zonder hem was dit er allemaal niet meer geweest. En hij wordt nog steeds gemist. Maar wat de huidige bestuurslui daarna verwezenlijkt hebben, is met geen woorden te beschrijven. Vic, samen met de huidige bestuursploeg, dat zou een geweldig tandem geweest zijn.” Nadat Marc de schoenen definitief aan de haak had gehangen, werd hij nog anderhalf seizoen T1 bij Hulst en twee jaar bij THES (afge- sloten met een titel), daarna volgden Halen, Penarol Engsbergen en BS Sport. Ondertussen is hij aan zijn zevende seizoen als T2 bezig. Ook de derde generatie Reykers is aan zijn verhaal bij THES begonnen. “Bij Mathijs zag ik als duiveltje dat hij keeperskwaliteiten had en ik heb dat toen aangemoedigd. En daar heb ik wel spijt van. Ikzelf wilde vroeger ook doelman worden, maar ik mocht niet van mijn ma. De keeper heeft het altijd gedaan, zei ze dan. Toen begreep ik dat niet, maar nu ik Mathijs in doel zie staan, begrijp ik haar maar al te goed (lacht).”
Simon had zijn vader twee jaar als coach bij THES en trok als achtjarige voor zes seizoenen naar Racing Genk, daarna werden het vijf jaar Westerlo.
“Ik heb er niks mee te maken dat hij opnieuw in THES speelt, ze zijn het zelf komen vragen”, zegt Marc. “Ik vond het belangrijk dat hij zeker een heel seizoen bij de A-kern zou trainen, dan werd het sowieso geen verloren jaar. En kijk, ondertussen heeft hij al twee basisplaatsen beet. Uiteraard had ik bij zijn debuut stress. Ik was blij dat hij het zo goed deed. We zullen zien wat de rest van het seizoen in petto heeft.” Naast Simon en Mathijs heeft Marc met Saartje nog een dochter, die op haar beurt voor de opvolging zorgde. “Dante is nog maar twee jaar, maar met een familienaam als Bartolucci kan het niet anders dan dat hij over enkele seizoenen bij Juventus speelt”, schatert Marc.
Pa was heel streng voor mij, pas op mijn 19de heb ik voor het eerst gehoord dat ik een goede match had gespeeld