1.000 vrouwen en 138 Ferrari’s
“Sterven is een kunst, zoals alles. Ik doe het uitzonderlijk goed.” De jonge Bruggeling Jean-Pierre Van Rossem was er ondersteboven van toen hij dit vers van dichteres Sylvia Plath las. Misschien waren het ook de laatste zinnen die door zijn hoofd spookten voor hij donderdagnacht stierf in het ziekenhuis. Volgens zijn advocaat Peter Callebaut aan de gevolgen van een doorrookt leven. Want Van Rossem was een kettingroker in het kwadraat. Minstens 3,8 miljoen sigaretten heeft hij opgestoken, zoals hij ooit zelf uitrekende. “Ik krijg jaarlijks 5 miljoen euro van Belga om op televisie constant hun sigaretten te roken. Ik ben een levend reclamebord.” Hij zwoor de sigaret pas definitief af in mei dit jaar, na een operatie waarbij de dokter nog net zijn been had kunnen redden.
Professor Van Rossem
Van Rossem was vooral een man die zeer goed kon leven. Meerdere levens heeft hij geleefd én verbrod. “Ik ben een klootzak geweest, maar wel een interessante klootzak”, zei hij zelf. Het eerste leven dat hij verbrodde, was dat als ernstig academicus. Tot twee keer toe zelfs miste hij die boot. Toen hij als beloftevolle handelswetenschapper bij de latere Nobelprijswinnaar Lawrence Klein stage liep in de Verenigde Staten, raakte hij verslaafd aan de heroïne. Als junk keerde hij terug naar België, en hij begon met de begeleiding van studenten in zijn repetitorenkantoor in Gent. “Ik onderbrak de lessen met mijn studenten om een shot te zetten. Eten deed ik amper, zodat ik graatmager werd. Zelfs vrouwen interesseerden me niet meer. De flash die ik kreeg door te spuiten, was het enige doel in mijn leven”, zei hij over die periode.
Op een bepaald moment woog de man met de baard en lange vettige haren nog amper 46 kilogram. Een rechter redde uiteindelijk zijn leven door hem vier jaar naar de gevangenis te sturen. Toen hij vrijkwam, kreeg hij een aanbod om te beginnen als professor Informatica. Maar de afgekickte junk koos op dat moment resoluut voor het geld. Hij schreef liever scripties en zelfs doctoraatsstudies voor rijkeluiskinderen met de nood aan een diploma, maar met weinig ambitie of intellect, dan zich te profileren als academicus. “Als wetenschapper had ik dat excentrieke leven niet gehad, en zou ik zo’n grijs bestaan wel aankunnen? Dat is een dilemma waar ik nooit uitgekomen ben”, zei hij hierover in ‘Humo’. Volgens Van Rossem was zijn bizarre leven vooral het gevolg van de dood van zijn broertje. Hij noemt de dag waarop Paul onder een vrachtwagen liep terwijl ze tegen elkaar aan het lopen waren een sleutelmoment.
Beursgoeroe en Formule 1baas
Terwijl hij de rijkeluiskinderen bijlessen gaf, overtuigde hij hun ouders om hun centen door hem te laten beleggen. Want JPVR beweerde dat hij een rekenkundig model had bedacht waarmee hij de beurs kon voorspellen. Van de eerste tot de laatste, allemaal geloofden ze in het beursbedrijf Moneytron dat hij daarvoor oprichtte. Hoewel Van Rossem altijd het tegendeel bleef beweren, was de enige die er rijker van werd hijzelf. Het was het moment dat heel Vlaanderen de flamboyante en schatrijke Van Rossem leerde kennen. In 1988 stond er maar liefst 791 miljoen dollar op zijn bankrekening. “Ik heb mezelf toen een schuitje cadeau gedaan: de Destiny, een jacht van 89 miljoen dollar. Puur voor de show. Bij het jacht hoorden nog 89 ventjes: kapitein, koks, personeel.”
Van Rossem kocht ook 138 Ferrari’s, soms drie tegelijk. Hij scheurde er tegen duizelingwekkende snelheden mee over de Vlaamse wegen en parkeerde ze het liefst fout. Het is geen wonder dat hij de boetes opstapelde. Maar wat kon het hem schelen. The sky was the
limit. Op een bepaald moment was hij zelfs de eigenaar van een Formule 1-team, twee vliegtuigen en een hotel in New York met 264 kamers dat hij later aan Donald Trump verkocht. Naar eigen zeggen deelde hij ook met meer dan duizend vrouwen het bed.
Politieke eendagsvlieg
Begin 1990 kondigde Van Rossem zelf het bankroet aan. Een jaar later vloog hij tijdelijk de cel in op verdenking van oplichting. Het belette niet dat hij als verdachte in een fraudedossier toch verkozen geraakte als Vlaams volksvertegenwoordiger. Met de verkiezingsleuze ‘Geen gezwijn, stem libertijn’ veroverde zijn partij drie zetels in het parlement, voornamelijk met de hulp van proteststemmers. Niet dat JPVR politiek veel potten brak. Zijn opmerkelijkste politieke passage vond plaats tijdens de eedaflegging van koning Albert II in 1993. “Vive la république d’Europe! Vive Julien Lahaut (een communist die Vive la république had geroepen tijdens de eedaflegging van Boudewijn en een week later werd vermoord, nvdr.).” JPVR beweerde hier later twee zaken over. Ten eerste dat hij daartoe opgestoken was door andere politici. Ten tweede dat hij uit eigen wil had geroepen, maar het koningshuis wel met een brief had verwittigd. Zijn partij lag dan al
aan duigen.
Twee jaar later stapte JPVR uit de politiek, in het jaar dat hij bij verstek tot vijf jaar gevangenis werd veroordeeld voor valsheid in geschrifte, bedrieglijke bankbreuk en misbruik van vertrouwen. Een straf die hij in december 1997 moest uitzitten. In juli 1999 kwam Van Rossem voorwaardelijk vrij.
De man die niets meer verwachtte
Iedereen denkt dat hij totaal berooid eindigde, maar onlangs beweerde Van Rossem in de documentaire die Peter Boeckx over hem draaide voor Vier dat hij nog tot 2014 een heel mooi leven had. In weelde. Een schril contrast met het armtierige appartementje waar ze hem voor de docu filmden in Kapelle-op-den-Bos. Maar ongelukkig was hij niet, zo hield hij toch vol als de camera’s draaiden. Al zou hij wel zelfdoding plegen als hij opnieuw twee jaar naar de gevangenis moest, zoals de rechter vorige maand nog besliste in een dossier rond oplichten en witwassen. “Ik heb een schitterend leven gehad. Spijt, dat heb ik van een waslijst dingen. Maar had ik het anders gedaan, was het nooit zo boeiend geweest. Ik verwacht niks meer van het leven. En ik heb nog alle herinneringen aan vroeger.”