Ex-collega’s begrijpen niet wat Sigrid Spruyt bezielt
Aan de Reyerslaan is het boek van ex-collega Sigrid Spruyt sinds gisteren gespreksonderwerp nummer één. Niet omdat het zo goed zou zijn, wel omdat niemand begrijpt wat Spruyt bezielt om tien jaar na haar vertrek zo uit te halen.
Bronstige bonobo, Bunzing, Pastoor, Machiavelli, Kloon,... In ‘Dagboek van een anker’ krijgen de VRT-journalisten uit de tijd van Sigrid Spruyt (54) weinig flatterende bijnamen. Het boek is een lange afrekening met haar ex-collega’s. Vooral Martine “bunzing” Tanghe, met wie Spruyt jarenlang samenwerkte tot ze in 2007 de nieuwsdienst verliet, krijgt er stevig van langs.
“Iedereen wist in die periode dat zij niet de beste vriendinnen waren”, reageert ex-journalist Leo Stoops, die als eindredacteur met hen beiden samenwerkte. “Maar ik wist niet dat het zo diep zat. Mij leek het eerder een gezonde, professionele concurrentie. Dat had ook geen enkele negatieve impact op hun werk. Ze zaten naast elkaar op de redac- tie en de rangorde stond niet ter discussie: Martine Tanghe deed om 19 uur de belangrijkste uitzending, en Sigrid Spruyt het late journaal.”
Volgens een andere oudgediende, Walter Zinzen, is er altijd wel een zekere spanning tussen de schermgezichten. Hij noemt dat “de na-ijver tussen ijdeltuiten die met hun gezicht op tv komen”. “Iets wat trouwens niet typisch voor vrouwen is, dat gebeurt evengoed tussen mannen.” Zinzen heeft nooit rechtstreeks met Sigrid Spruyt samengewerkt. “Maar ik vond haar zeker een goede verslaggeefster en een goed anker. Ik heb haar zelfs enkele keren voor ‘Panorama’ (de voorloper van ‘Pano’, red.) gevraagd, maar dat heeft ze geweigerd. Al weet ik niet waarom.”
Persoonlijke afrekening
Bij de huidige VRT-generatie overheerste gisteren onbegrip en ook kwaadheid. “Dit is een persoonlijke afrekening”, klinkt het anoniem. “Dit zegt meer over Sigrid Spruyt dan over de nieuwsdienst.” Leo Stoops, die met pensioen is, zit met hetzelfde gevoel. “Het is niet netjes om tien jaar na je vertrek zo na te trappen”, zegt hij. “Vooral voor iemand die bij de VRT zoveel kansen heeft gekregen.” Stoops stoort zich ook aan een van de voorbeelden die zij geeft om aan te tonen hoe de VRT “het bedje spreidde voor Vlaams Belang en populisme”. Na de moord op Joe Van Holsbeeck in 2006 zei ‘Het Journaal’ dat de daders “van Marokkaanse afkomst” waren, terwijl het in werkelijkheid Poolse zigeuners waren. “Maar dat was informatie van het parket, waarop alle media zich baseerden”, zegt Stoops. “Achteraf heeft het parket toegegeven dat het fout was. Dan moet je niet doen alsof wij dat zelf hebben uitgevonden.” Volgens Spruyt geeft de VRT te veel ruimte aan de luidste roepers, waardoor de berichtgeving bol staat van de steekvlammen en de conflicten. Ex-hoofdredacteur Carl Voet vindt dat zij daar wel zinnige dingen over te vertellen heeft. “Alleen geraakt haar inhoudelijke verhaal helemaal ondergesneeuwd door die persoonlijke aanvallen. Ze verwijt de media dat ze leven van het conflict, maar eigenlijk doet ze met haar boek hetzelfde.”
Ze doet zelf wat ze de media verwijt: het conflict opzoeken Carl VOET Ex-hoofdredacteur