“We horen van de cipiers dat de gevangenen rustiger zijn”
PXL-STUDENTEN LEGGEN TUIN AAN IN GEVANGENIS
Ze zijn letterlijk met wortelen (en kolen, pompoen, prei) begonnen in hun therapietuin in de penitentiaire instelling van Wortel. Studenten ergotherapie en groenmanagement van hogeschool PXL, samen met vrijwilligers en de gedetineerden van Wortel zelf. “En dat werkt. We horen van de cipiers dat de gevangenen rustiger zijn, minder agressief. Ze voelen zich beter, leren opnieuw werkattitudes. Dat waren kwetsbare gedetineerden, die anders niet buiten kwamen”, zegt docent Johan Lemmens (PXL).
Voor studenten is dat toch niet alledaags tussen die ‘zware jongens’ in een strafinstelling?
Johan Lemmens (lector ergotherapie): “Het was ongetwijfeld even wennen voor de meesten. Maar we krijgen alleen positieve reacties. Dat ze zich daar zelfs veiliger voelen dan soms in een psychiatrisch centrum of zo. Omdat alles zo strikt geregeld is. De grenzen zijn heel duidelijk, iedereen houdt zich eraan. Want ook maar één foute handeling heeft consequenties. Ze zijn met heel veel respect behandeld door de gevangenen.”
Vandaag werken jullie in gevangenissen, in behandelingscentra voor drugsverslaafden, in bejaardentehuizen, bij kansarmen… Maar eigenlijk is het gestart met een afvalintercommunale?
François Jacobs (Limburg.net): “Als afvalintercommunale lijken we misschien een vreemde eend in deze bijt. Maar het idee kwam inderdaad van ons, om met Velt via ‘samentuinen’ mensen effectief weer samen te brengen. Dat had te maken met het kringloopverhaal: we wilden mensen leren composteren, tonen hoe ze dat organisch materiaal in een tuin kunnen gebruiken, maar hen tegelijk ook goed doen voelen in dat groen en hen met elkaar in contact brengen. Intussen zijn er al een 23-tal van die samentuinen in Limburg. Maar dat is voor mobiele mensen, die zich nog goed kunnen inzetten in een tuin. Waarop we steeds meer de vraag kregen van bijvoorbeeld OCMW’s of dat ook niet kon voor minder mobiele mensen of andere doelgroepen. Zo zijn we gestart: via de vzw Terra Therapeutica zijn we met kwetsbare mensen gaan werken en in Diepenbeek zijn we begonnen met onze eerste therapietuin. De studenten groenmanagement van PXL zorgen voor de expertise in het aanleggen en onderhouden van een tuin. De studenten ergotherapie bekijken hoe je het groen zinvol in een behandeling kan gebruiken. We hadden heel snel allemaal een match.”
Een volgende stap was aan woonzorgcentra, zeg maar bejaardentehuizen?
Moncy Vidal (werkstudente PXL): “In Dilsen-Stokkem had je zo’n ‘samentuin’ aan het dienstencentrum. Iedereen mocht daar meewerken, maar we merkten dat het toch te ver was voor de mensen van het woonzorgcentrum. Als student ben ik dan met de bewoners, het personeel, familie en de vrijwilligers gaan praten. Wat zouden ze willen veranderen aan hun eigen tuin, wat hadden ze graag gezien? Voor die bewoners is dat vaak een openbaring, weer even verse lucht. Ik ben nu intussen elders bezig in een dagcentrum. Toen we daar met ons tuinproject begonnen, kwam er een vrouw van 97 jaar naar ons toe. Wat we gingen doen? Ze vond het zalig toen ze het hoorde. Letterlijk de volgende dag was ze al daar met haar gerief. Ik heb zelfs foto’s moeten maken die ik naar haar zoon moest sturen, om te laten zien wat ze allemaal gedaan had. In Dilsen had de tuin aan de afdeling voor mensen met dementie prioriteit. Want dat was eigenlijk gewoon een grasperk met wat hagen
errond. Wat zeker moest veranderen, was het wandelpad. Dat was een recht pad, dat meteen naar het poortje aan de uitgang leidde. De bewoners met dementie liepen daar altijd rechtstreeks naartoe en bleven daar dan aan het poortje rammelen. Het pad moest dus circulair worden, waardoor ze kunnen rondwandelen. We hebben ook veel met kleur gewerkt. En tegen de muur staat altijd een borstel, waarmee ze de koer kunnen vegen. Zoals ze dat vroeger ook thuis deden. Heel vertrouwd. De tuin is zo’n succes dat er zelfs familieleden vragen of hun moeder of vader toch ook niet naar
die afdeling mag verhuizen. Want die zitten daar aan zo’n mooie tuin...”
François Jacobs: “En toch wordt dat groen vaak nog over het hoofd gezien. We hebben het meegemaakt hoe een woonzorgcentrum een nieuwbouw van 10 miljoen euro had neergezet, maar geen 3.000 euro kon besteden aan de tuin. Mensen moeten echt nog overtuigd worden van de helende effecten van zo’n tuin. Een therapeutische tuin in de ouderenzorg is niet zomaar een moestuin of wat tuinieren in verhoogde bakken: het is een belevingstuin, voor alle zintuigen. De tuin nodigt uit om buiten te komen en zorgt voor een huiselijk gevoel.”
Moncy Vidal: “Uit studies blijkt dat mensen in een woonzorgcentrum gemiddeld 6 minuten per dag buiten komen. In de therapietuin is dat al snel 1,5 uur. Goed voor geest en lichaam. Vitamine D is bijvoorbeeld belangrijk bij dementie. En de therapie loopt ook door na de aanleg: er is het water geven, de oogst, soep of confituur maken, vogelhuisjes knutselen in de winter,...”
Maar hoe gaat het van een bejaardenhuis naar de gevangenis?
Herman Vereycken (Terra Therapeutica): “Ik ben een jonggepensioneerde, op 35 jaar kon ik stoppen met werken. Tja, ofwel kon ik dan elke dag op café gaan, ofwel ging ik tuinieren (lacht). Zo ben ik als vrijwilliger in de tuin gaan werken met mensen met een beperking, sans-papiers, drugsverslaafden,... Samen met PXL zijn we dan in Engeland gaan kijken bij Thrive, een organisatie die in Europa toonaangevend is in ‘sociaal en therapeutisch tuinieren’. Zij werken bijvoorbeeld ook in gevangenissen. In België kwam er dan de vraag om in de penitentiaire instelling van Wortel aan de slag te gaan. Met gevangenen die ze niet konden bereiken met het gewone aanbod. Die gasten zaten zowat 24 uur per dag in een cel. Zo zijn wij dan met hen gestart aan een moestuin, om hen buiten te krijgen.”
Johan Lemmens: “Het was de bedoeling om die kwetsbare groep opnieuw een aantal gedragsattitudes aan te leren, waardoor ze ook konden doorstromen naar de andere werkateliers. Zoals: op tijd starten, op een bepaald tijdstip stoppen, leren samenwerken, richtlijnen volgen, elkaar aanwijzingen geven… Dat gebeurt samen met onze studenten en met vrijwilligers. Want ook dat vinden we belangrijk aan dit project: ‘gezonde’ en kwetsbare mensen samenbrengen, laten samenwerken. Dat heeft voor allebei gunstige effecten.”
De gedetineerden hebben intussen zelfs al plannen voor een bloementuin?
Herman Vereycken: “We zijn daar gestart met kolen, bonen, wortelen. Maar ze vroegen of er ook geen aardbeien en bessen konden geplant worden. Want ze mogen natuurlijk niet zelf koken in hun cel, die groenten konden ze niet verwerken. Maar fruit kunnen ze gewoon meenemen naar binnen. Nu hebben ze gevraagd of er ook geen stukje met bloemen kan komen, om hun cel wat op te fleuren.”
Johan Lemmens: “Kleine dingen kunnen op die manier heel veel betekenen. Zo zijn er ook pompoenen geteeld. De mannen mochten die dan meenemen als hun kinderen op bezoek kwamen. Ze waren daar echt trots op. Op die manier leren ze ook opnieuw zorg te dragen voor iets of iemand. De groenten zelf hebben trouwens ook hun bijkomend nut: die gaan naar de voedselbank.”
In Leuven-Centraal zijn jullie zelfs een beetje terug in de tijd gegaan, naar het verleden van dwangarbeid?
Herman Vereycken: “Daar leek het toch een beetje op (lacht). Maar het was puur op eigen initiatief en met veel enthousiasme. Handmatig hebben de gevangenen daar de betonnen koer opgebroken om er een tuin aan te leggen. Tja, je kon de gevangenis binnenrijden met grote graafmachines… Het idee voor de tuin kwam van de directrice. Aan de gerenoveerde vleugel, waar de zwakkere gevangenen en de levenslang gestraften zitten. Om de wandeling een beetje aantrekkelijker te maken. Je zit daar met heel veel beton en grijze muren. Nu hebben ze een tuin, samen met de gevangenen heeft een student groenmanagement het ontwerp gemaakt. In twee maanden tijd lag de tuin er. Tja, die mensen waren altijd aanwezig om te werken. Je moest niet kijken naar agenda’s of momenten waarop ze zich vrij konden maken (lacht). Het verschil met deze therapietuin en die van Wortel is being en doing. In Wortel was het bedoeld om de gedetineerden te activeren, om hen actief bezig te laten zijn in de moestuin. In Leuven-Centraal gaat het om het tuingevoel, de therapie van een groene omgeving waarin je kan rondlopen en je goed voelen. In een gevangenis is er altijd lawaai. In de tuin is het de bedoeling dat ze een beetje rust vinden, het gevoel van buiten, even in stilte kunnen zitten. Daar is ook allemaal op gelet bij de aanleg, zo zijn er bijvoorbeeld vlinderstruiken gezet voor de beleving.”
In Genk bij Katharsis gaan de studenten nu met herstellende drugsverslaafden aan het tuinieren?
Johan Lemmens: “We zijn intussen met onze studenten en de therapietuinen heel breed actief bij kwetsbare mensen of mensen die zorg nodig hebben: in de gevangenissen van Leuven-Centraal en Wortel, bij woonzorgcentra in DilsenStokkem, Heusden-Zolder en Bilzen, in psychiatrische instellingen in Genk en Sint-Truiden, bij een project voor kansarmoede in Riemst en op zorgboerderijen in Herk-de-Stad en Lommel. Daar komt nu Katharsis bij: ze hebben daar een grote tuin liggen, maar willen die ook gaan benutten in de revalidatie/rehabilitatie. Het wordt zowel een tuin om tot rust te komen als een plek waarin gewerkt wordt als moestuin. Maar het zal gefaseerd gebeuren, ze trekken er tien jaar voor uit. Zeker ook om de kosten te drukken.”
Meestal is het omgekeerd, maar Nederland komt hier binnenkort de mosterd halen?
Johan Lemmens en Annemie Spoor (onderzoekshoofd zorginnovatie): “We hebben zowel vanuit Nederland als Duitsland inderdaad de vraag gekregen om hier te komen kijken. Ook vanuit het kabinet van Vlaams minister Vandeurzen (Welzijn) en het kabinet van voormalig minister Schauvliege (Natuur) is er de nodige interesse om dit soort tuinen in te zetten als therapie in bijvoorbeeld woonzorgcentra. Daarom vinden we het belangrijk om ook onderzoek aan dit project te koppelen. Als je dit verder wil uitdragen en de overheid overtuigen, moet met bewijs onderbouwd zijn dat het werkt.”
Maar moeten de studenten ergotherapie nu ook allemaal groene vingers hebben?
François Jacobs: “Het gaat eigenlijk niet om het tuinieren op zich. Wel om het gevoel dat het groen geeft bij mensen. Ze voelen zich beter, gezonder, mentaal sterker. Kunnen tuinieren, is op zich niet belangrijk. Je mag bij wijze van spreken de sla zelfs ondersteboven planten. Dat is natuurlijk ook het mooie van groen, je kan er niet heel veel mis mee doen.” Moncy Vidal: “Maar ik moet toch zeggen dat ik een en ander heb bijgeleerd van de bewoners van het woonzorgcentrum. Wanneer ik prei moet planten, hoe je moet stekken. Ik ben zelfs thuis aan het tuinieren geslagen. Met meer en minder succes...”
Herman Vereycken: “Mooie groenten zijn mooi meegenomen. Maar dat is niet het hoofddoel. Het gaat om de therapie, de gezondheidsvoordelen.”