EU opent achterpoortje voor palmolie in diesel
Palmolie drie keer zo schadelijk voor het klimaat als gewone diesel
BRUSSEL - De Europese Commissie zet biobrandstof op basis van palmolie op het strafbankje. Diesel op basis van palmolie is niet duurzaam. Tegelijk worden achterpoortjes om palmolie alsnog te gebruiken, opengezet, vindt de ngo Transport & Environment. “De Europese Commissie geeft met de ene hand wat met de andere werd weggenomen”, zegt Laura Buffet van Transport & Environment.
De Europese Commissie oordeelde vorige week dat de productie van palmolie de oorzaak is van aanzienlijke ontbossing en dus niet langer past in het kader van de Europese doelstellingen op het vlak van groene brandstoffen. Vorig jaar werd er in het Europees Parlement al gestemd over een uitfasering van palmolie als ingredient van biodiesel vanaf 2023 en een totaal verbod in 2030. Vandaag bestaat zo’n zeven procent van de diesel aan de pomp uit zogenoemde biobrandstoffen. Vandaar de benaming B7 aan de pomp. Biobrandstoffen zijn brandstoffen op basis van onder meer soja-, koolzaad- en palmolie, maar ook van allerlei vetten en oliën. Tegen 2020 zal het aandeel biobrandstof toenemen tot 10 procent, tegen het jaar 2030 zelfs tot 14 procent. Omdat biobrandstoffen hernieuwbaar zijn, worden ze gezien als een duurzaam alternatief voor fossiele brandstoffen. Zolang biobrandstoffen worden geproduceerd van afval, klopt dat ook, maar bij biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen is het effect op het klimaat desastreus. In landen als Indonesië en Maleisië worden grote stukken waardevol regenwoud systematisch gekapt. In Indonesië alleen al werden de voorbije drie jaar 130.000 hectare regenwoud gekapt om palmolie te kunnen produceren. Palmolie brengt bovendien de biodiversiteit in het gedrang.
Kentering
Terwijl het gebruik van palmolie voor de cosmetica- en voedingsindustrie de voorbije tien jaar geleidelijk is gedaald, is het gebruik van palmolie als biobrandstof fors gestegen. Vandaag bestaat ongeveer 7,5 procent van de biobrandstof die aan gewone diesel wordt toegevoegd uit palmolie. Palmolie is als biobrandstof al langer omstreden. Het is maar liefst drie keer schadelijker dan fossiele diesel, terwijl sojaolie twee keer slechter is voor het milieu. Vorig jaar was er in België voor het eerst een daling van het gebruik van palmolie als brandstof, maar die daling werd meteen teniet gedaan door het gebruik van sojaolie, dat fors is gestegen. Om de lont uit het handelsconflict van de EU met de Verenigde Staten te trekken, werden de importtarieven voor Amerikaanse soja namelijk geschrapt.
Achterpoortjes
De Europese Commissie zette echter ook een aantal achterpoortjes open, vindt de ngo Transport & Environment, zodat palmolie toch nog gebruikt kan worden, en zelfs evenveel als nu. De Commissie deed dit onder druk van Maleisië en Indonesië, die hadden gedreigd met een handelsoorlog.
Zo is het nog steeds mogelijk om palmolie te gebruiken die wordt gewonnen op grond die niet voor iets anders wordt gebruikt en op onafhankelijke plantages van maximum vijf hectare. Volgens T&E zal dat de ontbossing niet tegenhouden, omdat dit juist het businessmodel is van sommige grote producenten. “Je kan diesel op basis van palmolie niet eerst bestempelen als niet duurzaam, en vervolgens alle achterpoorten opzetten”, aldus Laura Buffet van T&E.