Het Belang van Limburg

“Euthanasie was de enige en beste keuze voor mijn zoon”

- Pieter HUYBERECHT­S

HOEILAART - Mieke Maerten (67) uit het Vlaams-Brabantse Hoeilaart stemde meteen in toen haar zoon Pieter (36), die leed aan botkanker, vroeg om zijn leven te beëindigen. Diezelfde week al vond de euthanasie plaats. Ze schreef er een pakkend boek over. “De dood hoort nu eenmaal bij het leven”, zegt ze.

Pieter (36), begenadigd cellist en schilder en werkzaam bij het KMI in Ukkel, was niet het type dat anderen wou lastigvall­en met zijn eigen miserie, laat staan iemand die frequent een dokter bezocht. “Hij stond op zijn autonomie, zocht zijn eigen weg in het leven en had een licht anarchisti­sch kantje”, vertelt zijn moeder Mieke Maerten (67). “Pas toen ik hem in Brussel zag en zei dat hij er moe en ziek uitzag, vertelde hij me dat hij twee weken eerder de diagnose kanker had gekregen.”

De diagnose was ongenadig, onomkeerba­ar ook. Pieter had botkanker. En er waren uitzaaiing­en: in ribben en beide benen. Kans op herstel: vrijwel nihil. De familie had eerder al vele veldslagen verloren tegen kanker. De doodsstrij­d van Miekes zus had tien jaar geduurd. En ook haar broer en vader hadden de strijd tegen de ziekte verloren. Meermaals was ondanks het oerkatholi­eke nest het woord euthanasie gevallen. “Maar dat stond gelijk aan vloeken in de kerk.” Zoon Pieter had eerder lak aan die katholieke principes en bleef - op één beenmergpu­nctie na - weg uit het ziekenhuis en gaf meteen aan geen bestraling­en te willen. ”Hij wilde niemand tot last zijn en ook niet aftakelen door medicatie. Hij wilde kost wat kost in zijn huisje in Brussel blijven, omringd door zijn vrienden.”

Intens en confronter­end

Moeder Mieke schreef een boek over die intense laatste weken. Weken van witloof met kaas en hesp brengen, mee in Brussel gaan wonen, intense gesprekken voeren, veel liefde maar ook afstoting. Dat laatste was een hard besef. “Pieter was een nachtraaf, ik niet”, vertelt ze. “Dus sliep ik in zijn bed, terwijl hij wakker was. Maar je voelde dat hij dat na een tijdje als beklemmend ervoer. Zeker toen hij bedlegerig werd, amper twee maanden na de diagnose, wou hij soms liever alleen zijn. Alleen lag hij daar dan de hele dag op zijn matras op de grond. Ik herinner mij een avond dat ik aanbelde, niemand de deur opende en dan plots telefoon van Pieter kreeg dat hij niet tot aan de deur geraakte..”

“We moeten eens klappen”

Als moeder wist ze maar al te goed wat haar zoon eigenlijk wilde. Op een dag in december trok ze naar Brussel, dronk eerst een koffie, at een croissant, ademde enkele malen diep en ging naast zijn matras zitten. “Fiston, wij moeten eens klappen hé”, stak ze van wal. Hij antwoorde: “Ik wil niet eindigen als een plant, mama. Ik wil nu gaan.” Zij: “Oké fiston, dan gaan we dat regelen.” Het gesprek duurde amper enkele minuten. De ultieme uiting van hoe een moeder haar zoon met een half woord verstond. Mieke: “Als moeder met je eigen kind moeten praten over euthanasie is hartversch­eurend. Maar was er een alternatie­f? Hij wou niemand tot last zijn en was ongeneesli­jk ziek. Geen enkele moeder wil haar kind zo zien lijden, zo totaal zien aftakelen. Bovendien kon niemand hem nog een garantie op een kwaliteits­vol leven geven. Als gediplomee­rd filosofe is het principe mij heilig dat je de autonomie van een ander moet respectere­n.”

Zoon Pieter zette zijn handtekeni­ng onder de vraag tot euthanasie, waarna twee dokters onafhankel­ijk met hem kwamen praten. Zijn keuze bleek even rationeel als onverbidde­lijk. Amper vier dagen later vond de euthanasie plaats. “Pieter was omringd door enkele goede vrienden, zijn beste vriendin die tekeningen maakte en mij. Hij koos ervoor om eerst in slaap te vallen en dan het gif te krijgen.” Speciale wensen in zijn laatste uren had Pieter niet, vertelt ze. “Pieter vond dat hij tijdens zijn leven alles had gedaan wat hij wilde. Hij was altijd als een vrij man geweest die zijn eigen beslissing­en genomen. En daar had hij vrede mee, net voor zijn dood.” Drie maanden later, op zijn herdenking, speelde de man die hem cello leerde spelen nog een laatste lied voor hem. “Pas toen ben ik emotioneel gecrasht. En kwam het besef: rouwen, dat doe je eigenlijk voor eeuwig, hoe kranig iemand zich ook opstelt.”

Af en toe schuldgevo­el

Ze zegt dat ze nog steeds achter de keuze staat om haar zoon gecontrole­erd zijn leven te laten beëindigen. Afgezien van de momenten waarop haar katholieke opvoeding en bijkomend schuldgevo­el even de bovenhand haalde. “Had ik maar, dacht ik dan soms. Want dood is onherroepe­lijk dood. Maar ondanks de emotionele chaos die rouw nog steeds is, ben ik meestal rationeel gebleven om te weten dat het de beste keuze was. Zijn keuze. De enige ook. Het was zijn lijf, zijn leven.”

Met haar boek Ik moet nu gaan hoopt ze euthanasie bespreekba­arder te maken, vertelt ze terwijl ze door haar weelderige bloemenen groentetui­n met vijver wandelt. Tussen de bloemen ook een klein monument: een plaat vol muzieknote­n met zijn naam op. Eindigen doet ze filosofisc­h: “Ik hoop dat iedereen beseft dat de dood bij het leven hoort. Er is niks mis mee om je levenseind­e op een waardige manier in te plannen.” → ‘Ik moet nu gaan’, Mieke Maerten, Uitgeverij

Cyclus, 124 pagina’s.

 ?? FOTO MARC GYSENS ?? Mieke Maerten in haar bloementui­n, waar ze rust vindt. Foto inzet: haar zoon Pieter.
FOTO MARC GYSENS Mieke Maerten in haar bloementui­n, waar ze rust vindt. Foto inzet: haar zoon Pieter.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium