Nog een laatste keer speuren naar dino’s in ENCI-groeve
Grensovergang Vroenhoven even dicht voor koers
Naar aanleiding van de vijfde rit van de BinckBank Tour is de grensovergang aan de Maastrichtersteenweg in Vroenhoven vandaag gesloten voor al het verkeer van 7 tot 14 uur. Riemst is voor de achtste keer op rij gastgemeente voor de start van een rit die om 12 uur vertrekt op de brug over het Albertkanaal in Vroenhoven. Na een korte plaatselijke ronde is er aan diezelfde brug omstreeks 12.30 uur een tussenspurt voorzien. Voor het doorgaand verkeer naar Maastricht is er een omleiding voorzien via Veldwezelt. Voor fietsers en voetgangers blijft de grensovergang wel bereikbaar. Truienaar Tim Wellens start vandaag in de leiderstrui. Voor de allerlaatste keer zoeken geologen deze week in de verlaten ENCI-groeve in Maastricht naar fossielen en sporen van dinosaurussen. Met moderne technieken brengen ze de miljoenen jaren oude groeve vlakbij Riemst in kaart. Johan Vellekoop, geoloog van de Katholieke Universiteit Leuven en zijn collega Pim Kaskes van de Vrije Universiteit Brussel hebben voor enkele weken hun tenten opgeslagen in Maastricht. Samen met medewerkers van het Natuurhistorisch Museum Maastricht, Natuurmonumenten en ENCI zijn ze begonnen aan een bijzonder wetenschappelijk onderzoeksproject in de diepe ENCI-groeve waarin tot medio vorig jaar nog kalksteen ontgonnen werd voor de cementindustrie.
Johan Vellekoop (33): “Deze groeve is geologisch gezien ontzettend interessant, met gesteenten die gevormd zijn in het naar Maastricht genoemde tijdvak ‘maastrichtiaan’, aan het eind van de krijttijd, tussen de 72 en 66 miljoen jaar geleden. Ze bestaan hoofdzakelijk uit kalksteen, ook wel Limburgse mergel genoemd, afgewisseld met vuursteenlagen. Tijdens dat laatste deel van de krijttijd – het tijdperk van de dinosauriërs – lag Limburg in een ondiepe subtropische zee waar onder meer de mosasaurus, de reuzedino die een hoofdrol speelde in Jurassic World, rondzwom. Skeletten, schelpen en schaaldelen van de aanwezige zeedieren stapelden zich hier op en vormden samen een kalklaag van nagenoeg 80 meter dik.”
Het mag duidelijk wezen: voor de internationale wetenschap is de
groeve van groot belang. “Daarom voeren wij hier een geologisch onderzoek uit. En dat moet nu gebeuren want de sedimenten zijn nu nog origineel. Als de groeve straks opnieuw natuurgebied wordt en er weer begroeiing is, dan heeft dat invloed op de micro-organismen in het gesteente en op de originele samenstelling ervan.”
Drone en 3D
Om verder onderzoek mogelijk te maken worden er daarom stalen genomen uit de hoge wanden van de groeve. Dat gebeurt in verticale sleuven, telkens in laagjes van 5 cm. Het materiaal wordt verzameld in kleine plastic zakjes die in het Natuurhistorisch Museum Maastricht worden opgeslagen. “Naast het verzamelen van materiaal dat boordevol fossielen zit, maken we binnen het project ook een nauwkeurig 3D-model van de groeve aan de hand van camerabeelden van een drone”, aldus Vellekoop. “Daarmee kunnen wij en toekomstige onderzoekers jarenlang aan de slag. In de eerste plaats worden de stalen gearchiveerd en geanalyseerd om de ouderdom en samenstelling te ontleden, waarna de bevindingen worden beschreven en gepubliceerd. Op die manier willen we onder meer ook de oorsprong en vorming van de vuursteen achterhalen: een materiaal dat al vroeg door onze voorouders werd gebruikt om werktuigen mee te maken.”
Johan Vellekoop is in de mergelstreek niet aan zijn proefstuk toe. Vorig jaar nog voerde hij in het kader van het ‘Maastrichtian Geoheritage Project’ een onderzoek uit in de Hallembaye-groeve terwijl de groeve in Eben-Emael nog op zijn verlanglijstje staat. “We doen dit om de geschiedenis van deze regio beter te begrijpen, maar ook om de eigen bevolking bewust te maken van de unieke bodemschatten”, besluit hij.