De fietsende ingenieur
Wout Verbeek heeft zondag de open 1.18-wedstrijd in Booischot op zijn naam geschreven. Opmerkelijk: de 26-jarige industrieel ingenieur uit Pelt ruilde pas vorige week zijn toeristenvergunning in voor een licentie als elite zonder contract. “Ik wou af en toe eens de top tien halen en nu win ik al meteen. Zot hé”, glundert Verbeek, die de snelste was van een kopgroep van vijf.
Verbeek is niet aan zijn proefstuk toe. In de jeugdreeksen behoorde de Peltenaar tot de betere Limburgers van zijn lichting. En ook toen dook hij al eens vanuit het niets op.
“Ik ben inderdaad pas als tweedejaarsnieuweling beginnen koersen”, legt Verbeek uit. “Daarvoor reed ik pony en ik mocht van mijn ouders pas beginnen koersen als ik mijn pony zou wegdoen. Dat doe je niet zomaar, hé. Maar ik raakte toch wat uitgekeken op de paardensport en besloot dan toch om - met pijn in het hart - mijn paardje in te ruilen voor een stalen ros. Niet zonder succes, ook al had ik een achterstand op mijn leeftijdsgenoten in het peloton, omdat ik de aspirantenopleiding niet doorlopen had. Zowel bij de nieuwelingen als bij de junioren kon ik wat koersen winnen, maar bij de beloften stokte het. In plaats van mee de koers te maken, moest ik de koers ondergaan. En dat zinde me niet. Daarvoor was ik geen coureur geworden.”
Studies
“De combinatie van koers met studies (Wout is intussen industrieel ingenieur nvdr.) lukte me niet. En dus schoof ik de fiets aan de kant gezet, tot ik afgestudeerd was. Samen met een paar vrienden richtten we een toeristenploegje op en namen we deel aan toeristenwedstrijden. Met succes en tot onvrede van de anderen. Ze zeiden dat niet met zoveel woorden, maar omdat wij al die wedstrijden domineerden, was de jaloezie er wel. Een paar keer namen we met een dagpas deel aan wat open elitenwedstrijd. Een serieus niveauverschil, maar toch kon ik ook daar mijn mannetje staan, zonder veel training. Ik werk in Zonhoven, 33km van thuis. Meer dan die afstand heen en terug met de fiets en af en toe een klein ommetje bleken te volstaan. Dat deed me besluiten om het dit jaar weer eens bij de eliten z/c te proberen. Niet wetende hoe dit zou meevallen. Goed dus, zo blijkt”, schatert Verbeek, die vorige week - toen nog met een dagpas - ook al tweede werd in Zepperen.
“Mijn doelstelling was af en toe eens een top tien te rijden. Maar dit... Al ga ik zeker niet naast mijn schoenen lopen. Mijn ambities zijn beperkt. Ik ben tenslotte al 26. Ik moet niets meer bewijzen in de grote koersen en dus zal je me daar ook niet zien. Koersen voor de fun, is mijn motto. Op deze manier is het natuurlijk wel heel plezierig.”