Cafetariaplan
Werknemers maken steeds meer gebruik van de mogelijkheid om een deel van hun loon flexibel in te vullen. Om het anders te zeggen: cafetariaplannen zijn helemaal in de mode. Dat blijkt uit cijfers van de HRdienstverlener SD Worx. SD Worx zag vorig jaar 19.075 werknemers in een cafetariaplan stappen, ruim de helft meer dan een jaar eerder en drie keer meer dan in 2015. De mogelijkheid om een deel van het brutoloon individueel in te vullen, wordt door steeds meer werknemers, trouwens niet langer alleen bedienden, als aantrekkelijk ervaren. Een hospitalisatieverzekering voor het hele gezin, een tankkaart, pensioensparen, elektronica, extra vakantiedagen, een auto. De mogelijkheden zijn tegenwoordig talrijk. Ze bieden de werknemer de mogelijkheid zijn maandloon in te vullen op een manier die het best past bij zijn persoonlijke situatie. De flexibele verloning is bovendien ook fiscaal interessant. Als je de zwaarbelaste eindejaarspremie vervangt door een voordeel dat minder wordt belast, gaat de werknemer er financieel op vooruit. Op die manier profileert de werkgever zich als modern en flexibel, met oog voor de wensen van de werknemer. In tijden dat bedrijven het moeilijk hebben om hun vacatures in te vullen of hun mensen aan boord te houden, is dat altijd meegenomen. Uit de cijfers van SD Worx blijkt dat niet de leasewagen of de smartphone hoog in de hitparade van de cafetariaplannen figureert. Maar liefst 59 procent van de werknemers die in een flexibel loonplan mogen stappen, kiest voor extra vakantiedagen. Dat kan betekenen dat werknemers op zoek zijn naar een betere balans tussen werk en vrijetijd, of zich te pletter werken en de rust gewoon nodig hebben. Een op drie werknemers kiest voor pensioensparen. De leasewagen staat op de derde plaats, gevolgd door elektronica. Hoe aantrekkelijk een flexibel loon ook is, het is niet voor iedereen even geschikt. Het kan namelijk een negatieve impact hebben op het latere pensioen. Voor werknemers die boven het maximum bedrag blijven dat in aanmerking wordt genomen voor het pensioen (57.602 euro bruto per jaar), stelt zich geen probleem. Werknemers die na aftrek van het flexibele brutoloon onder het pensioenplafond landen, krijgen later ook een lager pensioen. Correcte informatie is dan ook van groot belang, zodat werknemers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. In vakbondskringen is te horen dat dit niet altijd het geval is, zodat werknemers worden verblind door een net iets te dure BMW, zodat er net iets te weinig overblijft voor de hypotheek. Dat zorgt niet zelden voor schrijnende situaties, aldus een vakbondssecretaris. Terwijl de fiscus en de RSZ de omzetting van het brutoloon geen duimbreed in de weg leggen en sommige politieke partijen de impact op de sociale zekerheid allerminst betreuren, uiten de vakbonden hun ongerustheid over de toename van de flexibele loonpakketten. Wie zijn loon of eindejaarspremie inruilt voor een voordeel waar minder sociale zekerheid wordt ingehouden, holt de sociale zekerheid uit en op termijn ook de solidariteit. Tegelijkertijd hinken de vakbonden op twee benen. Op bedrijfsniveau gaan ze immers vaak mee met de flexibilisering van een deel van het loon. Het is een moeilijk evenwicht.