De lapjesdeken
Een ballon, een beer, wat toverpoeder en een koe, het zijn ingrediënten die in de afgelopen week hun weg naar m’n schrijfkeuken hebben gevonden. Ik stond voor de opgave om van dit aanbod een samenhangend geheel te maken. Misschien had ik geen rode draad nodig om de onderwerpen met elkaar te verbinden? Ik dacht aan een lapjesdeken, en hoe wat stikwerk volstaat om verschillende stukken stof bij elkaar te houden.
Vandaag maak ik een lapjesdeken. Het is nog altijd winter, hopelijk zitten er niet te veel gaten in het verhaal, zodat dit dekentje u nog een beetje warm kan houden.
* * *
Veel is er soms niet nodig om van iets moois iets lelijks te maken.
Op de terugweg van de boswandeling kon ik het blauwe onding al van ver zien liggen. Een half uur geleden was het er nog niet. Welke snoodaard had zwerfvuil in het landschap achtergelaten?
Ik probeerde me de wandelaars te herinneren die ik onderweg was tegengekomen – leken allemaal vriendelijke lui, geen enkele met het profiel van een eco-vandaal. Het blauwe stuk plastic was amper zo groot als m’n hand, maar toch had het alle aandacht uit het winterlandschap naar zich toegetrokken, zoals een vieze smeer op een wit canvas.
Alles veranderde plots toen ik merkte dat het blauwe plastic een lege ballon was. Het ding had deze plek gekozen om zijn laatste adem uit te blazen. ‘Happy Birthday’ stond erop in witte letters, en om de knoop zat nog een geel touwtje. Had een kind een traan gelaten toen de feestballon uit zijn handje was geglipt? Er is soms ook niet veel nodig om van iets lelijks iets moois te maken.
* * *
Je hebt pas iets vergeven, wanneer je verstaat dat er niets te vergeven viel
Göran Troell (1959 -) ; ‘Det kan lika gärna gå bra’; (2013), p.142
* * *
Een rookwolk kwam van bij de buurvrouw overdrijven. Ergens brand, dacht ik even.
De rook kwam uit de kruin van de hazelaar – de mannelijke katjes staan nu in bloei. Aangewakkerd door een lichte bries ontwikkelde zich zuchtend een wolk van stuifmeel. Het kopergele poeder trok een nevelgordijn door de tuin. Af en toe kon de zon erdoor schijnen, dan weer niet. De kracht van toverpoeder.
* * * Klasmaatje Cathy stuurt me regelmatig het woord-vande-dag van een Zweedse website. Vandaag was het ‘björntjänst’, letterlijk: ‘berendienst’. Wanneer je iemand een berendienst bewijst, dan doe je hem daar geen plezier mee, je helpt hem van de wal in de sloot.
Het woord bestaat ook in andere talen – ‘le pavé de l’ours’; ‘der Bärendienst’ – en verwijst naar een fabeltje van La Fontaine, over een tuinman die bevriend raakt met een beer. De man leert het dier allerhande kneepjes, waaronder het weghouden van vliegen wanneer hij zijn dutje doet. Op een namiddag, terwijl de tuinman een uiltje knapt, zit de beer een uitzonderlijk lastige vlieg achterna. Wanneer die op de man landt, gebruikt de beer een straatsteen om het insect te verpletteren. Vlieg dood, maar ook man. Twee in één klap.
* * *
Als er dan toch iets van een rode draad in onze lapjesdeken zou kunnen ontwaard worden, dan is het misschien een Zweeds thema. Een blauw-gele draad eerder dan een rode.
Enkele weken geleden was de film ‘Unga Astrid’ (Jonge Astrid) in de bioscoop te zien, over de jeugd van de beroemde Zweedse kinderboekenschrijfster Astrid Lindgren. Een oprecht en pakkend verhaal .
Een beeld uit de film dat ik niet snel zal vergeten, is van Astrid als jong meisje terwijl ze haar vader met het uitmesten van de koestal helpt. Het is winter en bitterkoud. De vader pauzeert even, en vraagt aan zijn dochter: “Zullen we ons nu even opwarmen?” Je stelt je daar als toeschouwer van alles bij voor, en wordt aangenaam verrast door het beeld van de handen van vader en dochter op de zachte, warme rug van een koe.
* * *
Onze deken is af. Maar wanneer ik aan een lapjesdeken denk, dan vind ik dat er ook een lapjeskat bij hoort. Hier in een haiku van Issa:
hoor het belletje van de lapjeskat – vannacht is een zeldzame chrysant opengebloeid
Good luck en tot ziens.
Issa Kobayashi (1763-1828)