Strijd om Osram opnieuw open
PREMSTÄTTEN/MÜNCHEN - De strijd om de overname van de Duitse lampen- en sensorenproducent Osram is nog niet gestreden. Met een bod van 38,50 euro per aandeel mengde de Oostenrijkse chipproducent AMS zich zondagavond opnieuw in de debatten.
De overname van Osram leek in kannen en kruiken, nadat het bestuur en de raad van toezicht van het bedrijf zich ruim een maand geleden achter een bod van de Amerikaanse investeerders Bain Capital en Carlyle Group hadden geschaard. Zij boden 35 euro per aandeel. Het Amerikaanse bod kwam vorige week echter op losse schroeven te staan toen een grote aandeelhouder - Allianz Global Investors - het als te laag bestempelde. Ook een vereniging van kleine aandeelhouders deed dat.
Nieuw bod
AMS springt nu weer in de dans met een bod van in totaal 3,7 miljard euro. Het Oostenrijkse bedrijf had eerder al een gelijkaardig bod gelanceerd, maar het had dat naderhand weer ingetrokken. “Osram had toen pertinente bedenkingen, maar ik denk dat het bod van zondag een antwoord biedt op alle bezorgdheden”, aldus AMS-topman Alexander Everke. Het aandeel Osram ging maandag tot 11 procent hoger op de beurs van Frankfurt, terwijl het aandeel AMS in Zürich bijna 9 procent daalde.
Osram, dat in 2013 door Siemens op eigen benen werd gezet en al 110 jaar oud is, heeft het al tijden moeilijk. Dat komt mede door de zwakke prestaties van de auto-industrie en de mindere economische vooruitzichten wereldwijd. Osram telt wereldwijd 26.000 medewerkers. Het concern had in het verleden ook een link met Limburg. In Lommel maakten het Nederlandse Philips en het Duitse Osram tot in 2012 nog samen gloeilampen in de toenmalige joint-venture Emgo.